De geslachtsdrift (libido) varieert sterk bij mannen en kan tijdelijk afnemen door aandoeningen als vermoeidheid of angst. Het libido heeft ook de neiging geleidelijk af te nemen naarmate een man ouder wordt. Een aanhoudend laag libido kan voor een koppel pijnlijk zijn. Soms kan een laag libido een levenslang probleem zijn dat het gevolg is van traumatische seksuele ervaringen in de kindertijd of van aangeleerde onderdrukking van seksuele gedachten. Meestal ontwikkelt een laag libido zich echter na jaren van normaal seksueel verlangen. Psychologische factoren, zoals depressie, angst en relatieproblemen, zijn vaak de oorzaak. Chronische nierziekte kan het libido verlagen. Sommige medicijnen (zoals die voor de behandeling van depressie, angst of gevorderde prostaatkanker) kunnen de testosteronspiegel in het bloed verlagen en ook het libido verlagen. Wanneer het libido daalt, hebben mannen minder seksuele gedachten en fantasieën en minder interesse in seks, en gaan ze minder vaak over tot seksuele activiteit. Zelfs seksuele stimulatie, door beelden, woorden of aanrakingen, kan geen interesse opwekken. Mannen met een laag libido behouden vaak het vermogen om seksueel actief te zijn en kunnen soms seksuele activiteiten blijven ontplooien om hun partner te bevredigen. Met een bloedtest kan het testosterongehalte in het bloed worden gemeten. De diagnose van een laag testosterongehalte (hypogonadisme genoemd) is gebaseerd op zowel de beschrijving van de symptomen door de man als op zijn lage testosterongehalte in het bloed. Behandeling
Als de oorzaak psychologisch is, kunnen verschillende psychologische therapieën, waaronder gedragstherapieën, helpen. Counseling kan het koppel helpen om relatieproblemen aan te pakken. Mannen moeten ook de rol van stress begrijpen en de invloed ervan op de lichamelijke functie. Als het testosterongehalte laag is, kan aanvullend testosteron worden toegediend, in de vorm van een patch of gel die op de huid wordt aangebracht of als injectie. Vroeger werd gedacht dat dergelijke behandelingen het risico van een hartaanval of beroerte licht konden verhogen. De meeste studies hebben deze bevindingen echter niet bevestigd. Supplementair testosteron wordt niet aanbevolen, tenzij de testosteronspiegel in het bloed van een man laag is. Als een geneesmiddel de oorzaak van de lage testosteronspiegel lijkt te zijn, kan een arts overwegen de man met een ander geneesmiddel te behandelen. Bronnen:
|