Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Kleine hoeveelheden eiwit die in de urine worden uitgescheiden (proteínurie) of bloed dat in de urine wordt uitgescheiden (bloed in de urine) worden soms ontdekt bij mensen zonder symptomen wanneer er routinematig urineonderzoek wordt gedaan. De aanwezigheid van klonten rode bloedcellen (rode bloedcelafgietsels) of abnormaal gevormde rode bloedcellen is voor artsen een aanwijzing dat het bloed in de urine afkomstig is van glomeruli. Gegoten en proteínurie kunnen aanwezig zijn omdat de persoon herstellende is van een recente, niet gediagnosticeerde episode van nierontsteking (nefritis). Als deze situatie waarschijnlijk lijkt, hoeft een arts de persoon de komende weken of maanden alleen opnieuw te controleren om er zeker van te zijn dat de afwijkingen verdwijnen. Als de rode bloedcellen (vooral afgietsels) en proteínurie aanhouden, is de oorzaak meestal een van 3 aandoeningen:
Bij dunne-keldermembraanziekte komen rode bloedcellen in de urine voor, maar de uitscheiding van kleinere hoeveelheden eiwit dan bij IgA-nefropathie of Alport-syndroom en mogelijk geen uitscheiding van rode bloedcelafgietsels. Deze aandoening heeft een mild en niet-progressief verloop. De diagnose kan meestal worden gesteld met een nierbiopsie. Er wordt echter zelden een nierbiopsie gedaan omdat de kans op het vinden van een behandelbare ziekte erg klein is. Artsen raden mensen met asymptomatische proteínurie en hematurie meestal aan om een of twee keer per jaar een lichamelijk onderzoek en urineonderzoek te ondergaan. Aanvullende onderzoeken worden gedaan als de hoeveelheid proteíne of bloed veel toeneemt, of als er symptomen optreden die wijzen op de ontwikkeling van een specifieke ziekte. De meeste mensen met het asymptomatische proteínurie- en hematuriesyndroom verergeren niet en de aandoening kan voor onbepaalde tijd aanhouden. Bronnen:
|