| Enkele oorzaken en kenmerken van persoonlijkheids- en gedragsveranderingen | 
  
    | Oorzaak | 
    
      Kenmerken 
      
        - kenmerken omvatten symptomen en resultaten van het onderzoek door de arts
 
        - genoemde kenmerken zijn typisch, maar niet altijd aanwezig
 
       
     | 
    Tests | 
  
    |  
   | Geestelijke stoornissen |  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - symptomen die optreden in episoden die enkele weken tot enkele maanden duren en die manie, depressie of beide omvatten:
 
              
                - episoden van manie:
 
                  
                    - opgetogenheid of prikkelbaarheid
 
                    - grootheidswaanzin (overdreven gevoel van superioriteit, macht, kennis of identiteit)
 
                    - spraakzaamheid
 
                    - toegenomen activiteit
 
                    - een verminderde behoefte aan slaap
 
                    - rennende gedachten, van het ene idee naar het andere springen
 
                    - soms hallucinaties of achtervolgingswanen
 
                   
                - episoden van depressie:
 
                  
                    - schuldig of waardeloos voelen
 
                    - verdriet, wanhoop en een pessimistische stemming
 
                    - verlies van interesse in typische genoegens
 
                    - gebrek aan energie
 
                    - te veel of moeilijk slapen
 
                    - gedachten aan de dood of zelfmoord
 
                   
               
           
       | 
      
          
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - episoden van depressie zoals beschreven bij bipolaire stoornis (zie hierboven) zonder een voorgeschiedenis van manie
 
           
       | 
      
          
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - meestal symptomen die zich langzaam ontwikkelen, in het begin met licht gedesorganiseerd denken en moeite met dagelijkse routines
 
           
          
            - latere symptomen:
 
              
                - wanen en/of hallucinaties
 
                - vaak desinteresse en gebrek aan emotie
 
                - toenemend ongeorganiseerd denken en gedrag
 
                - moeite met het onderhouden van relaties en werk
 
               
           
       | 
      
          
       | 
  
    |  
   | Drugs |  
  
      
          
            - gebruik van een drug, in het bijzonder:
 
              
           
       | 
      
          
          
            - bij langdurig gebruik van alcohol:
 
              
                - soms evenwichtsproblemen
 
                - trillende ogen
 
                - een abnormale manier van lopen
 
               
            - bij langdurig gebruik van amfetaminen:
 
              
            - bij kortdurend overmatig gebruik van amfetaminen of cocaïne:
 
              
                - een verhoogde hartslag
 
                - soms koorts
 
               
           
       | 
      
          
       | 
  
  
      
          
            - ontwenning van een drug, in het bijzonder:
 
              
                - alcohol
 
                - barbituraten
 
                - benzodiazepinen
 
               
           
       | 
      
          
       | 
      
          
       | 
  
  
      
          
            - bijwerkingen van een drug
 
           
       | 
      
          
          
            - drugs met anticholinerge effecten, zoals:
 
              
           
       | 
      
          
            - onderzoek door een arts
 
            - soms stoppen met het medicijn om te zien of het symptoom verdwijnt
 
           
       | 
  
    |  
   | Hersenaandoeningen |  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - langzaam voortschrijdende symptomen
 
            - verlies van kortetermijngeheugen, moeite om de juiste woorden te vinden en een slecht beoordelingsvermogen
 
            - moeite met dagelijkse activiteiten (zoals het opmaken van een chequeboekje of de weg vinden in de buurt)
 
            - meestal bij mensen ouder dan 60 jaar
 
           
       | 
      
          
            - onderzoek door een arts
 
            - vaak CT-scan, MRI-scan of PET-scan van de hersenen
 
            - gedetailleerd testen van het mentale functioneren met een reeks vragen en taken (neuropsychologisch onderzoek)
 
           
       | 
  
  
      | 
          herseninfecties zoals:
          
       | 
      
          
       | 
      
          
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - vergeetachtigheid en hoofdpijn
 
            - emotionele instabiliteit in de weken na een aanzienlijk hoofdletsel
 
           
       | 
      
          
            - CT-scan of MRI-scan van de hersenen
 
            - testen van IQ en executieve functies zoals het vermogen om te plannen en problemen op te lossen (neurocognitieve testen)
 
           
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
       | 
      
          
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
       | 
      
          
            - MRI-scan van de hersenen en het ruggenmerg
 
            - soms een ruggeprik
 
            - zenuwgeleidingsonderzoek (meten hoe snel zenuwen signalen doorgeven) en elektromyografie (spieren stimuleren en hun elektrische activiteit registreren)
 
           
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - trillen van de handen en vingers terwijl ze in rust zijn
 
	        - stijfheid en moeite met bewegen en evenwicht bewaren
 
	        - vertraagde spraak en beperkte gezichtsuitdrukkingen
 
	       
       | 
      
          
       | 
  
  
      
          
            - aanvalstoornissen (meestal complexe partiële aanvallen)
 
           
       | 
      
          
            - episoden van abnormaal gedrag
 
            - meestal verwardheid en staren
 
            - soms onwillekeurig kauwen, smakken van de lippen en doelloze bewegingen van de ledematen
 
            - meestal geen bewustzijnsverlies en geen algemeen schudden van het lichaam (convulsies)
 
            - soms hallucinaties van geur of smaak
 
          
       | 
      
          
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - symptomen die plotseling optreden
 
	        - meestal zwakte of verlamming aan één kant van het lichaam en onvastheid bij het lopen
 
	       
       | 
      
          
       | 
  
    |  
   | Lichaamsbrede (systemische) aandoeningen |  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - zwakte, zweten en verwardheid
 
            - bijna altijd bij mensen die diabetesmedicijnen gebruiken
 
           
       | 
      
          
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - zwelling van de benen, verlies van eetlust en misselijkheid
 
            - zwakte die zich meestal over meerdere weken ontwikkelt
 
           
       | 
      
          
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - gele kleur van de huid en/of het oogwit (geelzucht)
 
            - meestal zwelling van benen en/of buik
 
            - een roodpaarse uitslag van kleine puntjes (petechiën)
 
            - meestal bij mensen van wie al bekend is dat ze een leveraandoening hebben
 
           
       | 
      
          
            - bloedonderzoek om te beoordelen hoe goed de lever functioneert (levertests)
 
           
       | 
  
  
      | 
          
       | 
      
          
            - meestal pijnlijke, gezwollen gewrichten
 
            - vaak huiduitslag, vooral in het gezicht of op plaatsen die blootstaan aan zonlicht
 
            - soms hoofdpijn
 
           
       | 
      
          
       | 
  
  
      
          
            - shildklieraandoeningen, waaronder:
 
              
           
       | 
      
          
            - typisch bij hyperthyreoïdie: hartkloppingen, overmatig zweten, moeite met het verdragen van warmte, een verhoogde eetlust, gewichtsverlies, trillen en soms uitpuilende ogen
 
           
          
            - typisch bij hypothyreoïdie: Vermoeidheid, constipatie, moeite om kou te verdragen, verminderde eetlust, gewichtstoename, trage spraak, traagheid, een gezwollen gezicht, hangende oogleden, ruwe en dikke droge huid en verlies van wenkbrauwhaar
 
           
       | 
      
          
       | 
  
  
      
          
            - vitaminegebrek, zoals een tekort aan thiamine of vitamine B12
 
           
       | 
      
          
            - abnormaal gevoel in handen en voeten
 
            - andere symptomen, afhankelijk van welke vitamine een tekort vertoont
 
           
       | 
      
          
       |