Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals. Meestal kan een arts bepalen of iemand een spijsverteringsstoornis heeft op basis van de medische voorgeschiedenis en een lichamelijk onderzoek. De arts kan dan de juiste procedures selecteren die helpen bij het bevestigen van de diagnose, het bepalen van de omvang en ernst van de aandoening en het plannen van de behandeling. Medische voorgeschiedenis Lichamelijk onderzoek Er wordt vaak een stethoscoop op de buik geplaatst, waarmee de arts luistert naar geluiden die normaal gepaard gaan met de beweging van materiaal door de darmen en naar eventuele abnormale geluiden. De arts voelt of er een gevoeligheid is en of er abnormale massa's of vergrote organen zijn. Pijn die wordt veroorzaakt door lichte druk op de buik en die toeneemt wanneer de druk wordt weggenomen (rebound tenderness) kan wijzen op een ontsteking en soms infectie van de bekleding van de buikholte (peritonitis). Als de persoon bepaalde symptomen heeft, kunnen de anus en het rectum met een gehandschoende vinger worden onderzocht en soms wordt een klein monster van de ontlasting getest op verborgen (occult) bloed (zie Occult bloedonderzoek in de ontlasting). Bij vrouwen helpt een bekkenonderzoek vaak om spijsverteringsproblemen te onderscheiden van gynaecologische problemen. Psychologische evaluatie Bronnen:
|