Hepatopulmonaal syndroom meer longen en luchtwegen

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Wat is het?
Het hepatopulmonair syndroom is een laag zuurstofgehalte in het bloed dat wordt veroorzaakt door verwijding (verwijding) van de kleine slagaders van de longen bij mensen met een leverziekte.

Bij het hepatopulmonair syndroom ontstaan drie afwijkingen die een laag zuurstofgehalte in het bloed veroorzaken:

  • er is microscopische verwijding van slagaders en aders in de longen. Door de verwijding stroomt er meer bloed door de longen dan er voldoende zuurstof door de longen kan worden opgenomen.
  • het bloed stroomt sneller door de longen dan normaal, waardoor het bloed minder tijd heeft om voldoende zuurstof te krijgen.
  • er ontstaan abnormale verbindingen tussen slagaders die zuurstofrijk bloed vervoeren en aders die zuurstofarm bloed vervoeren, zodat het bloed in de slagaders die bloed naar het lichaam vervoeren een mengsel is van zuurstofrijk en zuurstofarm bloed. Dat mengsel heeft een lager zuurstofgehalte dan normaal.

Mensen hebben kortademigheid die vaak erger is als ze rechtop zitten en afneemt als ze gaan liggen. Het zuurstofgehalte in het bloed neemt ook af als de persoon rechtop gaat zitten. De meeste mensen hebben ook symptomen van chronische leverziekte, zoals kleine rode of bruine vlekjes op de huid (spin angiomen).

Diagnose   

Artsen vermoeden het hepatopulmonaal syndroom bij mensen met een leverziekte die kortademigheid ontwikkelen. Als het hepatopulmonaal syndroom wordt vermoed, meten artsen de hoeveelheid zuurstof in het bloed met een sensor die op een vinger wordt geplaatst (pulsoximetrie). Soms nemen artsen ook een bloedmonster nadat de persoon kamerlucht heeft ingeademd en opnieuw nadat de persoon zuurstof heeft ingeademd en meten ze het zuurstofgehalte in de monsters.

Tests die kunnen helpen bij het vaststellen van de diagnose zijn onder andere een soort echocardiografie waarbij een oplossing intraveneus wordt geïnjecteerd (contrast-echocardiografie) en een nucleaire longscan. De belletjes in de oplossing die voor het echocardiogram wordt gebruikt en de radioactieve stof die voor de nucleaire scan wordt geïnjecteerd, gaan sneller door de longen vanwege de abnormale verbindingen tussen kleine slagaders en aders in de longen.

Behandeling   

De belangrijkste behandeling voor hepatopulmonaal syndroom is aanvullende zuurstof. Het hepatopulmonaal syndroom kan afnemen na levertransplantatie of als de onderliggende leverziekte afneemt.


Bronnen:

Laatste wijziging: 25 september 2024

  Einde van de pagina