Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals. Medische zorg verlenen aan oudere mensen kan ingewikkeld zijn. Mensen hebben vaak veel verschillende zorgverleners op verschillende locaties. Reis- en vervoersproblemen worden moeilijker naarmate mensen ouder worden. De medicijnen die gedekt worden door het Medicare receptgeneesmiddelenplan verschillen per verzekeringsmaatschappij en veranderen vaak. Assistentie door een team van zorgverleners onder leiding van een huisarts of een arts die gespecialiseerd is in de zorg voor ouderen (geriater) is de beste manier om met deze complexiteit om te gaan. Continuïteit van zorg is een ideaal waarbij de zorg voor een persoon op een gecoördineerde manier en zonder onderbrekingen wordt verleend, ondanks alle complexiteiten van het gezondheidszorgsysteem en de betrokkenheid van verschillende zorgverleners in verschillende zorgsettings. Ook communiceren en werken alle mensen die betrokken zijn bij de gezondheidszorg van een persoon, inclusief de persoon die zorg ontvangt, met elkaar om de gezondheidszorg te coördineren en om doelen voor de gezondheidszorg te stellen. Continuïteit van zorg is echter niet altijd makkelijk te bereiken, vooral niet in de Verenigde Staten, waar het gezondheidszorgsysteem ingewikkeld en gefragmenteerd is. Als er geen continuïteit van zorg is, begrijpen mensen hun gezondheidsproblemen niet goed en weten ze niet met welke behandelaar ze moeten praten als ze problemen of vragen hebben. Uitdagingen voor continuïteit van zorg Veel zorgverleners Om ervoor te zorgen dat de zorg continu (en optimaal) is, moeten alle betrokken zorgverleners volledige, actuele en nauwkeurige informatie hebben over wat andere zorgverleners hebben gedaan, vooral over de onderzoeken die ze hebben gedaan en de medicijnen die ze hebben voorgeschreven. Wanneer deze informatie ontbreekt of verkeerd gecommuniceerd wordt, kan dit het volgende tot gevolg hebben:
Verschillende artsen kunnen verschillende meningen hebben over de gezondheidszorg van een persoon. Behandelaars in een ziekenhuis kunnen het bijvoorbeeld oneens zijn met iemands hoofdbehandelaar over de vraag of een operatie nodig is of over de vraag of de persoon na ontslag naar een verpleeghuis moet gaan. De persoon en familieleden kunnen overweldigd en verward raken door de meningsverschillen tussen de verschillende behandelaars. Mensen die veel voorgeschreven medicijnen gebruiken, zoals vaak gebeurt bij oudere mensen, kunnen hun recepten bij verschillende apotheken krijgen (bijvoorbeeld de apotheek die het dichtst bij het kantoor van de specialist is). Als er verschillende apotheken bij betrokken zijn, kent elke apotheker mogelijk niet alle medicijnen die mensen gebruiken en weet hij dus niet wanneer een nieuw voorgeschreven medicijn een negatieve wisselwerking kan hebben met een huidig medicijn. Verhuizen Om dergelijke problemen te voorkomen, verplicht de huidige regelgeving in de Verenigde Staten zorgorganisaties om medicatiereconciliatie uit te voeren wanneer de zorgsetting verandert en wanneer nieuwe medicijnen worden besteld of bestaande orders worden herschreven. Medicatiereconciliatie houdt in dat de medicatiebestellingen van mensen worden vergeleken met alle medicijnen die ze voorheen gebruikten, om er zo voor te zorgen dat er geen medicijnen dubbel worden gebruikt of worden weggelaten. Als ouderen van zorginstelling veranderen, moeten zij of hun verzorgers aan zorgverleners vragen of medicatiereconciliatie heeft plaatsgevonden. Als mensen niet in een zorginstelling verblijven, moeten zij en/of hun verzorgers zelf hun medicatie afstemmen. Mensen moeten een lijst bijhouden van hun huidige medicijnen en van de medicijnen die ze vroeger gebruikten (en waarom ze daarmee gestopt zijn). Als mensen een nieuwe arts bezoeken of een ziekenhuis of andere zorginstelling binnenkomen of verlaten, moeten ze controleren of nieuw voorgeschreven medicijnen op deze lijsten staan. Als mensen een van de volgende dingen zien, moeten ze meteen met de arts gaan praten:
Het is altijd een goed idee om snel na ontslag uit het ziekenhuis of een andere zorginstelling (zoals een revalidatiecentrum of verpleeghuis) een afspraak te maken met de huisarts. Mensen moeten altijd hun huidige lijst met medicijnen meenemen, evenals de flesjes waar ze in zitten. De arts kan dan alle medicijnen en instructies bekijken die op het moment van ontslag zijn aanbevolen. Veel regels Gebrek aan toegang tot zorg Andere problemen Niet alle zorgverleners nemen deel aan alle Medicare Managed Care-plannen. Voordat mensen met een Medicare Managed Care-plan naar een nieuwe zorgverlener gaan, moeten ze controleren of die zorgverlener deelneemt aan hun plan, zodat ze niet voor onverwachte kosten komen te staan. Strategieën om de continuïteit van zorg te verbeteren Zorgsysteem
Interdisciplinaire zorg Interdisciplinaire zorg is vooral belangrijk als de behandeling complex is of als er sprake is van verplaatsing van de ene zorgsetting naar de andere. Mensen die hier het meeste baat bij hebben zijn onder andere mensen die erg kwetsbaar zijn, mensen met veel aandoeningen, mensen die verschillende soorten zorgverleners moeten bezoeken en mensen die bijwerkingen hebben van medicijnen. De behandelaars die voor een bepaalde persoon zorgen, worden het interdisciplinaire team genoemd. Eén behandelaar, die de hoofdbehandelaar van de persoon kan zijn of een maatschappelijk werker of zorgmanager, coördineert de zorg. Soms werken de zorgverleners in een interdisciplinair team niet regelmatig samen (een ad hoc team). Ze komen samen om aan de behoeften van een bepaalde persoon te voldoen. In andere situaties is er een vast team met dezelfde leden die gewoonlijk samenwerken en voor veel mensen zorgen. Sommige verpleeghuizen, ziekenhuizen en hospice-organisaties hebben vaste teams. De teamleden bespreken de behandelplannen en informeren elkaar over veranderingen in de gezondheid van de persoon, veranderingen in de behandeling en resultaten van onderzoeken en tests. Ze zorgen ervoor dat de dossiers van de persoon up-to-date zijn en dat de dossiers de persoon vergezellen doorheen het gezondheidszorgsysteem. Dergelijke inspanningen helpen om veranderingen in zorginstellingen of bij zorgverleners vlotter en minder traumatisch te laten verlopen. Ook is de kans kleiner dat onderzoeken onnodig worden herhaald en dat er fouten of weglatingen in de behandeling worden gemaakt. Het interdisciplinaire team omvat ook de oudere persoon voor wie wordt gezorgd en familieleden of andere zorgverleners. Voor effectieve interdisciplinaire zorg moeten deze mensen actief deelnemen aan de zorg en communiceren met de zorgverleners in het team. Geriatrische zorgmanagers Elektronische medische (gezondheids)dossiers (EMRs) EMR's bevatten meestal demografische en persoonlijke informatie (zoals leeftijd en gewicht), de medische voorgeschiedenis (inclusief vitale functies, medicatie, allergieën en immunisatiestatus), testresultaten (van laboratorium- en beeldvormingstesten) en factuurinformatie. EMR's kunnen de zorg verbeteren door:
Er zijn echter veel verschillende EMR-systemen. Artsen en ziekenhuizen kunnen vaak geen dossiers lezen van artsen en ziekenhuizen die een ander systeem gebruiken. Bovendien is de informatie in EMR's slechts zo nauwkeurig als de gegevens die door eerdere behandelaars zijn ingevoerd, en het invoeren van gegevens is vaak erg tijdrovend. Indien mogelijk moeten mensen de informatie in hun EMR controleren. Mensen die zorg ontvangen Actieve participatie begint met communicatie - informatie geven en krijgen. Als ouderen speciale zorgbehoeften of vragen hebben, moeten zij of hun familieleden dit aan hun zorgverleners vertellen. Ouderen hebben bijvoorbeeld vaak hulp nodig om te bepalen welke medicijnen gedekt worden door hun Medicare-plan. Mensen die zorg ontvangen of hun familieleden moeten proactief worden in de zorg. Ouderen of hun verzorgers moeten bijvoorbeeld een vaste relatie opbouwen met ten minste één zorgverlener, meestal de hoofdbehandelaar, om de problemen die ontstaan door het hebben van meerdere zorgverleners te minimaliseren. Ouderen moeten ervoor zorgen dat de eerste zorgverlener op de hoogte is van veranderingen in hun toestand en hun medicatie, vooral wanneer een specialist een nieuwe diagnose heeft gesteld of een behandelingsschema heeft gewijzigd. Het kan nodig zijn om de ene zorgverlener te vragen om te bellen en te praten met de andere om er zeker van te zijn dat de informatie duidelijk wordt gecommuniceerd en dat de behandeling passend is. Actieve deelname betekent vragen stellen over een aandoening, behandeling of andere aspecten van de zorg. Het houdt ook in dat je leert hoe je stoornissen kunt voorkomen en dat je de juiste stappen neemt om dit te doen. Voor mensen die een aandoening hebben, houdt actieve participatie vaak in dat ze een gezonde levensstijl volgen. Mensen met hoge bloeddruk kunnen bijvoorbeeld een hartgezond dieet volgen en regelmatig bewegen. Mensen kunnen hun aandoening ook thuis in de gaten houden. Mensen met hoge bloeddruk kunnen bijvoorbeeld hun bloeddruk controleren en mensen met diabetes kunnen het suikergehalte in hun bloed meten. Het bijhouden van een kopie van hun medisch dossier kan mensen helpen om deel te nemen aan hun gezondheidszorg. Ze kunnen vaak een kopie krijgen van hun huisarts. Een kopie van het medisch dossier is nuttig als naslagwerk voor informatie over huidige aandoeningen, medicijnen die worden ingenomen, behandelingen en tests die zijn uitgevoerd en betalingen die zijn gedaan. Deze informatie kan mensen ook helpen om een probleem uit te leggen aan andere zorgverleners. Hiervoor zijn archiefdozen, ordners, computersoftware en internetprogramma's ontworpen. Daarnaast bieden veel dokterspraktijken beveiligde online portals waar mensen hun laboratoriumresultaten, informatie over recepten en samenvattingen van kantoorbezoeken kunnen bekijken. Als er meer dan één arts bij betrokken is, kunnen mensen hun eigen dossier bijhouden, inclusief het type en de datum van de onderzoeken en procedures en een lijst met hun diagnoses. Mensen moeten op zijn minst een dossier bijhouden van alle medicijnen (op recept en zonder recept) die ze op dit moment gebruiken, plus de dosering en de reden waarom ze de medicijnen gebruiken. Elke keer dat ze een arts bezoeken, moeten ze dit dossier meenemen. Wanneer mensen naar een ziekenhuis of een nieuwe zorgverlener gaan, moeten ze bij iemand op de nieuwe locatie controleren of ze hun medisch dossier hebben ontvangen. Het is ook belangrijk om alle medicijnen (op recept en zonder recept) bij één apotheek of postorderbedrijf te kopen en daar een apotheker te leren kennen. Oudere mensen kunnen hun apotheker vragen stellen over de medicijnen die ze gebruiken. Ze kunnen ook vragen om verpakkingen die gemakkelijk te openen zijn en etiketten die gemakkelijk te lezen zijn. Bronnen:
|