Risicofactoren voor bijwerkingen van geneesmiddelen meer speciale-onderwerpen  

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Let op:  in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.

Wat is het?

Veel factoren kunnen de kans op een bijwerking (ongewenste effecten van een geneesmiddel of medicijn) vergroten. Deze omvatten:

  • erfelijke factoren
  • bepaalde reeds bestaande ziekten
  • gelijktijdig gebruik van verschillende medicijnen
  • zeer jonge of hoge leeftijd
  • zwangerschap
  • borstvoeding

Erfelijke factoren maken sommige mensen gevoeliger voor de toxische effecten van bepaalde geneesmiddelen (waaronder medicijnen). Er zijn verschillende genen geïdentificeerd die invloed hebben op hoe het lichaam reageert op medicijnen. Verschillen in bepaalde genen kunnen bijvoorbeeld het metabolisme van geneesmiddelen in de lever beïnvloeden, waardoor het niveau van geneesmiddelen kan stijgen en de kans op een bijwerking van geneesmiddelen toeneemt. Het testen op deze verschillen is echter complex en wordt nog niet routinematig gebruikt in de klinische praktijk.

Bepaalde reeds bestaande ziekten kunnen de absorptie, metabolisme en eliminatie van geneesmiddelen en de reactie van het lichaam op geneesmiddelen veranderen (zie Interacties tussen geneesmiddelen: Interacties tussen geneesmiddelen en ziekten), waardoor het risico op bijwerkingen van geneesmiddelen toeneemt.

Hoe interacties tussen lichaam en geest, zoals mentale houding, vooruitzicht, geloof in zichzelf en vertrouwen in zorgverleners, bijwerkingen van geneesmiddelen beïnvloeden, is nog grotendeels niet onderzocht.

   Gebruik van meerdere geneesmiddelen   
Het gebruik van meerdere geneesmiddelen, op recept of vrij verkrijgbaar, draagt bij aan het risico op bijwerkingen (zie Interacties tussen geneesmiddelen). Het aantal en de ernst van bijwerkingen nemen onevenredig toe naarmate het aantal ingenomen geneesmiddelen toeneemt. Het gebruik van alcohol, dat ook een geneesmiddel is, verhoogt ook het risico. Een arts of apotheker vragen om periodiek alle geneesmiddelen die iemand gebruikt te controleren en de juiste aanpassingen te doen, kan het risico op bijwerkingen verkleinen.

   Leeftijd   
Zuigelingen en zeer jonge kinderen lopen een hoog risico op bijwerkingen van geneesmiddelen omdat hun vermogen om geneesmiddelen te metaboliseren nog niet volledig ontwikkeld is. Pasgeborenen kunnen bijvoorbeeld het antibioticum chlooramfenicol niet metaboliseren en elimineren. Daarom wordt het niet vaak gebruikt. Pasgeborenen die dit medicijn krijgen, kunnen het grijzebabysyndroom ontwikkelen, een ernstige en vaak fatale reactie. Als tetracycline, een ander antibioticum, wordt gegeven aan baby's en jonge kinderen in de periode dat hun tanden worden gevormd (tot ongeveer de leeftijd van 8 jaar), kan het tandglazuur blijvend verkleuren. Kinderen jonger dan 18 jaar lopen het risico op het syndroom van Reye als ze aspirine krijgen terwijl ze griep of waterpokken hebben.

Oudere mensen lopen om verschillende redenen een groot risico op een bijwerking van een geneesmiddel (zie Veroudering en geneesmiddelen). Ze hebben waarschijnlijk veel gezondheidsproblemen en gebruiken daarom verschillende geneesmiddelen op recept en vrij verkrijgbare geneesmiddelen. Naarmate mensen ouder worden, is de lever ook minder goed in staat om veel geneesmiddelen te metaboliseren en zijn de nieren minder goed in staat om geneesmiddelen uit het lichaam te verwijderen, waardoor het risico op nierschade door een geneesmiddel en andere bijwerkingen toeneemt. Deze leeftijdgerelateerde problemen worden vaak verergerd door ondervoeding en uitdroging, die vaker voorkomen naarmate mensen ouder worden.

Oudere mensen zijn ook gevoeliger voor de effecten van veel medicijnen. Oudere mensen hebben bijvoorbeeld meer kans op licht gevoel in het hoofd, verlies van eetlust, depressie, verwardheid en verminderde coördinatie, waardoor ze het risico lopen om te vallen en een bot te breken. Medicijnen die deze reacties kunnen veroorzaken, zijn onder andere veel antihistaminica, slaapmiddelen, angstremmers, antihypertensiva en antidepressiva (zie de tabel Sommige medicijnen kunnen met name problemen veroorzaken bij ouderen).

   Zwangerschap en borstvoeding   
Veel geneesmiddelen en medicatie - bijvoorbeeld bloeddrukverlagende middelen zoals angiotensine-converterend-enzym (ACE)-remmers en angiotensine-II-receptorblokkers (ARB's)- vormen een risico voor de gezondheid en de normale ontwikkeling van een foetus. Voor zover mogelijk moeten zwangere vrouwen geen geneesmiddelen gebruiken, vooral niet tijdens het eerste trimester (zie tabel Sommige geneesmiddelen die problemen kunnen veroorzaken tijdens de zwangerschap). Voor sommige medicijnen, waaronder ACE-remmers en ARB's, neemt het risico echter toe tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap. Voor het gebruik van geneesmiddelen op recept, vrij verkrijgbare geneesmiddelen en voedingssupplementen (inclusief geneeskrachtige kruiden) tijdens de zwangerschap is toezicht van een arts vereist. Sociale drugs (alcohol en nicotine) en illegale drugs (cocaïne en opioïden zoals heroïne) vormen ook een risico voor de zwangerschap en de foetus en moeten daarom worden vermeden.

Medicijnen en medicinale kruiden kunnen via de moedermelk worden overgedragen op een zuigeling (zie Gebruik van drugs tijdens de borstvoeding). Sommige medicijnen mogen niet worden ingenomen door vrouwen die borstvoeding geven, terwijl andere medicijnen wel mogen worden ingenomen, maar alleen onder toezicht van een arts. Sommige geneesmiddelen zijn meestal niet schadelijk voor zuigelingen die borstvoeding krijgen. Vrouwen die borstvoeding geven, moeten echter een arts raadplegen voordat ze drugs gebruiken. Sociale en illegale drugs kunnen schadelijk zijn voor zuigelingen die borstvoeding geven.


Bronnen:


  Einde van de pagina