Anamnese en lichamelijk onderzoek bij spijsverteringsstoornissen meer spijsvertering  

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Meestal kan een arts bepalen of iemand een spijsverteringsstoornis heeft op basis van de medische voorgeschiedenis en een lichamelijk onderzoek. De arts kan dan de juiste procedures selecteren die helpen bij het bevestigen van de diagnose, het bepalen van de omvang en ernst van de aandoening en het plannen van de behandeling.

   Medische voorgeschiedenis   
Een arts identificeert symptomen door een gesprek met een persoon om hun medische geschiedenis te verkrijgen en specifieke vragen te stellen om aanvullende informatie te verkrijgen. Als de arts bijvoorbeeld praat met iemand die buikpijn heeft, kan hij eerst vragen: “Hoe is de pijn?”. Deze vraag kan gevolgd worden door vragen als: “Wordt de pijn beter als u eet?” of “Wordt de pijn erger als u beweegt?”.

   Lichamelijk onderzoek   
Eerst bekijkt de arts de buik vanuit verschillende hoeken, op zoek naar zwelling (zwelling) van de buikwand die gepaard kan gaan met abnormale groei of vergroting van een orgaan.

Er wordt vaak een stethoscoop op de buik geplaatst, waarmee de arts luistert naar geluiden die normaal gepaard gaan met de beweging van materiaal door de darmen en naar eventuele abnormale geluiden.

De arts voelt of er een gevoeligheid is en of er abnormale massa's of vergrote organen zijn. Pijn die wordt veroorzaakt door lichte druk op de buik en die toeneemt wanneer de druk wordt weggenomen (rebound tenderness) kan wijzen op een ontsteking en soms infectie van de bekleding van de buikholte (peritonitis).

Als de persoon bepaalde symptomen heeft, kunnen de anus en het rectum met een gehandschoende vinger worden onderzocht en soms wordt een klein monster van de ontlasting getest op verborgen (occult) bloed (zie Occult bloedonderzoek in de ontlasting).

Bij vrouwen helpt een bekkenonderzoek vaak om spijsverteringsproblemen te onderscheiden van gynaecologische problemen.

   Psychologische evaluatie   
Omdat het spijsverteringsstelsel en de hersenen zeer interactief zijn (zie Geest-lichaam interacties), is een psychologische evaluatie soms nodig bij de beoordeling van spijsverteringsproblemen. In zulke gevallen bedoelen artsen niet dat de spijsverteringsproblemen verzonnen of ingebeeld zijn. De spijsverteringsproblemen kunnen beïnvloed worden door angst, depressie of andere behandelbare psychologische stoornissen.


Bronnen:


  Einde van de pagina