Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals. Een virus is een piepklein levend organisme. Virussen zijn zo klein dat ze alleen met de krachtigste microscopen kunnen worden gezien. Daarom worden ze ook wel micro-organismen genoemd (micro betekent heel klein). Andere veel voorkomende micro-organismen zijn bacteriën. Virussen zijn veel kleiner dan bacteriën. In tegenstelling tot bacteriën kunnen virussen zich niet zelf voortplanten. Dus als virussen in je lichaam komen, nemen ze bepaalde cellen over en gebruiken ze structuren in die cellen om meer kopieën van het virus te maken. Meestal beschadigt en doodt dit de cel. Sommige virussen kunnen echter lange tijd in cellen blijven zonder ze te doden. Er zijn duizenden verschillende virussen. Sommige virussen infecteren mensen. Andere virussen infecteren alleen dieren. Slechts enkele virussen kunnen zowel mensen als dieren infecteren. Wat is het?
Bepaalde virussen veranderen de werking van uw cellen, wat tot kanker kan leiden. Zo kunnen bijvoorbeeld de hepatitis B acuut- en C-virussen tot leverkanker leiden. HPV (humaan papillomavirus) kan leiden tot baarmoederhalskanker. Diagnose
Behandeling
Antibiotica zijn geneesmiddelen die bacteriën doden. Antibiotica doden geen virussen. Hoe kan ik virusinfecties voorkomen? Preventief
Vaccins zijn inentingen die uw immuunsysteem leren hoe het bepaalde infecties moet bestrijden. Meestal krijgt u een vaccin voordat u aan een infectie wordt blootgesteld. Maar voor sommige virussen kunt u een prik krijgen nadat u eraan bent blootgesteld. Deze injecties bevatten antilichamen (immunoglobulinen) die helpen het virus te bestrijden. Er zijn bijvoorbeeld immunoglobuline-injecties voor:
Bronnen:
|