Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
De blaas wordt geleidelijk groter om een toenemend volume urine op te vangen. Als de blaas vol is, worden er zenuwsignalen naar de hersenen gestuurd om aan te geven dat je moet plassen. Als iemand urineert, opent de urinesfincter, die zich bij de blaasuitgang bevindt (waar de blaas en de urinebuis samenkomen), zich om de urine naar buiten te laten stromen. Tegelijkertijd trekt de blaaswand automatisch samen, waardoor er druk ontstaat die de urine door de urinebuis naar beneden duwt. Het vrijwillig aanspannen van de spieren van de buikwand helpt door extra druk toe te voegen. De uiteinden van de urineleiders in de blaaswand blijven tijdens het samentrekken van de blaas goed gesloten om te voorkomen dat de urine terugstroomt in de urineleiders naar de nieren. Bronnen:
|