Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Wat doet het immuunsysteem?
Om zijn werk te kunnen doen, moet je immuunsysteem kunnen vertellen wat er wel en niet in je lichaam thuishoort. Op die manier weet het welke dingen het moet bestrijden en welke het met rust moet laten. Een antigeen is iets dat niet in je lichaam thuishoort. Het lokt dus een reactie van je immuunsysteem uit. Antigenen kunnen chemische stoffen zijn die zich aan de buitenkant of binnenkant van ziektekiemen of kankercellen bevinden. Antigenen kunnen ook op zichzelf bestaan, bijvoorbeeld als voedselmoleculen of pollen. Je immuunsysteem weet al hoe het sommige antigenen moet herkennen. Het moet leren om andere antigenen te herkennen. Wat zijn de belangrijkste onderdelen van het immuunsysteem?
Witte bloedcellen (leukocyten) reizen door je bloed om ziektekiemen en andere problemen te vinden en te bestrijden. Als ze eenmaal een antigeen hebben bestreden en vernietigd, kunnen ze het meestal onthouden. Als je witte bloedcellen dat bepaalde antigeen kunnen onthouden, zullen ze het de volgende keer dat het in je lichaam verschijnt sneller bestrijden. Antilichamen zijn chemische stoffen die bepaalde witte bloedcellen maken. Antilichamen zweven door de bloedbaan om antigenen te vinden en aan te vallen. Je hebt veel verschillende antilichamen. Elk antilichaam kan maar één specifiek antigeen aanvallen. Je witte bloedcellen leren elke keer dat ze je moeten verdedigen tegen een nieuw antigeen nieuwe antilichamen te maken. Je lichaam onthoudt echter lange tijd hoe het deze antilichamen moet maken. Het lymfestelsel is een netwerk van bloedvaten. Deze vaten voeren overtollig vocht uit je weefsels af, samen met dode ziektekiemen en dode cellen uit je lichaam. De vloeistof wordt lymfe genoemd. Lymfe gaat door verzamelpunten ter grootte van een erwt die lymfeknopen worden genoemd. De lymfeklieren filteren de dode kiemen en cellen. Als je een infectie hebt, kunnen lymfeklieren in de buurt opzwellen. Een keelinfectie kan bijvoorbeeld de lymfeklieren in je nek doen opzwellen. Mensen noemen dit "opgezwollen klieren", maar lymfeklieren zijn eigenlijk geen klieren. Organen die deel uitmaken van je immuunsysteem zijn onder andere je beenmerg, thymusklier, milt, amandelen en blindedarm. Je beenmerg en thymus maken witte bloedcellen. Je milt, amandelen en blindedarm vangen ziektekiemen en andere antigenen op en dienen als een plek voor cellen van je immuunsysteem om sterker te worden. Welke problemen kan het immuunsysteem hebben? Soms werkt je immuunsysteem niet zoals het zou moeten. Wanneer dit gebeurt, kan dit problemen veroorzaken zoals:
Bronnen:
|