De ziekte van Legg-Calvé-Perthes is een osteochondrose, een groep van aandoeningen van de groeischijf van botten die optreden wanneer het kind snel groeit. Artsen weten niet zeker wat de oorzaak van osteochondrose is (idiopatisch), maar de aandoeningen lijken in families voor te komen. De ziekte van Osgood-Schlatter, de botziekte van Köhler en de ziekte van Scheuermann zijn andere osteochondroses. De ziekte van Legg-Calvé-Perthes ontwikkelt zich het vaakst bij jongens tussen 5 en 10 jaar. De ziekte tast meestal slechts één been aan. Ongeveer 10% van de kinderen heeft een familielid met de ziekte. De ziekte wordt veroorzaakt door een slechte bloedtoevoer naar de bovenste groeischijf van het dijbeen (femur) in de buurt van het heupgewricht. Door de slechte bloedtoevoer sterft het uiteinde van het dijbeen af en stort in (avasculaire necrose of osteonecrose). De reden voor de slechte bloedtoevoer bij de ziekte van Legg-Calvé-Perthes is niet bekend. Ook andere problemen kunnen de bloedtoevoer naar de groeiplaten onderbreken. Dergelijke problemen zijn onder meer sikkelcelziekte en het gebruik van corticosteroïden. Schade aan de heup door deze en andere bekende oorzaken wordt echter niet als de ziekte van Legg-Calvé-Perthes beschouwd. Symptomen Diagnose
De diagnose van de ziekte van Legg-Calvé-Perthes wordt bevestigd door röntgenfoto's. Een magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) wordt gemaakt als de röntgenfoto's normaal zijn of als de arts meer informatie nodig heeft over de ernst van de aandoening. Op latere röntgenfoto's kunnen veranderingen rond de groeischijf te zien zijn, zoals een breuk of vernietiging van het bot. Artsen maken röntgenfoto's van het skelet van het kind als de aandoening in de familie voorkomt of als beide benen van het kind zijn aangedaan. Deze röntgenfoto's worden gemaakt om erfelijke aandoeningen van het skelet uit te sluiten. Bloedonderzoek wordt gedaan om andere aandoeningen uit te sluiten. Artsen proberen vast te stellen of de symptomen het gevolg zijn van een verwonding. Prognose Behandeling
De behandeling van de ziekte van Legg-Calvé-Perthes omvat langdurige bedrust en immobilisatie van de heup (bijvoorbeeld met een gipsverband of spalk). De keuze van de behandeling hangt af van de leeftijd van het kind en de mate van botbeschadiging. Soms is de gedeeltelijke immobilisatie door bedrust voldoende. Soms is echter een bijna volledige immobilisatie nodig met behulp van tractie, mitella's, gipsverband of spalken gedurende 12 tot 18 maanden. Dergelijke behandelingen houden de benen naar buiten gedraaid. Fysiotherapie wordt gebruikt om te voorkomen dat de spieren verkrampen en wegkwijnen. Als een kind ouder is dan 6 jaar en matige of ernstige botafbraak heeft, kan een operatie zinvol zijn. Zelfs zonder behandeling wordt de ziekte van Legg-Calvé-Perthes meestal beter, maar het duurt langer, meestal 2 tot 3 jaar, en er is een verhoogd risico op het ontstaan van heupartritis op latere leeftijd. Behandeling met bisfosfonaten (geneesmiddelen die de botdichtheid helpen vergroten) is effectief gebleken, maar er zijn meer studies nodig. Bronnen:
|