Overzicht van bindweefselaandoeningen bij kinderen meer kinderen  

 Meer: Bindweefselaandoeningen bij kinderen:
  Overzicht van bindweefselaandoeningen bij kinderen    Chondromalacia patallae    Cutis laxa    Ehlers-Danlos, syndroom van    Infrapatellaire tendinitis (springersknie)    Marfan, syndroom van    Nagel-Patellasyndroom    Osteochondrodysplasieën    Osteogenesis Imperfecta    Pseudoxanthoma Elasticum 

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Let op:  in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.

Wat is het?
Bindweefsel is het taaie, vaak vezelige weefsel dat de structuren van het lichaam samenbindt en steun en elasticiteit biedt. Spieren, botten, kraakbeen, ligamenten en pezen zijn grotendeels opgebouwd uit bindweefsel. Bindweefsel is ook aanwezig in andere delen van het lichaam, zoals de huid en inwendige organen. De eigenschappen van bindweefsel en de celtypen die het bevat variëren, afhankelijk van waar het zich in het lichaam bevindt. Bindweefsel is sterk en daardoor in staat om gewicht en spanning te dragen.

Er zijn meer dan 200 aandoeningen waarbij bindweefsel betrokken is. Specifieke aandoeningen die hier worden besproken zijn:

  • chondromalacia patellae
  • cutis laxa
  • Ehlers-Danlos syndromen
  • infrapatellaire tendinitis
  • Marfan syndroom
  • nagel-patellasyndroom
  • osteochondrodysplasieën
  • osteogenesis imperfecta
  • pseudoxanthoma elasticum

Sommige van deze aandoeningen hebben geen duidelijke oorzaak en sommige zijn erfelijk. Bepaalde erfelijke aandoeningen zorgen ervoor dat het bindweefsel in het hele lichaam zich abnormaal vormt. Over het algemeen ontwikkelen erfelijke bindweefselaandoeningen zich in de kindertijd, maar ze blijven het hele leven bestaan.

   Diagnose   

  • evaluatie door een arts
  • röntgenfoto's
  • biopsie
  • analyse van genen

De meeste erfelijke bindweefselaandoeningen worden gediagnosticeerd op basis van de symptomen en bevindingen tijdens een lichamelijk onderzoek.

Röntgenfoto's kunnen botafwijkingen onthullen die geassocieerd kunnen worden met een bindweefselaandoening.

Een biopsie (het verwijderen van een weefselmonster voor onderzoek onder een microscoop) kan ook helpen. Het weefsel wordt meestal verwijderd met een plaatselijke verdoving, die het gebied verdooft.

Analyse van genen, meestal uit een bloedmonster, kan artsen helpen bij de diagnose van sommige erfelijke aandoeningen.


Bronnen:


  Einde van de pagina