|
Aplastische anemie |
meer bloed |
hypoplastische anemie; beenmergdepressie |
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Wat is het?
Aplastische anemie is een aandoening waarbij de cellen van het beenmerg die zich ontwikkelen tot rijpe bloedcellen beschadigd zijn,
wat leidt tot lage aantallen rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes.
Wanneer de beenmergcellen (stamcellen) die zich ontwikkelen tot rijpe bloedcellen en bloedplaatjes beschadigd of onderdrukt zijn, kan het beenmerg stoppen.
Dit falen van het beenmerg wordt aplastische anemie genoemd. Het beenmergfalen leidt tot te weinig rode bloedcellen,
te weinig witte bloedcellen (leukopenie)
en te weinig bloedplaatjes (trombocytopenie).
De term aplastische anemie wordt gebruikt om te verwijzen naar bloedarmoede die optreedt wanneer de productie van de meeste of alle soorten bloedcellen
onderdrukt wordt. Als alleen de productie van rode bloedcellen wordt onderdrukt, wordt de aandoening zuivere rode bloedcelanplasie genoemd.
|
|
Oorzaak
Als de oorzaak van aplastische anemie niet kan worden vastgesteld (idiopathische aplastische anemie),
is de oorzaak waarschijnlijk een auto-immuunziekte, waarbij het immuunsysteem beenmergstamcellen onderdrukt.
Andere oorzaken zijn:
- infectie met virussen zoals parvovirus, Epstein Barr virus en cytomegalovirus
- blootstelling aan straling
- gifstoffen (zoals benzeen)
- chemotherapiemedicijnen en andere geneesmiddelen (zoals chlooramfenicol)
- zwangerschap
- hepatitis
Symptomen
De symptomen van aplastische anemie ontwikkelen zich meestal langzaam in de loop van weken tot maanden.
De bloedarmoede veroorzaakt vermoeidheid, zwakte en bleekheid. De leukopenie
veroorzaakt een verhoogde vatbaarheid voor infecties. De trombocytopenie veroorzaakt gemakkelijk blauwe plekken en bloedingen.
Diagnose
Bloedonderzoek wordt gedaan bij mensen die symptomen van bloedarmoede hebben. Als uit het bloedonderzoek blijkt dat het aantal bloedcellen verminderd is,
wordt er een beenmergonderzoek gedaan.
Aplastische anemie wordt vastgesteld wanneer microscopisch onderzoek van een beenmergmonster (beenmergbiopsie) een sterke afname van beenmergcellen laat zien.
Diagnose
Mensen met ernstige aplastische anemie kunnen sterven tenzij ze onmiddellijk worden behandeld. Transfusies van rode bloedcellen, bloedplaatjes en stoffen
die groeifactoren worden genoemd, kunnen het aantal rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes tijdelijk verhogen.
Stamceltransplantatie is de gebruikelijke behandeling bij aplastische anemie omdat het de ziekte kan genezen, vooral bij jongere mensen die een gematchte stamceldonor hebben.
Als transplantatie niet mogelijk is, krijgen mensen antithymocytenglobuline en cyclosporine om het immuunsysteem te onderdrukken en de beenmergstamcellen te laten regenereren.
Bronnen:
|