Paroximaal vingerhematoom |
meer hart en bloedvaten |
syndroom van Achenbach |
acute idiopathische blauwe vinger |
Wat is het?
Een paroximaal (in aanvallen optredend) vingerhematoom wordt meestal gevormd aan de binnenkant van de vinger en eerder onder de middelvinger of wijsvinger bij de gewrichten van de eerste of tweede falanx (vingerkootje).
Het is een blauwe plek die plotseling verschijnt aan één of meer vingers hand [of teen (en)] gevormd door breuk van een ader. Soms vormen zich blauwe plekken in de handpalm.
Deze aandoening, die ooit ten onrechte als een zeldzame ziekte werd gepresenteerd (omdat ze weinig werd geïdentificeerd en bestudeerd), werd voor het eerst beschreven in 1955 door W. Achenbach.
|
|
|
Wat is het?
Het syndroom van Achenbach, ook bekend als paroxysmaal vingerhematoom of acute idiopathische blauwe vinger, is een zeldzame en goedaardige aandoening die wordt gekenmerkt
door het plotseling optreden van een blauwe verkleuring op het ventrale oppervlak van een of meer vingers. De huidverkleuring wordt meestal voorafgegaan door scherpe pijn, gevoelloosheid en/of jeuk. Later kan dit gepaard gaan met oedeem en een koude gewaarwording.
De meest voorkomende plaatsen zijn het eerste vingerkootje en het middelste vingerkootjes van de wijs- en middelvinger, waarbij de vingertoppen worden gespaard. Hoewel het meestal de vingers betreft, is het ook beschreven op de handpalmen en tenen. De aandoening treft overwegend vrouwen tussen de 30 en 50 jaar.
Het Achenbach syndroom ontwikkelt zich meestal spontaan zonder aanwijsbare aanleiding. Het kan soms optreden na een klein trauma. Er ontstaat een hematoom met een doorsnede van meestal 1-2 cm. Het hematoom kan in omvang toenemen en de handpalm omvatten.
Symptomen
Hoewel een verminderde capillaire weerstand en vasculaire kwetsbaarheid zijn voorgesteld, blijft de etiologie onduidelijk.
Er zijn geen bijkomende stollingsstoornissen of abnormale radiografische bevindingen vastgesteld.
De symptomen zijn waarschijnlijk secundair aan de infiltratie- en compressie-effecten van extravaserend bloed.
Hoewel de meeste gevallen zonder geassocieerde bevindingen voorkomen, zijn in sommige gevallen acrocyanose, gastro-intestinale aandoeningen,
biliaire aandoeningen en migraine hoofdpijn beschreven. Een echte pathofysiologische relatie tussen het syndroom van Achenbach en deze entiteiten is echter niet vastgesteld.
Behandeling
Het syndroom van Achenbach is een zelfbeperkende en niet-urgente aandoening. Volledige genezing treedt meestal op binnen 4 dagen, maar kan tot 2 weken duren. Terugkerende episoden kunnen met variabele tussenpozen optreden.
Bronnen:
|