Ziekte van Parkinson meer hersenen, ruggenmerg en zenuwstelsel  

Let op  Meerdere ziekten hebben dezelfde verschijnselen als de 'ziekte van Parkinson'
Dat heet parkinsonisme, soms ook 'Parkinson syndroom' genoemd.
Omdat, ook na het nodige onderzoek, lang niet altijd duidelijk is of het gaat om de 'ziekte van Parkinson' of het 'Parkinson syndroom', worden soms in het wat slordige jargon van de dagelijkse praktijk deze termen dan ook min of meer door elkaar gebruikt.

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version. Aangevuld met de onderstaande bronnen.    Lees meer over de Merck Manuals.

Wat is het?
De ziekte van Parkinson is een hersenaandoening waardoor je langzaam de controle over je bewegingen verliest. De ziekte begint meestal op latere leeftijd. Het kan leiden tot trillen (tremoren), stijve spieren, langzame bewegingen en problemen met je evenwicht. Bij veel mensen veroorzaakt het ook denkproblemen of dementie (het geheugen en leervermogen worden na verloop van tijd slechter).

De ziekte van Parkinson is vernoemd naar de Engelse arts James Parkinson die de ziekte in 1817 beschreef. De verschijnselen beginnen nogal eens aan één kant van het lichaam (hemiparkinsonisme), en dat kan lange tijd zo blijven. De ziekte wordt gerekend tot de degeneratieve ziekten van het zenuwstelsel, waarbij zenuwcellen geleidelijk aan beschadigd raken en hun structuur verliezen, wat gepaard gaat met functieverlies.

  • de ziekte van Parkinson ontstaat door schade aan het deel van de hersenen dat de basale ganglia wordt genoemd en dat helpt bij het regelen van beweging en evenwicht
  • het meest voorkomende symptoom is meestal tremor (schudden van een lichaamsdeel dat je niet onder controle hebt)
  • er bestaat geen genezing voor de ziekte van Parkinson, maar behandelingen kunnen helpen de symptomen onder controle te houden
  • 1 op de 100 mensen ouder dan 65 en ongeveer 1 op de 10 mensen ouder dan 80 heeft de ziekte van Parkinson

Oorzaak   
Wanneer je een spier beweegt, gaat het signaal door de basale ganglia in je hersenen. De basale ganglia maakt een stof aan die dopamine heet. Dopamine zorgt voor soepele bewegingen. Dopamine speelt een belangrijke rol bij de prikkeloverdracht tussen de cellen. De ziekte van Parkinson beschadigt de basale ganglia waardoor deze minder dopamine aanmaakt. Zonder voldoende dopamine kunnen je bewegingen traag, schokkerig of stijf zijn.

Artsen weten niet zeker waardoor de ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt. Het komt vaak in families voor, dus er is waarschijnlijk een genetische oorzaak.

Andere hersenziekten en bepaalde geneesmiddelen veroorzaken soms symptomen die lijken op de ziekte van Parkinson (parkinsonisme).

Prodromale symptomen   
Voordat de ziekte zich manifesteert, is er al gedurende maanden of zelfs jaren, sprake van weinig specifieke, zogenaamde prodromale verschijnselen:

  • vage klachten over vermoeidheid en 'lam gevoel' in de extremiteiten
  • vaak wordt de patiënt een tobber met gevoelens van neerslachtigheid en soms ontstaat er een depressief syndroom
  • bij velen is de reuk gestoord

Symptomen   
De eerste verschijnselen zijn subtiel (één van de armen zwaait minder/niet mee bij lopen, klein en kriebelig schrijven). De voor Parkinson bekende 'tremor' (beven) kan (in het begin) afwezig zijn. Geleidelijk aan worden bewegingen steeds moeilijker. De snelheid waarmee de ziekte voortschrijdt verschilt van patiënt tot patiënt. De verschijnselen beginnen nogal eens aan één kant van het lichaam (hemiparkinsonisme), en dat kan lange tijd zo blijven.

  • de eerste symptomen zijn:
    • schudden (trillen) van je vingers en handen ('pillendraaien', 'geldtellen)' wanneer je spieren ontspannen en in rust zijn - dit is het meest voorkomende eerste symptoom; de tremor treedt op met een frequentie van 5 à 6 per seconde
    • de tremor is ook aan het hoofd (onderkaak) en aan de benen te zien
    • problemen met bewegen - je bewegingen zijn langzaam en komen moeilijk op gang
    • minder reukvermogen
  • motorisch, kernverschijnselen
    • stijfheid van ledematen
    • bewegingsarmoede
    • trillen bij rust
    • verstoorde houding (voorovergebogen)
    • problemen met je evenwicht en met lopen, staan of zitten
    • problemen met knipperen of slikken
    • zacht, stotterend spreken
  • verdere motorische verschijnselen
    • klein en kriebelig schrijven
    • uitdrukkingsloos gezicht, 'maskergelaat'
    • moeilijk slikken en spreken door speekselvloed
    • verminderde opvangreflexen en balans
    • moeite om van beweging te veranderen (starten)
    • afwijkend looppatroon, neiging om steeds sneller te gaan lopen met kleine pasjes, de kenmerkende 'Parkinson shuffle', 'Parkinsonian gait' (wiki)
    • fijnere bewegingen gaan steeds moeilijker en langzamer (bv. schoenveters strikken, knoopjes van het overhemd vastmaken)
    • monotone, langzame, zachte en hoge stem
  • autonoom zenuwstelsel
  • psychisch
  • zintuigelijk
    • reukstoornissen (al voor er andere verschijnselen zijn)
    • minder goed zien in schemer
    • dubbel zien bij dichtbij kijken

Diagnose   
Artsen stellen de diagnose Parkinson op basis van:

  • uw symptomen en een lichamelijk onderzoek
  • onderzoek zoals CT-scan (Computed Tomography) of MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging)
  • met een bepaald type scan kan zichtbaar worden gemaakt dat er een tekort aan dopamine bestaat, maar dat onderzoek behoort niet tot de routine

CT of MRI kan de arts helpen om te zien of een andere hersenaandoening de oorzaak is van de klachten.

Hoewel de verschijnselen bij de ziekte van Parkinson op den duur zo karakteristiek zijn dat de diagnose zonder veel moeite 'op het oog' kan worden gesteld, kunnen de eerste symptomen van patiënt tot patiënt nogal verschillen. Als regel geldt dat in het begin van de ziekte tenminste twee van de volgende vier symptomen aanwezig moeten zijn:

  • bewegingsarmoede en traagheid
  • rigiditeit
  • (rust)tremor
  • stoornissen in de houding

Behandeling   
Er is geen definitieve behandeling voor de ziekte van Parkinson.

Artsen behandelen je met:

  • fysiotherapie en ergotherapie
  • medicijnen, zoals levodopa en carbidopa
    • dopamine zelf kan niet in de hersenen doordringen en daarom wordt levodopa (L-dopa) voorgeschreven als voorloperstof (precursor) gegeven, die wel in de hersenen doordringt en daar wordt omgezet in dopamine. Levodopa wordt, om bijwerkingen buiten de hersenen tegen te gaan, altijd gecombineerd met een stof die de omzetting in dopamine buiten de hersenen afremt (een 'perifere decarboxylaseremmer'; carbidopa of benserazide)
  • met dopamineagonisten kan de werking van dopamine kan worden nagebootst , waardoor is minder dopamine (in de vorm van levodopa) nodig is en de bijwerkingen geringer zijn. Medicamenten daartoe zijn sifrol en requip
  • door de afbraak van dopamine in de hersenen te remmen neemt de effectieve hoeveelheid dopamine in de hersenen toe en wordt het dopamine effect versterkt (zgn. dopamineafbraakremmers)
    Dit kan op twee manieren:
    • door de zogenaamde MAO-B-remmers (waaronder selegiline en rasageline)
    • door de zogenaamde COMT-remmers. (waaronder entacapone en tolcapone)
  • soms een operatie waarbij kleine elektroden in de hersenen worden geplaatst om de basale ganglia te stimuleren (een operatie die diepe hersenstimulatie wordt genoemd)

Fysiotherapie en ergotherapie kunnen je helpen om te bewegen en zo onafhankelijk mogelijk te zijn bij je dagelijkse activiteiten en bij het lopen.

Medicijnen zoals levodopa en carbidopa kunnen het bewegen vergemakkelijken en je in staat stellen om vele jaren effectief te functioneren.

Artsen overwegen diepe hersenstimulatie alleen te doen als je ernstige symptomen hebt en medicijnen niet helpen. Voor diepe hersenstimulatie brengt je arts een dunne draad door een kleine opening in je schedel en vervolgens in het probleemgebied in je hersenen. Het andere uiteinde van de draad gaat onder je huid door en wordt aangesloten op een batterijpack onder je sleutelbeen. Het apparaatje stuurt elektrische signalen naar de probleemgebieden in je hersenen.

Enkele eenvoudige maatregelen kunnen ook helpen:

  • blijf zoveel mogelijk dagelijkse activiteiten doen
  • wees actief volgens een regelmatig schema
  • vereenvoudig dagelijkse taken - laat bijvoorbeeld knopen op uw kleding vervangen door klittenband of koop schoenen met klittenband
  • gebruik hulpmiddelen zoals ritstrekkers en knopenhaken
  • verwijder tapijten om struikelen te voorkomen
  • installeer steungrepen in badkamers en leuningen in gangen om vallen te voorkomen

Beloop - Prognose   
Vitale functies als ademhaling, bloeddruk, pols en temperatuur vallen bij de ziekte van Parkinson niet uit. Dus Parkinson op zich is geen doodsoorzaak. Een veel voorkomend fataal neveneffect is pneumonie (longontsteking).

Bij medicamenteuze behandeling.   Na enkele jaren gebruik van levodopa ontstaan er bij bijna alle patiënten motorische complicaties. Het begint met een wisselend effect van de medicatie (responsfluctuaties), meestal in de vorm van stijfheid en traagheid, maar ook wel overbewegelijkheid. Geleidelijk aan wordt dit erger en ontstaan er perioden van een snel intredende verstijving (‘off-periode’), afgewisseld met een toestand van bewegingsonrust (‘on-periode‘). Een andere motorische reactie is het optreden van onrustige, schoksgewijs optredende bewegingen, die de patiënt niet kan tegengaan. Men spreekt van dyskinesieën: plotselinge, rukkende bewegingen (chorea) of langzame draaibe­wegingen (athetose). Na ongeveer tien jaar blijkt het aanvankelijke therapeutische resultaat van levodopa terug te lopen. Het lijkt of een dosis sneller is uitgewerkt en minder effectief is. Dit staat bekend als ‘wearing-off’.
In een gevorderd stadium, dat meestal na (ruim) tien jaar medicamenteuze behandeling wordt bereikt, raken de medicijnen onvoldoende werkzaam, of zijn de bijwerkingen te groot. In dat geval kunnen bijzondere behandelingen worden overwogen, waaronder apomorfine toediening via een pompsysteem.

Bij chirurgische behandeling.   Wanneer de medicamenteuze behandeling tekort gaat schieten, dan kan een neurochirurgische behandeling worden overwogen, die bestaat uit zo geheten diepe hersenstimulatie (DBS, deep brain stimulation). Daarbij wordt een elektrode in de (diepere delen van de) hersenen geplaatst en verbonden met een elektrische stimulator (een soort pacemaker met batterij), die onder de huid ter hoogte van het sleutelbeen wordt geplaatst. Vervolgens wordt de stimulatie geprogrammeerd; het kan enkele maanden in beslag nemen alvorens een optimaal effect is bereikt.

Verzorger en levenseinde   
Je zult uiteindelijk hulp nodig hebben bij normale dagelijkse activiteiten, zoals:

  • eten
  • in bad gaan
  • aankleden
  • de badkamer gebruiken

Het kan heel nuttig zijn voor verzorgers om meer te weten te komen over de ziekte van Parkinson en manieren om je te helpen. Zorg verlenen is vermoeiend en stressvol en veel zorgverleners vinden steungroepen nuttig.

De meeste mensen met de ziekte van Parkinson zijn niet meer in staat om basistaken uit te voeren en veel mensen (ongeveer 1 op de 3) krijgen dementie. Voordat dit gebeurt, kan het helpen om een richtlijn op te stellen. Een richtlijn is een schriftelijk plan om je dierbaren en artsen te laten weten welke medische zorg je wilt tegen het einde van je leven.


Bronnen:

Laatste wijziging: 31 juli 2023

  Einde van de pagina