|
Anesthesie
Wat is Anesthesie
Anesthesie of anesthesie is een toestand van gecontroleerd, tijdelijk verlies van gevoel of bewustzijn die wordt opgewekt
voor medische of veterinaire doeleinden. Het kan enkele of alle vormen van analgesie (verlichting of voorkoming van pijn),
verlamming (spierverslapping), amnesie (geheugenverlies) en bewusteloosheid omvatten. Iemand die onder narcose is,
wordt verdoofd genoemd.
Anesthesie maakt het mogelijk om pijnloos procedures uit te voeren die anders fysieke beperkingen zouden vereisen
bij een niet-verdoofd individu, of die anders technisch onuitvoerbaar zouden zijn.
Er bestaan drie grote categorieën van anesthesie:
|
|
|
- algehele anesthesie onderdrukt de activiteit van het centrale zenuwstelsel en resulteert in bewusteloosheid en totale gevoelloosheid, met behulp van geïnjecteerde of geïnhaleerde medicijnen
- sedatie onderdrukt het centrale zenuwstelsel in mindere mate en remt zowel angst als het creëren van langetermijnherinneringen zonder te resulteren in bewusteloosheid
- regionale en lokale anesthesie, waarbij de overdracht van zenuwimpulsen vanuit een specifiek deel van het lichaam wordt geblokkeerd. Afhankelijk van de situatie kan dit alleen worden gebruikt (in dat geval blijft de persoon volledig bij bewustzijn), of in combinatie met algehele anesthesie of sedatie
- lokale anesthesie is een eenvoudige infiltratie door de arts direct op het betreffende gebied (bijv. het verdoven van een tand voor tandheelkundige ingrepen)
- perifere zenuwblokkades gebruiken geneesmiddelen die gericht zijn op perifere zenuwen om een geïsoleerd deel van het lichaam te verdoven, zoals een heel ledemaat
- neuraxiale blokkade, voornamelijk epidurale en spinale anesthesie, kan worden uitgevoerd in het gebied van het centrale zenuwstelsel zelf, waarbij alle inkomende sensatie van zenuwen die het gebied van de blokkade bevoorraden wordt onderdrukt
Bij de voorbereiding van een medische of diergeneeskundige procedure kiest de arts een of meer geneesmiddelen om het type en de
mate van anesthesiekenmerken te bereiken die geschikt zijn voor het type procedure en de specifieke patiënt.
De soorten geneesmiddelen die gebruikt worden zijn onder andere algehele anesthetica, lokale anesthetica, hypnotica,
dissociatieven, sedativa, adjuncten, neuromusculaire blokkerende geneesmiddelen, narcotica en analgetica.
De risico's van complicaties tijdens of na anesthesie zijn vaak moeilijk te scheiden van die van de procedure waarvoor anesthesie
wordt gegeven, maar in het algemeen zijn ze gerelateerd aan drie factoren: de gezondheid van het individu,
de complexiteit en stress van de procedure zelf, en de anesthesietechniek. Van deze factoren heeft de gezondheid van de persoon
de grootste invloed. Belangrijke perioperatieve risico's zijn overlijden, hartaanval en longembolie, terwijl kleinere risico's
postoperatieve misselijkheid en braken en heropname in het ziekenhuis kunnen zijn.
Sommige aandoeningen, zoals lokale anesthesietoxiciteit, luchtwegtrauma of kwaadaardige hyperthermie, kunnen directer worden
toegeschreven aan specifieke anesthesiemedicijnen en -technieken.
Bronnen:
|