Anticonceptie: hormonaal meer vrouwen     De Pil  Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals. Let op:  in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht. Wat is het? Geboortebeperking is het voorkomen van zwangerschap (anticonceptie). Je kunt zelfs zwanger worden als je anticonceptie gebruikt, maar als je anticonceptie op de juiste manier gebruikt, is de kans om zwanger te worden aanzienlijk kleiner. Hormonen zijn chemische boodschappers die een deel van je lichaam naar een ander deel van je lichaam stuurt. Deze boodschappers controleren belangrijke lichaamsfuncties. Geslachtshormonen, zoals oestrogeen en progestageen, helpen de menstruatie en vruchtbaarheid van vrouwen te regelen. Artsen kunnen deze hormonen (of kunstmatige versies ervan) gebruiken om zwangerschap te voorkomen. Wat zijn hormonale anticonceptiemethoden? Hormonale anticonceptie werkt op twee manieren: het voorkomt dat je eierstokken eitjes vrijgeven het verdikt het slijm in je baarmoederhals zodat sperma er niet doorheen kan. Als de eicellen niet vrijkomen of het sperma er niet bij kan, kun je niet zwanger worden. Hormonale anticonceptiemethoden zijn onder andere: geboortebeperkingspillen huidpleister vaginale ring implantaat injectie    Hoe goed werkt hormonale anticonceptie?    Hormonale anticonceptie is een van de meest effectieve anticonceptiemethoden als je het op de juiste manier gebruikt. De kans om zwanger te raken neemt toe als je je pillen niet op de juiste manier inneemt, vooral als je de pillen mist in de eerste week na je menstruatie.    Wie kan hormonale anticonceptie gebruiken?    De meeste vrouwen kunnen hormonale anticonceptie gebruiken. Je zou geen orale anticonceptiepillen moeten nemen die oestrogeen en progestageen bevatten als je: 35 jaar of ouder bent en migraine hebt migrainehoofdpijn hebt met een aura (symptomen die vóór de migrainehoofdpijn optreden, zoals lichtjes zien of een ongewoon gevoel in je huid) bloedstolsels hebt of hebt gehad in uw benen of longen een hoge bloeddruk hebt al meer dan 20 jaar diabetes hebt of diabetes die je nieren, zenuwen of ogen heeft aangetast een hoog vetgehalte in het bloed hebt, triglyceriden genaamd een hartziekte hebt 35 jaar of ouder bent en meer dan 15 sigaretten per dag rookt een orgaantransplantatie hebben ondergaan die problemen veroorzaakt een leverziekte hebt geelzucht (gele huid en ogen) hebben gehad toen je de pil gebruikte galblaasproblemen hebben borstkanker hebt of hebt gehad Als je een gewichtsverliesoperatie hebt ondergaan, mag je de pil niet gebruiken, maar wel een huidpleister of vaginale ring.    Wat zijn de verschillende soorten hormonale anticonceptie?    Bespreek met je arts welke hormonale anticonceptie geschikt is voor jou. Anticonceptiepillen Anticonceptiepillen bevatten zowel progestageen als oestrogeen of alleen progestageen om te voorkomen dat je zwanger wordt. Pillen met alleen progestageen werken niet zo goed. Artsen geven ze meestal alleen als je geen oestrogeen mag hebben. Je moet elke dag een pil innemen. Als je een pil overslaat, kun je zwanger worden. Hoe meer pillen je overslaat, hoe groter de kans op zwangerschap. Als je stopt met de pil, kun je meteen zwanger worden of het kan een paar maanden duren. Bijwerkingen van anticonceptiepillen kunnen zijn: bloeden op onverwachte momenten, vooral in de eerste paar maanden van gebruik buikpijn, een opgeblazen gevoel en overgeven pijnlijke borsten bloedstolsels in je benen of longen hoofdpijn depressie donkere vlekken op je huid (melasma) iets hogere kans op baarmoederhalskanker gewichtstoename Een anticonceptiepleister is een dunne, kleverige pleister die langzaam oestrogeen en progestageen afgeeft om te voorkomen dat je zwanger wordt. Meestal draag je een pleister 7 dagen en doe je er daarna weer 7 dagen een nieuwe op. Nadat je 3 pleisters hebt gebruikt, wacht je een week voordat je opnieuw begint. het kan zijn dat je een back-up geboortebeperkingsmethode (zoals een condoom) moet gebruiken tijdens de eerste week dat je de pleister gebruikt. je vindt het misschien makkelijker om te onthouden om een keer per week een pleister te gebruiken dan om elke dag een pil te slikken. de bijwerkingen van de pleister zijn vergelijkbaar met die van de pil de patch werkt misschien minder goed als je overgewicht hebt je kunt pijn of jeuk hebben op je huid onder of rond de pleister. Vaginale ring Een vaginale ring is een kleine plastic ring die in je vagina wordt geplaatst. De ring geeft oestrogeen en progestageen af om te voorkomen dat je zwanger wordt. Meestal laat je de ring 3 weken in je zitten en haal je hem er 1 week uit. In die week kun je ongesteld worden. Nadat de week voorbij is, breng je een nieuwe ring aan. Sommige artsen laten de ring 5 weken zitten en vervangen hem dan door een nieuwe. het kan zijn dat je een reserve voorbehoedsmiddel (zoals een condoom) moet gebruiken tijdens de eerste week dat je de ring gebruikt. je vindt het misschien gemakkelijker om te onthouden om een ring eens in de 3 tot 5 weken te gebruiken dan om elke dag een anticonceptiepil te slikken of elke week een pleister op te doen. aan de andere kant, omdat je de ring niet kunt zien of voelen, vergeet je hem gemakkelijk te verwijderen en te vervangen. de bijwerkingen van de ring zijn vergelijkbaar met die van de pil en de pleister. Anticonceptie-implantaat Een anticonceptie-implantaat is een staafje ter grootte van een lucifer dat onder je huid wordt geplaatst en progestageen afgeeft om te voorkomen dat je zwanger wordt. een implantaat werkt 3 jaar. zodra het implantaat is verwijderd, kun je zwanger worden. je arts plaatst het implantaat onder je huid met een naaldachtig instrument en verwijdert het via een kleine snee in je huid. Bijwerkingen van implantaten kunnen zijn: niet ongesteld worden bloeden op onverwachte momenten hoofdpijn gewichtstoename Prikpil Een anticonceptieprik is een injectie met langwerkende progestageen die elke 3 maanden wordt gegeven om te voorkomen dat je zwanger wordt. het kan tot 18 maanden na het stoppen van de prik duren voordat je zwanger kunt worden. Bijwerkingen van de prik kunnen zijn: bloeden op onverwachte tijden, vooral in het begin niet ongesteld worden gewichtstoename hoofdpijn minder botdichtheid (hoe gezond en sterk je botten zijn) - hoewel de botdichtheid meestal weer normaal wordt als je stopt met de prik. Bronnen: Merck Manual, consumer version   Einde van de pagina