Inclusiecysten zijn de meest voorkomende cysten van de vulva. De vulva is het gebied dat de uitwendige genitale organen bevat. Insluitingscysten kunnen ook in de vagina ontstaan. Ze kunnen het gevolg zijn van verwondingen, zoals scheuren veroorzaakt tijdens de bevalling van een baby. Wanneer de vulva gewond is, kan weefsel van het oppervlak (epitheelweefsel) onder het oppervlak vast komen te zitten. Sommige inclusiecysten ontwikkelen zich vanzelf.
Epidermale cysten kunnen ontstaan wanneer de kanalen naar de talgklieren verstopt raken. De afscheiding van deze klieren hoopt zich dan op onder het huidoppervlak. Beide cysten worden uiteindelijk groter en raken soms geïnfecteerd. Geïnfecteerde cysten kunnen rood en gevoelig zijn en seksuele activiteit pijnlijk maken. Cysten die niet geïnfecteerd raken, veroorzaken meestal geen symptomen, maar soms wel irritatie. Ze zijn wit of geel en meestal minder dan 1 centimeter in diameter. Diagnose
Artsen kunnen cysten meestal zien of voelen tijdens een bekkenonderzoek. Behandeling
Als cysten symptomen veroorzaken, worden ze verwijderd. Als vrouwen maar één cyste hebben, wordt er een plaatselijk verdovingsmiddel ingespoten om de plek te verdoven. Als vrouwen meerdere cysten hebben, kunnen artsen een regionaal verdovingsmiddel gebruiken om een groter gebied te verdoven of een algeheel verdovingsmiddel om bewustzijnsverlies te veroorzaken. Bronnen:
|