Postprandiale hypotensie komt voor bij een derde van de oudere mensen, maar vrijwel nooit bij jongere mensen. Het komt vaker voor bij mensen met een hoge bloeddruk of met aandoeningen die de hersencentra aantasten die het autonome zenuwstelsel (dat de interne lichaamsprocessen regelt) aansturen. Voorbeelden van dergelijke aandoeningen zijn de ziekte van Parkinson, meervoudige systeematrofie en diabetes. Oorzaak Symptomen Behandeling
Mensen met symptomen van postprandiale hypotensie mogen geen antihypertensiva innemen vóór de maaltijd en moeten gaan liggen na de maaltijd. Het innemen van een kleinere dosis van de antihypertensiva en het vaker eten van kleine, koolhydraatarme maaltijden kan helpen de effecten van deze aandoening te verminderen. Voor sommige mensen helpt wandelen na de maaltijd de bloedstroom te verbeteren, maar de bloeddruk kan dalen wanneer zij stoppen met wandelen. Het innemen van bepaalde medicijnen vóór de maaltijd kan helpen. Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) zorgen er bijvoorbeeld voor dat zout wordt vastgehouden, waardoor het bloedvolume toeneemt. Cafeïne veroorzaakt vernauwing van de bloedvaten. Cafeïne moet alleen voor het ontbijt worden ingenomen, zodat de slaap niet wordt beïnvloed en de persoon niet tolerant wordt voor de effecten van cafeïne. Voor mensen met ernstige symptomen die niet reageren op andere maatregelen en die in het ziekenhuis liggen, kunnen injecties met het geneesmiddel octreotide helpen door de hoeveelheid bloed die naar de darm stroomt te verminderen. Bronnen:
|