Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Geboorteafwijkingen kunnen betrekking hebben op elk deel van elk orgaan in het lichaam, waaronder de volgende:
Sommige aangeboren afwijkingen komen vaker voor dan andere. Geboorteafwijkingen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij baby's in de Verenigde Staten, en sommige afwijkingen leiden tot de dood van de foetus, wat een miskraam of doodgeboorte veroorzaakt. Een aangeboren afwijking komt voor bij ongeveer 7,5% van alle kinderen op de leeftijd van 5 jaar, hoewel veel van deze afwijkingen klein zijn. Grote aangeboren afwijkingen komen voor bij ongeveer 3 tot 4% van de pasgeborenen. Verschillende aangeboren afwijkingen kunnen samen voorkomen bij hetzelfde kind. Oorzaak Sommige risico's zijn te vermijden. Andere doen zich voor, hoe strikt een zwangere vrouw zich ook houdt aan gezonde leefgewoonten. Veel aangeboren afwijkingen ontwikkelen zich voordat een vrouw weet dat ze zwanger is. Blootstelling aan schadelijke stoffen (teratogenen)
De meeste zwangere vrouwen die zijn blootgesteld aan teratogenen krijgen een pasgeborene zonder afwijkingen. Of er een geboorteafwijking optreedt, hangt af van wanneer, hoeveel en hoe lang de zwangere vrouw werd blootgesteld aan het teratogeen (zie Blootstellingen tijdens de zwangerschap). Blootstelling aan een teratogeen heeft meestal invloed op het foetale orgaan dat zich op het moment van blootstelling het snelst ontwikkelt. Blootstelling aan een teratogeen in de periode dat bepaalde delen van de hersenen zich ontwikkelen, heeft bijvoorbeeld meer kans om een afwijking in die gebieden te veroorzaken dan blootstelling voor of na deze kritieke periode. Voeding Obesitas bij de moeder verhoogt ook het risico op een neuraalbuisdefect. Genetische en chromosomale factoren Veel aangeboren afwijkingen worden echter veroorzaakt door nieuwe chromosoomafwijkingen of genmutaties die ontstaan in de bevruchte eicel en niet geërfd zijn van de ouders. Geboorteafwijkingen veroorzaakt door genetische factoren omvatten vaak meer dan alleen een duidelijke misvorming van een enkel lichaamsdeel. Infecties De infecties die het vaakst geboorteafwijkingen veroorzaken, zijn:
Een vrouw kan een van deze infecties hebben zonder het te weten, omdat sommige van deze infecties weinig of geen symptomen kunnen veroorzaken bij volwassenen. Diagnose
Vóór de geboorte
Deze vrouwen hebben mogelijk monitoring en speciale tests nodig om erachter te komen of hun baby zich normaal ontwikkelt. Geboorteafwijkingen worden steeds vaker gediagnosticeerd voordat de baby geboren is. Echografie van de foetus wordt vaak gedaan tijdens de zwangerschap. Magnetic resonance imaging (MRI) van de foetus kan ook worden gedaan als dat geïndiceerd is. Met deze beeldvormende onderzoeken kunnen vaak specifieke aangeboren afwijkingen worden opgespoord. Soms kan bloedonderzoek ook helpen. Een hoog alfafoetoproteïnegehalte in het bloed van de moeder kan bijvoorbeeld wijzen op een afwijking aan de hersenen, het ruggenmerg of bepaalde andere organen (zie Screening in het tweede trimester). Meer recentelijk gebruiken artsen een test die celvrije foetale DNA-analyse wordt genoemd. Bij deze test wordt een bloedmonster van een zwangere vrouw geanalyseerd om te bepalen of haar foetus bepaalde genetische afwijkingen heeft. Deze test is gebaseerd op het feit dat het bloed van de moeder een zeer kleine hoeveelheid DNA (genetisch materiaal) van de foetus bevat. Deze test wordt niet-invasieve prenatale screening (NIPS) genoemd. NIPS kan worden gebruikt om een verhoogd risico op trisomie 21 (downsyndroom), trisomie 13 of trisomie 18 en bepaalde andere chromosoomafwijkingen op te sporen. Artsen doen meestal verder onderzoek als er een verhoogd risico op een genafwijking wordt ontdekt. Een vruchtwaterpunctie (het verwijderen van vocht rond de foetus) of vlokkentest (het verwijderen van weefsel uit de zak rond de zich ontwikkelende foetus) kan helpen om een vermoedelijke diagnose te bevestigen. Op de monsters die tijdens deze procedures worden genomen, worden genetische tests uitgevoerd. Na de geboorte In de Verenigde Staten ondergaan de meeste pasgeborenen routinematig bloedonderzoek om een aantal stofwisselingsstoornissen en genetische afwijkingen op te sporen. Op basis van de resultaten van het lichamelijk onderzoek en de screeningstests kan beeldvormend onderzoek worden gedaan, zoals echografie, computertomografie (CT) en MRI (Magnetic Resonance Imaging). Behandeling
Abnormale chromosomen of genen kunnen niet worden gecorrigeerd. Chirurgie kan sommige aangeboren afwijkingen corrigeren of helpen. Medicijnen en chirurgie kunnen worden gebruikt om de symptomen van andere afwijkingen te bestrijden. Bronnen:
|