Diffuse axonale beschadiging meer verwonding en vergiftiging  

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Let op:  in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.

Wat is het?
Diffuus axonaal letsel is wijdverspreid letsel aan axonen, een deel van de zenuwcellen, in de hersenen dat kan ontstaan door hoofdletsel.

Zenuwimpulsen verlaten zenuwcellen via een deel van de zenuwcel dat axon wordt genoemd. Bij diffuus axonaal letsel zijn axonen in de hersenen beschadigd.

De gebruikelijke oorzaken van diffuus axonaal letsel zijn valpartijen en auto-ongelukken. Diffuus axonaal letsel kan optreden bij een abusief hoofdtrauma (shaken baby syndroom), waarbij gewelddadig schudden of gooien van een baby hersenletsel veroorzaakt. Als gevolg van diffuus axonaal letsel kunnen hersencellen afsterven, waardoor de hersenen opzwellen en de druk binnen de schedel (intracraniële druk) toeneemt. De verhoogde druk kan het letsel verergeren door de bloedtoevoer naar de hersenen te verminderen.

Diffuus axonaal letsel veroorzaakt meestal bewustzijnsverlies dat meer dan 6 en minder dan 8 uur duurt. Soms heeft de persoon andere symptomen van hersenletsel. Verhoogde druk binnen de schedel kan coma veroorzaken.

Computertomografie (CT-scan) toont meestal geen tekenen van een bloeding in de hersenen, dus wordt er meestal magnetische resonantie beeldvorming (MRI-scan) gedaan om diffuus axonaal letsel op te sporen.

De behandeling van diffuus axonaal letsel is vergelijkbaar met de behandeling van andere verwondingen aan het hoofd. Artsen zorgen er bijvoorbeeld voor dat de ademhaling en bloeddruk voldoende zijn en nemen maatregelen om te voorkomen dat de druk binnen de schedel te veel toeneemt.

Chirurgie helpt niet.

(Zie ook Overzicht van hoofdverwondingen.)

Typische structuur van een zenuwcel

Een zenuwcel (neuron) bestaat uit een groot cellichaam en zenuwvezels - een langgerekt verlengstuk (axon) voor het verzenden van impulsen en meestal veel takken (dendrieten) voor het ontvangen van impulsen. De impulsen van het axon gaan via een synaps (de verbinding tussen 2 zenuwcellen) naar de dendriet van een andere cel.

Elk groot axon is omgeven door oligodendrocyten in de hersenen en het ruggenmerg en door Schwann cellen in het perifere zenuwstelsel. De membranen van deze cellen bestaan uit een vet (lipoproteïne) dat myeline wordt genoemd. De membranen zitten strak om het axon heen en vormen een meerlagige schede. Deze myelineschede lijkt op isolatie, zoals rond een elektriciteitsdraad. Zenuwimpulsen reizen veel sneller in zenuwen met een myelineschede dan in zenuwen zonder myelineschede.


Bronnen:


  Einde van de pagina