(In 1948 vertrokken naar Nijverdal).

(Laatste jaren verpleegd in "Krönnenzommer").

(Bron Herman Gelmers, een kleinzoon van Hermannus. Nadat zijn vader voor de tweede keer trouwde werd Hermannus met zijn oudere broer Wicher ondergebracht bij grootmoeder van vaders kant (Geesje Schoelenberg) in Almelo. In 1896 als 17 jarige kon Herman in dienst komen bij de firma Dikkers in Hengelo, hij woonde daarvoor al bij Jan Speek, een broer van zijn vader die tuinman-koetsier was bij de heer Dikkers, villa 'de Belder', Enschedesestraat in Hengelo, directeur van de firma. De afstand Belder-fabriek werd dagelijks te voet afgelegd. Herman heeft bij Dikkers eerst het vak van houtdraaier geleerd en later metaaldraaier. Hij was een goed vakman, de baas was tevreden over hem en directeur Dikkers ook, want als uiting daarvan mocht hij wel eens achter op de koets staan waarin de heer Dikkers naar huis reed. Misschien was het daarom dat hij alles van koetsen en rijtuigen afwist. Hij heeft twee keer in zijn leven een verre reis gemaakt. In 1910 bezocht hij de wereldtentoonstelling in Brussel, hij was toen 30 jaar. Hij ging met de trein, met wie en hoe lang is onbekend. Het was voor die tijd een hele onderneming en hij kon er geweldig over vertellen. In de twintiger jaren ging weer naar België, nu bezocht hij voor de fabriek het dochterbedrijf SCAPI van Dikkers, dat in Vilvoorde stond vlak bij Brussel. Hij had zijn werkpak bij zich en heeft er gewerkt om ze voor te doen hoe het moest, zo ging het verhaal. Hij sprak ook veel over Amerika, een land waar veel Europeanen naar toe trokken in die tijd. Het is onbekend of hij serieuze emigratieplannen had, maar hij 'wol er geern wal is kieken'. Herman heeft 40 jaar bij Dikkers gewerkt en kreeg bij het jubileum, vlak voor zijn dood, een gouden horloge met inscriptie, een normaal gebruik in die tijd. Hij werd op 07-12-1936 's ochtends dood in bed gevonden door zijn vrouw.)
(Herman heeft gewoond: 1e Berfloeschweg 80 te Hengelo; Emmaweg 33 te Hengelo; Haaksbergerdijkdwarsweg 13 te Hengelo; Marskant 11 te Hengelo; Willemstraat 41 te Hengelo; tot 13 oktober 1903 te Lonneker; tot 8 augustus 1927 in de Van Lennepstraat 13 te Hengelo; van 8 augustus 1927 tot 18 mei 1934 in de Padvinderstraat 3 te Hengelo; van 18 mei 1934 tot 7 december 1936 in de Beekstraat 47 te Hengelo. Zijn vrouw heeft nooit aan de Mesdagstraat heeft gewoond. Ze heeft op wel acht of meer plaatsen gewond en de reden van al dat getrek is onbekend.).

(Één kind in dit huwelijk).

(Johanna heeft gewoond:
1e Berflooschweg 80, Hengelo.
Emmaweg 45 / 33, Hengelo.
Haaksbergerdijkdwarsweg 13, Hengelo.
Marskant 11, Hengelo.
Willemstraat 41, Hengelo.
tot 8 augustus 1927: Van Lennepstraat 13, Hengelo.
van 8 augustus 1927 tot 18 mei 1934: Padvinderstraat 3, Hengelo.
van 18 mei 1934 tot 29 december 1936: Beekstraat 47, Hengelo.
van 29 december 1936 tot 1 juli 1937: Mesdagstraat 46, Hengelo.
van 1 juli 1937 tot 1 februari 1939: Wilgenweg 4, Hengelo.
vanaf 1 februari 1939: Wilgenweg 10, Hengelo)
(In de Wilgenweg werd ze zodanig toenemend behoeftig dat moest worden omgezien naar een soort van verzorgingstehuis. Dat werd huize Avondrust aan de Deldenerstraat. Na een aantal jaren werd ze ernstiger dement en in huize Avondrust was vrijwel geen verpleging. De gemeentelijke dienst kwam er, nogal rigoureus, aan te pas en Hanna werd verplaatst naar Ermelo, wat een moeilijk te overbruggen afstand voor haar familie was. Met Kerstmis viel ze uit bed (demente patiënten legde je toen in bed) en brak haar heup. Dat werd toen, zeker bij demente bejaarden, niet geopereerd. Tien dagen later is ze overleden.).

(Marie heeft gewoond op: 1e Berfloeschweg 80 te Hengelo; Emmaweg 33 te Hengelo; Haaksbergerdijkdwarsweg 13 te Hengelo; Marskant 11 te Hengelo; Willemstraat 41 te Hengelo; tot augustus 1927 in de Van Lennepstraat 13 te Hengelo; van augustus 1927 tot 18 mei 1934 in de Padvinderstraat 3 te Hengelo; van 18 mei 1934 tot 29 december 1936 in de Beekstraat 47 te Hengelo; van 29 december 1936 tot 1 juli 1937 in de Mesdagstraat 46 te Hengelo; van 1 juli 1937 tot 1 februari 1939 in de Wilgenweg 4 te Hengelo; vanaf 1 februari 1939 in de Wilgenweg 10 te Hengelo).

(Oost ging op zijn zeventiende het huis uit. In de Watergraafsmeer (nu Amsterdam, toen gemeente Nieuwer Amstel) heeft hij zich als knecht bij een boer verhuurd. Hij moet groot van postuur zijn geweest en er ouder hebben uitgezien dan zeventien want hij loog de boer voor dat hij zijn militaire dienst al had vervuld, een voorwaarde om aangenomen te worden. In 1925 kwam hij van de gemeente Nieuwer Amstel naar Hengelo. Zijn twee jaar oudere broer Gelmer had zich er 14 dagen eerder gevestigd. Hij werd kostganger bij de familie Boesveld die aan de Twekkelerweg woonden. Die weg ligt in Hengelo, toen gemeente Lonneker, en huisnummer 107a bestaat nog steeds. Oost vond er werk bij Dikkers, maar werd in verband met een vechtpartij na korte tijd al weer ontslagen. Hij heeft toen in de bouw gewerkt o.a. aan het PTT gebouw aan de Enschedesestraat (dat inmiddels al weer is afgebroken). Daarna ging hij een tijdlang met het GOLS spoor (Gelders-Overijsselse Locale Spoorwegmaatschappij) naar Neede, waar hij werkte aan een nieuwe textiel fabriek, die de fabrikantenfamilie ter Weeme toen liet bouwen. In die tijd kende hij zijn toekomstige vrouw al, want hij was in de kost bij haar ouders. Weer later, in juli 1927, kreeg hij werk bij de KWF, de Koninklijke Weefgoederen Fabriek C.T. Stork & Co. Hij heeft er gewerkt tot 1949. Hij was los arbeider. Hij werkte 'op de plas', zoals dat heette en deed sjouw- en transportwerkzaamheden en verder van alles dat voorhanden kwam.)
(Oost en zijn vrouw Maria Maria gingen regelmatig op de fiets op bezoek bij hun oom en tante Evert Speek en Hendrikje Lamberts in Enschede. Ze vonden Evert wat eigenaardig en vreemd. Oost ging dan met Evert naar een voetbalwedstrijd van Sportclub Enschede kijken (dat speelde toen in de 1e klasse en daar kwamen roemruchte clubs op bezoek) en Maria bleef bij de familie. Dat contact is later verwaterd).

(Zijn geboorteplaats is Elten. In 1961 was dat nog Nederlands grondgebied).

(Bron: Dikker nieuws, 25 juni 1954, no. 25, 9e jaargang: Het was de gewoonte van de heer G.J.O.D. Dikkers, dat hij van zijn villa "De Belder", die gelegen was aan de Enschedesestraat, met een tilbury of koets, bespannen met één of twee paarden naar de fabriek kwam. Hij was een liefhebber van paarden en meermalen zat hij, niet zonder enige trots, op de "bok" van het rijtuig, met de koetsier Speek naast zich, om zelf het prachtige span paarden te leiden. Geregeld bracht hij dan 's morgens ook een paar bussen melk mee, afkomstig van de koeien van "De Belder", die dan door portier Nijhuis verdeeld moesten worden onder de werknemers, die dit het meest nodig hadden).

1.	m	Charles Johnny (John) [3326] (zie IX.158).
2.	m	Dick [3344]. . Geboren op 20-04-1934 te Hengelo (OV). Overleden op 12-04-1946 te Hengelo (OV) op 11-jarige leeftijd.