Generieke geneesmiddelen zijn geneesmiddelen waarvan het patent verlopen is. Ze worden dan gemaakt door een andere fabrikant dan degene aan wie het patent is verleend. De generieke versie moet (met een tolerantie van een paar procent) biologisch gelijkwaardig zijn aan het originele geneesmiddel, dat de juiste inactieve bestanddelen worden gebruikt en dat de generieke versie wat betreft grootte, kleur en vorm van het merkgeneesmiddel verschilt (een wettelijke vereiste). Het bedrijf moet vervolgens de generieke versie laten goedkeuren door het CBG. De werkzame stof is dezelfde. Generieke geneesmiddelen zijn (vrijwel) altijd (veel) goedkoper dan de originele. Anders geformuleerd: Een geneesmiddel heeft vaak meerdere namen. Wanneer een nieuw geneesmiddel wordt ontwikkeld, krijgt het eerst een chemische naam, die de atomaire of moleculaire structuur van het geneesmiddel beschrijft. Deze chemische naam is daarom gewoonlijk te complex en lastig voor algemeen gebruik. Daarna wordt er een verkorte versie van de chemische naam of een codenaam (zoals RU 486) bedacht die door onderzoekers kan worden gebruikt. Als het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), de commissie die in Nederland geneesmiddelen beoordeelt op veiligheid en effectiviteit, het geneesmiddel goedkeurt, krijgt het een generieke naam (officiële naam) en een handelsnaam (merknaam). Door de handelsnaam wordt het middel herkenbaar als het exclusieve eigendom van een bepaald bedrijf. Zo is ‘ fenytoïne ' de generieke naam en ‘Diphantoïne' de handelsnaam van hetzelfde geneesmiddel. In de Verenigde Staten wordt de generieke naam door een officiële instantie toegekend: de United States Adopted Names (USAN) Council. De handelsnaam wordt gekozen door het bedrijf dat het geneesmiddel produceert. Generieke namen en handelsnamen moeten uniek zijn om te voorkomen dat het ene geneesmiddel met het andere wordt verward wanneer geneesmiddelen worden voorgeschreven of recepten worden klaargemaakt. Om deze mogelijke verwarring te voorkomen, moet elke handelsnaam door het CBG worden goedgekeurd. De overheid, artsen, onderzoekers en anderen die over het nieuwe geneesmiddel schrijven, gebruiken de generieke naam omdat deze naar het geneesmiddel zelf verwijst in plaats van naar een specifiek merk van een producent. Artsen gebruiken op recepten echter vaak de handelsnaam omdat deze meestal gemakkelijker is te onthouden en ze vaak via de handelsnaam over nieuwe geneesmiddelen vernemen. De laatste jaren gebruiken artsen ook vaker de generieke namen, omdat de overheid wil stimuleren dat het goedkoopst mogelijke product wordt gekozen. Generieke namen zijn meestal ingewikkelder en moeilijker te onthouden dan handelsnamen. Veel generieke namen zijn een soort steno voor de chemische naam, structuur of samenstelling van het geneesmiddel. Handelsnamen zijn daarentegen meestal pakkend, houden vaak verband met het bedoelde gebruik en zijn vrij gemakkelijk te onthouden. Dit is om ervoor te zorgen dat de arts het betreffende product voorschrijft en de consument naar de handelsnaam op zoek gaat. Handelsnamen verwijzen vaak naar een bepaald kenmerk van het geneesmiddel. Zo verlaagt Tenormin de bloeddruk, is Aurorix een antidepressivum dat de zon weer doet opgaan, verlaagt Glucophage een hoge bloedglucoseconcentratie en ontspant Dorsiflex de skeletspieren. Soms is de handelsnaam gewoon een verkorte versie van de generieke naam, bijvoorbeeld Minocin voor minocycline Wanneer de term ‘generiek' wordt gebruikt voor artikelen als voedingsmiddelen en huishoudelijke producten wordt hiermee aangegeven dat het gaat om een goedkopere, soms minder effectieve of kwalitatief mindere imitatie van een merkproduct. De meeste generieke geneesmiddelen zijn, hoewel ze doorgaans goedkoper zijn, over het algemeen echter net zo effectief en van dezelfde kwaliteit als het merkgeneesmiddel.
|