Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Een naaldbiopsie van het borstvlies (pleurale biopsie) kan worden gedaan als een thoracentese de oorzaak van een pleurale effusie (een vochtophoping in de ruimte tussen de twee lagen van het borstvlies) niet aan het licht brengt. Eerst wordt de huid gereinigd en verdoofd zoals bij een thoracentese. Vervolgens neemt een arts met een snijdende naald een klein stukje weefsel van het borstvlies en stuurt dit naar een laboratorium om te worden onderzocht op tekenen van aandoeningen, zoals kanker of tuberculose. In ongeveer 80 tot 90% van de gevallen is een pleurabiopsie nauwkeurig voor het diagnosticeren van tuberculose, maar het is minder nauwkeurig voor het diagnosticeren van kanker en andere aandoeningen. Een naaldbiopsie van de long kan worden gedaan als er een weefselmonster van een longtumor moet worden verkregen. Na verdoving van de huid leidt een arts, vaak met behulp van computertomografie (CT-scan) van de borstkas, navigerende bronchoscopie of ultrasonografie, een biopsienaald in een tumor en verkrijgt cellen of een klein stukje weefsel dat voor analyse naar het laboratorium wordt gestuurd. Als een longinfectie wordt vermoed, kan het weefsel ook worden opgestuurd voor een kweek (een procedure waarbij een weefselmonster in een bakje met voedingsstoffen wordt geplaatst en het bakje wordt geobserveerd om bacteriegroei op te sporen). De complicaties van pleurale en longbiopsies zijn vergelijkbaar met die van thoracentese, hoewel bloeding en pneumothorax vaker voorkomen bij biopsies dan bij thoracentese. Zie ook Anamnese en lichamelijk onderzoek bij longaandoeningen en Overzicht van het ademhalingsstelsel. Bronnen:
|