Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Ledemaatprothesen zijn exoskeletaal of endoskeletaal. Exoskeletale prothesen hebben een hard plastic of metalen omhulsel in de vorm van het ledemaat. Ze zijn permanent bevestigd en niet verstelbaar. Exoskeletale prothesen zijn duurzamer en kunnen de voorkeur genieten van mensen die fysieke arbeid verrichten of in ruwe omgevingen komen die de prothese zouden kunnen beschadigen. Endoskeletale prothesen hebben een centrale binnenste skeletstructuur en zijn verstelbaar, maar minder duurzaam. Het endoskeletale systeem is vaak bedekt met een zacht materiaal in de vorm van het ledemaat en een synthetische huid. (Zie ook Overzicht van protheses voor ledematen). Prothesen voor de bovenste ledematen De menselijke hand is complex. Vaak zijn er twee verschillende prothesen nodig voor een optimale functie voor algemene dagelijkse activiteiten en voor specifieke activiteiten. Algemene soorten prothesen voor de bovenste ledematen
Passieve prothesen helpen bij evenwicht, stabilisatie van voorwerpen (zoals papier vasthouden bij het schrijven) en recreatieve/beroepsmatige activiteiten. Ze zien eruit als een natuurlijk ledemaat en zijn het lichtst en goedkoopst, maar ze bieden geen actieve hand- en gewrichtsbeweging. Prothesen die door het lichaam worden aangedreven komen het vaakst voor, omdat ze meestal goedkoper en duurzamer zijn en minder onderhoud vergen. Een riemkabelsysteem houdt de prothese vast en gebruikt de beweging van het schouderblad en de bovenarm van de persoon om de haak, de hand en/of het ellebooggewricht te bedienen. Sommige systemen gebruiken de tegenovergestelde arm om een bepaalde functie te activeren; het ene uiteinde van een band omsluit de tegenovergestelde arm bij de oksel en het andere uiteinde is verbonden met een kabel die het eindapparaat bedient (haak, hand of speciaal apparaat voor een bepaalde functie). Mensen die fysieke arbeid verrichten, geven meestal de voorkeur aan dit type. Extern aangedreven myo-elektrische prothesen bieden actieve hand- en gewrichtsbeweging zonder dat schouder- of lichaamsbeweging nodig is. Sensoren en andere inputs gebruiken spierbewegingen van het restledemaat of bovenlichaam om elektrisch aangedreven actuators aan te sturen die een grotere grijpkracht leveren dan lichaamaangedreven prothesen. Hybride prothesen worden meestal gebruikt voor amputaties van de bovenste ledematen op een hoger niveau. Ze combineren specifieke kenmerken van lichaamskracht en myo-elektrische kracht. Een elleboog met lichaamskracht kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met een extern aangedreven hand of eindapparaat. Activiteitenspecifieke prothesen zijn voor mensen die deelnemen aan activiteiten die het restledemaat of de alledaagse prothese zouden kunnen beschadigen, of wanneer de alledaagse prothese niet effectief zou functioneren. Deze prothesen omvatten vaak een speciale ontwerpinterface, koker, ophangsysteem en eindapparaat. Activiteitspecifieke eindapparaten kunnen de persoon in staat stellen een hamer en ander gereedschap, een golfclub of honkbalknuppel vast te pakken of een honkbalhandschoen vast te houden. Andere helpen bij verschillende specifieke activiteiten (bijvoorbeeld zwemmen of vissen). Deze prothesen kunnen passief zijn of bestuurd worden door de persoon met de amputatie. Prothesen voor de onderste ledematen De meeste prothesen voor de onderste ledematen zijn endoskeletaal omdat ze verstelbaar zijn. Er zijn 3 algemene soorten prothesen voor de onderste ledematen:
Prothese enkel- en voetsystemen kunnen een hydraulisch systeem hebben dat de stootkrachten dempt. Sommige passen zich automatisch aan veranderingen in loopsnelheid aan. Microprocessorgestuurde enkel/voet-systemen regelen de functie in realtime op basis van input van de gebruiker en/of omgevingsfactoren. Sommige zijn passieve mechanismen; andere zorgen voor actieve voortstuwing, waardoor er veel minder energie nodig is om te lopen. Axiale of horizontale rotatie die verloren is gegaan door amputaties boven de enkel kan worden vervangen door een endoskeletale torsie-eenheid; deze functie is vooral nuttig in situaties waarin het ledemaat moet draaien terwijl het gewicht draagt, zoals bij golfen. Mensen die graag schoenen met verschillende hakhoogtes dragen (soms sneakers of platte schoenen en soms cowboylaarzen of hoge hakken) kunnen kiezen voor een enkelprothese die zich aanpast aan verschillende hoogtes. Prothesekniesystemen omvatten passieve, door het lichaam aangedreven systemen met een enkel- of meerassig gewricht. Microprocessorgestuurde kniesystemen verminderen de inspanning die mensen moeten leveren tijdens het lopen en bieden een grotere veiligheid en stabiliteitscontrole van de protheseknie waardoor het risico op vallen afneemt. Sportspecifieke prothesevoet- en kniesystemen helpen mensen om het hoogste niveau van fysieke prestaties te bereiken. Sommige systemen zijn effectief voor meerdere sporten en recreatieve activiteiten. Andere zijn ontworpen voor specifieke evenementen (zoals sprinten, langeafstandlopen, skiën of zwemmen). Hardlopen is een grotere uitdaging voor mensen met amputaties boven de knie dan voor mensen met amputaties onder de knie. Koker en ophanging zijn kritischer voor atleten. Bronnen:
|