| Vluchtige oplosmiddelen | meer speciale-onderwerpen |
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
|
Wat is het? Vluchtige oplosmiddelen zijn vloeistoffen die gemakkelijk verdampen tot een gas. Bij inademing kan het gas een staat van vergiftiging en langdurige zenuw- en orgaanschade veroorzaken. |
Vluchtige oplosmiddelen zitten in veel gewone huishoudelijke producten, zoals lijm, verf en schoonmaakmiddel. Kinderen en jongeren kunnen er dus gemakkelijk aan komen. In de Verenigde Staten heeft ongeveer 10% van de adolescenten oplosmiddelen ingeademd (zie ook Substance Use and Abuse in Adolescence).
Het product kan in een plastic zak worden gespoten en ingeademd (opzuigen, snuiven of snuiven), of een met het product doordrenkte doek kan naast de neus of in de mond worden gelegd (snuiven).
(Zie ook Drugsgebruik en misbruik).
|
Gebruikelijke producten die vluchtige oplosmiddelen bevatten:
|
Symptomen
Het inademen van het gas van vluchtige oplosmiddelen veroorzaakt onmiddellijke en soms langdurige symptomen.
Onmiddellijke effecten
Gebruikers van vluchtige oplosmiddelen raken snel bedwelmd. Ze kunnen duizelig, slaperig en verward worden. Hun spraak kan onduidelijk zijn. Ze kunnen moeite hebben met staan en lopen, wat kan resulteren in een onvaste tred. Gebruikers kunnen ook opgewonden, impulsief en prikkelbaar worden.
Later kunnen de perceptie en het realiteitsbesef vervormd raken, wat resulteert in illusies, hallucinaties en wanen. Gebruikers ervaren een euforische, dromerige high, met als hoogtepunt een korte periode van slaap. Ze kunnen gaan ijlen en verward raken, met stemmingswisselingen. Het denken en de coördinatie kunnen verstoord raken. De roes kan enkele minuten tot meer dan een uur duren.
Overdosis
Sommige vluchtige oplosmiddelen worden gemetaboliseerd tot giftige stoffen. Zo wordt methyleenchloride (dichloormethaan, een bestanddeel van sommige verfverwijderaars) in het lichaam omgezet in koolmonoxide, en inademing kan leiden tot koolmonoxidevergiftiging. Inademing van methanol (houtalcohol) leidt tot giftige bijproducten die verzuring van het bloed en oogproblemen veroorzaken.
De dood kan plotseling optreden, zelfs de eerste keer dat een van deze producten direct wordt ingeademd, omdat de ademhaling erg traag en oppervlakkig wordt of omdat het hartritme wordt verstoord (aritmie genoemd).
Effecten op lange termijn
Chronisch gebruik van of blootstelling aan oplosmiddelen (inclusief blootstelling op de werkplek) kan de hersenen, perifere zenuwen, het hart, de nieren, de lever en de longen ernstig beschadigen. Daarnaast kan het beenmerg beschadigd raken, waardoor de aanmaak van rode bloedcellen afneemt en bloedarmoede ontstaat, of kan leukemie optreden. De huid rond de mond en neus kan geïrriteerd raken (huffereczeem). Gebruik tijdens de zwangerschap kan leiden tot vroeggeboorte en foetaal solvent syndroom, dat symptomen veroorzaakt die lijken op die van het foetale alcoholsyndroom.
Ontwenning
Bij chronisch gebruik worden mensen enigszins tolerant voor de effecten van het oplosmiddel. Mensen kunnen psychologisch afhankelijk worden van oplosmiddelen, met een sterke drang om de oplosmiddelen te blijven gebruiken. Maar lichamelijke afhankelijkheid treedt niet op. Dat wil zeggen dat stoppen met de drug geen onaangename symptomen (ontwenningsverschijnselen) veroorzaakt.
Diagnose
- evaluatie door een arts
- geschiedenis van blootstelling aan oplosmiddelen
Artsen baseren de diagnose meestal op wat mensen of hun vrienden de arts vertellen. Routinetests op drugs kunnen vluchtige oplosmiddelen niet detecteren, hoewel, indien nodig, gespecialiseerde tests deze stoffen kunnen detecteren.
Behandeling
- orgaanschade behandelen
- drugstherapie
De behandeling van kinderen en jongeren die inhaleermiddelen gebruiken, bestaat uit het evalueren en behandelen van eventuele orgaanschade.
De genezingspercentages van inhaleermiddelengebruik behoren tot de laagste van alle stemmingsveranderende middelen. De behandeling van tieners die afhankelijk zijn van oplosmiddelen is moeilijk en terugval komt vaak voor. De meeste gebruikers stoppen echter tegen het einde van de adolescentie. Onderwijs en begeleiding om de geestelijke gezondheid en sociale vaardigheden te verbeteren en om sociologische problemen onder controle te houden, kunnen helpen.
Bronnen: