Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
(Zie ook Overzicht van fracturen.) Veel voorkomende handwortelbeenfracturen zijn scaphoïdfracturen en fracturen van de hamaathaak (zie Veel voorkomende handletsels), die meestal als polsfracturen worden beschouwd. Om de handen normaal te laten functioneren, moeten veel spieren, pezen, ligamenten en botten samenwerken. Schijnbaar kleine fracturen kunnen de zachte weefsels ernstig verwonden. Als deze verwondingen niet op de juiste manier worden behandeld, kunnen gewrichten stijf, zwak of blijvend vervormd raken, waardoor mensen ernstig gehandicapt raken. Diagnose
(Zie ook Diagnose van fracturen.) Als mensen denken dat ze hun hand hebben gebroken, moeten ze naar een arts gaan. Soms kunnen artsen een handfractuur vaststellen door de hand te onderzoeken. Voor het onderzoek kan er een plaatselijke verdoving in het gebied worden geïnjecteerd. Anders kan het onderzoek te pijnlijk zijn. Meestal zijn röntgenfoto's nodig. Soms is computertomografie (CT-scan) of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI-scan) nodig om een breuk vast te stellen. Behandeling
Als een handfractuur niet wordt behandeld, blijft de hand vaak misvormd en functioneert mogelijk niet normaal. Daarom manipuleren artsen de hand om de botten terug te brengen in hun normale positie (reductie) en immobiliseren ze de hand zodat deze normaal kan genezen. Afhankelijk van de locatie en de ernst van de breuk kan een verband, spalk of gips worden gebruikt. Soms is een operatie nodig als de botten niet op hun plaats zitten of als een gewricht instabiel is. Er wordt zo snel mogelijk begonnen met handoefeningen om functieverlies te voorkomen.
Bronnen:
|