Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
(Zie ook Overzicht voedingssupplementen.) Claims
Chroompicolinaat wordt gebruikt voor diabetes, hoog cholesterol en een hormonale aandoening waarbij vrouwen vergrote eierstokken met cysten hebben (polycysteus ovariumsyndroom of PCOS) en vele andere aandoeningen, maar er is geen goed wetenschappelijk bewijs om de meeste van deze toepassingen te ondersteunen. . Bewijs Hoewel chroomgebrek de insulinefunctie schaadt, is niet aangetoond dat suppletie mensen met diabetes helpt, behalve kleine veranderingen in de bloedsuikerspiegel. Er zijn aanwijzingen dat het kan helpen bij het afvallen, maar het effect is klein. Met name bleek uit een overzicht van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken met chroompicolinaat bij volwassenen met obesitas of overgewicht een kleine maar significante gewichtsafname; De onderzoekers verklaarden echter dat er geen algemeen bewijs was om het gebruik van chroom te ondersteunen. Er is ook geen bewijs dat chroompicolinaat de lichaamssamenstelling of het cholesterol- en triglyceridengehalte ten goede komt. Bijwerkingen Er zijn aanwijzingen dat chroom de chromosomen beschadigt en bijgevolg schadelijk kan zijn of mogelijk kanker kan veroorzaken. Het maximale veilige niveau van chroominname is niet bekend. Verschillende onderzoeken hebben echter aangetoond dat dagelijkse doses tot 1.000 microgram chroom veilig zijn. Interacties Gelijktijdig gebruik van chroom en levothyroxine kan de hoeveelheid levothyroxine die het lichaam absorbeert, verminderen. Daarom kan het nodig zijn de dosis schildkliervervangingstherapie aan te passen bij mensen die aanvullend chroom gebruiken. Aanbevelingen Hoewel chroomsupplementen meestal veilig zijn bij doses tot 1.000 microgram per dag, lijkt er weinig voordeel te zijn om het kleine risico op schadelijke bijwerkingen te compenseren. Chroomsupplementen mogen niet worden gebruikt door mensen met nier- of leveraandoeningen of door mensen met ijzertekort. Bronnen:
|