Verschil hersenkneuzing - hersenschudding Kneuzingen kunnen worden veroorzaakt door de plotselinge snelle beweging (versnelling) van de hersenen tegen de schedel na een schok - zoals bij een krachtige klap op het hoofd - of door het plotseling stoppen (vertraging) dat optreedt wanneer een bewegend hoofd een onbeweeglijk voorwerp raakt (zoals wanneer iemands hoofd het dashboard of het stuur raakt bij een frontale botsing met een motorvoertuig). De hersenen kunnen worden beschadigd op het punt van de botsing en aan de andere kant wanneer ze de binnenkant van de schedel raken. Kneuzingen kunnen in de uren en dagen na het letsel groter worden, waardoor de hersenfunctie verslechtert. Hersenwonden ontstaan wanneer een voorwerp of een stuk bot de schedel binnendringt (waardoor een schedelbreuk ontstaat) en het hersenweefsel scheurt. Kneuzingen en wonden kunnen een bloeding of zwelling in de hersenen veroorzaken. Confusies en wonden kunnen zeer klein zijn en slechts minimale schade aan de hersenen veroorzaken, met weinig symptomen of symptomen van licht hoofdletsel. Als het letsel echter groot is of als de zwelling of bloeding als gevolg van een klein letsel ernstig is, kunnen mensen symptomen van ernstig hoofdletsel hebben. Zo zijn mensen vaak korte tijd (zoals enkele minuten of minder) of langer bewusteloos. Als ze wakker zijn, zijn mensen vaak slaperig, verward, rusteloos of geagiteerd. Ze kunnen ook braken, aanvallen of een verstoord evenwicht of coördinatie hebben. Het vermogen om te denken, emoties te beheersen, te bewegen, te voelen, te spreken, te zien, te horen, te ruiken en te onthouden kan worden aangetast. Een ernstiger letsel veroorzaakt zwelling in de hersenen, waardoor het hersenweefsel verder beschadigd raakt. Hernieling van de hersenen kan het gevolg zijn, soms leidend tot coma. Artsen maken een computertomografie (CT-scan) om een kneuzing of scheuring vast te stellen. Bij kleine bloedingen en zwellingen in de hersenen worden mensen in het ziekenhuis opgenomen en geobserveerd, meestal maximaal een week. Bij ernstige bloedingen behandelen artsen hen alsof ze een ernstig hoofdletsel hebben. Vaak worden mensen opgenomen op een intensive care afdeling. Artsen houden de bloeddruk en het zuurstof- en kooldioxidegehalte in het bloed op peil. Om mensen te helpen ademen, kunnen artsen hen extra zuurstof geven via een gezichtsmasker of een ademslang via de mond in de luchtpijp brengen en hen mechanisch beademen. Pijn wordt zo nodig behandeld. Het kan nodig zijn mensen te verdoven omdat te veel spieractiviteit de druk in de hersenen kan verhogen en de hersenfunctie verder kan aantasten. Koorts wordt behandeld. Bij aanvallen worden anti-epileptica gegeven. Om de druk in de hersenen te meten, kunnen artsen een drukmeter in de schedel implanteren of een katheter in een van de interne ruimtes (ventrikels) in de hersenen inbrengen. Als een bloeding leidt tot een hernia, moet het bloed mogelijk operatief worden verwijderd om compressie van de hersenen te voorkomen. Als bij het verwijderen van het bloed echter ook hersenweefsel wordt verwijderd, kan de hersenfunctie uiteindelijk worden aangetast. Bronnen:
|