Het bekkencongestiesyndroom lijkt een veel voorkomende oorzaak te zijn van chronische bekkenpijn (bekkenpijn die langer dan 6 maanden aanhoudt). De pijn ontstaat doordat bloed zich ophoopt in aderen in het bekken, die verwijd zijn en kronkelig zijn geworden (de zogenaamde spataderen). De resulterende pijn is soms slopend. Oestrogeen kan bijdragen aan de ontwikkeling van deze aderen. Vrouwen kunnen ook spataderen hebben in de billen, dijen, vagina of vulva. Veel vrouwen in de vruchtbare leeftijd hebben spataderen in hun bekken, maar ze hebben niet allemaal klachten. Waarom sommige vrouwen symptomen ontwikkelen is onbekend. De meeste vrouwen met het bekkencongestiesyndroom zijn 20 tot 45 jaar oud en hebben meerdere zwangerschappen gehad. Symptomen Meestal is de pijn een doffe pijn, maar het kan ook scherp of kloppend zijn. De pijn is erger aan het einde van de dag (als vrouwen lang hebben gezeten of gestaan) en wordt verlicht door te gaan liggen. De pijn is ook erger tijdens of na geslachtsgemeenschap. De pijn gaat vaak gepaard met lage rugpijn, pijn in de benen en abnormaal vaginaal bloedverlies. De pijn komt meestal maar aan één kant voor. Diagnose
Artsen kunnen het bekkencongestiesyndroom vermoeden wanneer vrouwen bekkenpijn hebben maar bij een bekkenonderzoek geen ontsteking of andere afwijking wordt gevonden. Artsen stellen de diagnose bekkencongestiesyndroom als de pijn al langer dan 6 maanden aanwezig is en als de eierstokken zacht zijn wanneer ze worden onderzocht. Echografie om te controleren op spataderen in het bekken kan artsen helpen om de diagnose bekkencongestiesyndroom te bevestigen. Er kan echter nog een ander beeldvormend onderzoek nodig zijn om de diagnose te bevestigen. Deze tests kunnen venografie (röntgenfoto's van aderen die worden gemaakt nadat een radiopaak contrastmiddel in een ader in de lies is geïnjecteerd), computertomografie (CT), magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) en magnetische resonantievenografie omvatten. Als de pijn hinderlijk is en de oorzaak niet is vastgesteld, kan een laparoscopie worden gedaan. Bij deze procedure maken artsen een kleine incisie net onder de navel en brengen ze een kijkbuis in om de structuren van het bekken rechtstreeks te bekijken. Behandeling
Niet-steroïde ontstekingsremmende geneesmiddelen (NSAID's) en medroxyprogesteron of gonadotropine-releasing hormoon (GnRH)-agonisten (synthetische vormen van een hormoon dat door het lichaam wordt geproduceerd), zoals leuprolide en nafareline, kunnen helpen de pijn te verlichten. Medroxyprogesteron is een progestageen (een synthetische vorm van het vrouwelijke hormoon progesteron). GnRH-agonisten zijn synthetische vormen van een hormoon dat door het lichaam wordt geproduceerd. Als deze medicijnen niet werken en de pijn aanhoudend en ernstig is, kunnen artsen proberen om de bloedstroom naar de spataderen te blokkeren en zo te voorkomen dat het bloed zich daar ophoopt. Er zijn twee procedures beschikbaar:
Wanneer er geen bloed meer naar de spataderen in het bekken kan stromen, vermindert de pijn meestal. Bronnen:
|