Normale puberteit Het begin van de puberteit vindt plaats wanneer de hypothalamus (het gebied in de hersenen dat de hypofyse controleert) een chemisch signaal begint af te scheiden dat gonadotropine-releasing hormoon wordt genoemd. De hypofyse reageert op dit signaal door hormonen af te geven die gonadotrofinen worden genoemd (luteïniserend hormoon en follikelstimulerend hormoon), die de groei van de geslachtsklieren stimuleren (de testikels bij jongens en de eierstokken bij meisjes). Deze geslachtsklieren scheiden geslachtshormonen af, zoals testosteron of oestrogeen, die de puberteit veroorzaken. Bij jongens zijn de eerste tekenen van de puberteit de vergroting van de testikels en het scrotum, gevolgd door het langer worden van de penis. Schaamhaar en okselhaar verschijnen vervolgens. Bij jongens begint de puberteit meestal tussen 9 en 14 jaar. Bij meisjes is de eerste verandering in de puberteit meestal het begin van de borstontwikkeling (borstknoping). Kort daarna beginnen schaam- en okselhaar te groeien. Bij meisjes begint de puberteit meestal tussen 8 en 13 jaar. Mijlpalen in de seksuele ontwikkeling bij meisjes en jongens Voor meisjes begint de puberteit rond de leeftijd van 8 tot 13 jaar en duurt ongeveer 4 jaar. Bij jongens begint de puberteit rond de leeftijd van 9 tot 14 jaar en duurt ongeveer 4 tot 6 jaar. Bij beide geslachten begint de bijnier rond de puberteit ook hormonen af te scheiden die leiden tot het ontstaan van schaam- en okselhaar. Deze bijnierhormonen worden door andere chemische signalen gestuurd dan de andere puberteitshormonen. In de Verenigde Staten lijkt de puberteit eerder op te treden dan in het verleden, vooral bij meisjes. Bovendien ontwikkelt de borst zich steeds vaker op jongere leeftijd, een trend die samenhangt met de obesitas-epidemie, omdat een hogere body mass index (BMI) gepaard gaat met een vroegere borstontwikkeling. Bij meisjes wordt het tijdstip van de puberteit ook beïnvloed door ras en etniciteit. De puberteit begint eerder bij negroïde en Latijns-Amerikaanse meisjes dan bij blanke meisjes. Vroegtijdige puberteit
De oorzaken en symptomen verschillen per type Dit type vroegtijdige puberteit komt over het algemeen vaker voor en komt 5 tot 10 keer vaker voor bij meisjes. Bij dit type wordt de puberteit veroorzaakt door het vroegtijdig vrijkomen van bepaalde geslachtshormonen (gonadotrofinen) uit de hypofyse. Deze hormonen zorgen ervoor dat de eierstokken of testikels (de geslachtsklieren) rijpen en groter worden. Eenmaal volgroeid beginnen de geslachtsklieren andere geslachtshormonen af te scheiden, zoals oestrogeen of testosteron, waardoor de puberteit begint. De lichamelijke veranderingen zijn typisch die van de normale puberteit voor een kind van dat geslacht, behalve dat ze op jongere leeftijd beginnen. Jongens vertonen vergroting van de testikels, verlenging van de penis en ontwikkeling van gezichts-, oksel- en schaamhaar en krijgen een mannelijk uiterlijk. Meisjes ontwikkelen borsten en schaam- en okselhaar en kunnen gaan menstrueren. Bij beide geslachten is er een groeispurt die leidt tot een snelle lengtegroei. In tegenstelling tot de normale puberteit eindigt de snelle lengtegroei bij vroegtijdige puberteit echter vroeg, zodat kinderen als volwassene korter zijn dan verwacht. Artsen vinden meestal geen oorzaak voor de vroege hormoonafgifte, vooral bij meisjes, maar soms wordt die veroorzaakt door een tumor of een andere afwijking in de hersenen, meestal in de hypofyse of de hypothalamus (het deel van de hersenen dat de hypofyse aanstuurt). Neurofibromatose (een aandoening waarbij veel vlezige uitgroeisels van zenuwweefsel onder de huid en in andere delen van het lichaam groeien) en enkele andere zeldzame aandoeningen zijn ook in verband gebracht met centrale vroegtijdige puberteit. Ernstige, onbehandelde hypothyreoïdie kan centrale vroegtijdige puberteit veroorzaken. Soms wordt centrale vroegtijdige puberteit uitgelokt door het gebruik van behandelingen voor bepaalde aandoeningen (zoals chirurgie, bestraling of chemotherapie voor de behandeling van kanker). Kinderen die familieleden hebben met centrale vroegtijdige puberteit lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van de aandoening. Perifere vroegtijdige puberteit Deze vorm van vroegtijdige puberteit komt veel minder vaak voor. Bij perifere vroegtijdige puberteit wordt de afgifte van oestrogeen of testosteron (en testosteron-achtige hormonen, androgenen genoemd) niet gestimuleerd door gonadotropines uit de hypofyse. In plaats daarvan worden hoge niveaus van androgenen of oestrogenen geproduceerd door een tumor of een andere afwijking in de bijnier of in een onvolgroeide testis of eierstok. Deze hormonen zorgen er niet voor dat de testikels of eierstokken zelf rijpen, maar triggeren wel de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken. Omdat jongens en meisjes met perifere vroegtijdige puberteit elk oestrogeen of androgeen kunnen produceren, hangen de lichamelijke veranderingen van de puberteit eerder af van het geproduceerde hormoon dan van het geslacht van het kind. Zo resulteren tumoren en afwijkingen die oestrogeen produceren in groei van borstweefsel bij jongens en meisjes, terwijl die welke androgenen produceren resulteren in groei van schaam- en okselhaar, volwassen lichaamsgeur en acne bij jongens en meisjes en, bij jongens, vergroting van de penis (maar niet van de testikels). Onvolledige puberteit Sommige kinderen ontwikkelen te vroeg slechts enkele tekenen van de puberteit. Zij hebben meestal een vroegtijdige borstontwikkeling (thelarche) of vroegtijdige ontwikkeling van schaamhaar (adrenarche) zonder de andere veranderingen van de puberteit, zoals groei van de testikels of eierstokken, menstruatie of een groeispurt. Bij sommige meisjes ontwikkelen zich in de eerste twee levensjaren borsten, maar zij hebben geen verhoogde hormoonspiegel. Kinderen met vroege schaamhaarontwikkeling (meestal tussen 6 en 8 jaar) hebben vaak een volwassen lichaamsgeur en acne. De veranderingen verlopen langzaam. Deze vroege lichamelijke veranderingen worden niet veroorzaakt door een stoornis, en slechts enkele kinderen ontwikkelen een echte vroegtijdige puberteit. De vroege ontwikkeling van schaamhaar ontstaat doordat de bijnier meer androgenen produceert. De niveaus van gonadotrogenen en oestrogenen zijn echter niet verhoogd bij een vroegtijdige ontwikkeling van schaamhaar. Diagnose
Wanneer een kind tekenen van vroegtijdige, snel voortschrijdende of ontregelde puberteit vertoont, maken artsen een röntgenfoto van de hand en de pols om de botrijpheid in te schatten (een röntgenfoto van de botleeftijd genoemd). Als uit de röntgenfoto's blijkt dat de botten van een kind er rijper uitzien dan voor een kind van die leeftijd gebruikelijk is, is meestal een vollediger onderzoek nodig. Er wordt bloedonderzoek gedaan om de hormoonspiegels te bepalen. Bij centrale vroegtijdige puberteit kunnen artsen MRI-scan van de hersenen maken om na te gaan of er tumoren van de hypothalamus of hypofyse zijn. Artsen kunnen genetisch onderzoek doen bij kinderen met familieleden die centrale vroegtijdige puberteit hebben. Bij perifere vroegtijdige puberteit kunnen artsen echografie van het bekken en de bijnieren doen om te controleren op eierstok- of bijniertumoren. Behandeling
Behandeling van vroegtijdige puberteit is meestal niet nodig bij kinderen die alleen vroegtijdige schaam- en okselhaargroei hebben, maar regelmatig opnieuw onderzoek is nodig om na te gaan of zich later vroegtijdige puberteit ontwikkelt. Kinderen bij wie de borstontwikkeling vóór de leeftijd van 2 jaar is begonnen, worden geëvalueerd als de borstgroei na de leeftijd van 2 jaar aanhoudt. Het behandelen van een aanwijsbare oorzaak van vroegtijdige puberteit, zoals het verwijderen van een tumor of cyste, kan de voortgang van de puberteit stoppen. Als er geen behandelbare oorzaak voor vroegtijdige puberteit wordt gevonden, kunnen medicijnen de voortgang van de puberteit vertragen. De beslissing om medicijnen te geven hangt af van veel factoren, waaronder de leeftijd van het kind, hoe snel de puberteit vordert, hoe snel het kind groeit en hoe lang de artsen denken dat het kind zal worden. Het doel van medicamenteuze behandeling is een kind de kans te geven uit te groeien tot een normale volwassen lengte en de angst weg te nemen die het kind voelt omdat het zich eerder ontwikkelt dan zijn leeftijdgenoten. Tot de behandelingsmogelijkheden behoren synthetische hormooninjecties die de productie van geslachtshormonen stoppen. De injecties worden maandelijks, om de 3 maanden of om de 6 maanden gegeven. De hormonen kunnen ook worden toegediend via een implantaat dat elke 12 maanden onder de huid wordt ingebracht. Perifere vroegtijdige puberteit kan worden gestopt met medicijnen die de werking van de geslachtshormonen blokkeren. Bronnen:
|