Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Bij het hepatopulmonair syndroom ontstaan drie afwijkingen die een laag zuurstofgehalte in het bloed veroorzaken:
Mensen hebben kortademigheid die vaak erger is als ze rechtop zitten en afneemt als ze gaan liggen. Het zuurstofgehalte in het bloed neemt ook af als de persoon rechtop gaat zitten. De meeste mensen hebben ook symptomen van chronische leverziekte, zoals kleine rode of bruine vlekjes op de huid (spin angiomen). Diagnose
Artsen vermoeden het hepatopulmonaal syndroom bij mensen met een leverziekte die kortademigheid ontwikkelen. Als het hepatopulmonaal syndroom wordt vermoed, meten artsen de hoeveelheid zuurstof in het bloed met een sensor die op een vinger wordt geplaatst (pulsoximetrie). Soms nemen artsen ook een bloedmonster nadat de persoon kamerlucht heeft ingeademd en opnieuw nadat de persoon zuurstof heeft ingeademd en meten ze het zuurstofgehalte in de monsters. Tests die kunnen helpen bij het vaststellen van de diagnose zijn onder andere een soort echocardiografie waarbij een oplossing intraveneus wordt geïnjecteerd (contrast-echocardiografie) en een nucleaire longscan. De belletjes in de oplossing die voor het echocardiogram wordt gebruikt en de radioactieve stof die voor de nucleaire scan wordt geïnjecteerd, gaan sneller door de longen vanwege de abnormale verbindingen tussen kleine slagaders en aders in de longen. Behandeling De belangrijkste behandeling voor hepatopulmonaal syndroom is aanvullende zuurstof. Het hepatopulmonaal syndroom kan afnemen na levertransplantatie of als de onderliggende leverziekte afneemt. Bronnen:
|