Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht. Het menselijk lichaam is opmerkelijk goed ontworpen. De meeste organen hebben een grote extra capaciteit of reserve: ze kunnen nog steeds goed functioneren, zelfs als ze beschadigd zijn. Zo moet bijvoorbeeld meer dan twee derde van de lever worden vernietigd voordat er ernstige gevolgen optreden, en kan een persoon meestal met slechts één long of één nier leven. Andere organen kunnen echter maar weinig schade verdragen voordat ze niet meer goed functioneren en er symptomen optreden. Als bijvoorbeeld een slagader in de hersenen verstopt raakt of scheurt (beroerte) en zelfs maar een klein deel van het weefsel in een vitaal deel van de hersenen wordt vernietigd, kan iemand niet meer kunnen praten, een ledemaat bewegen of zijn evenwicht bewaren. Als een hartaanval een klein deel van het weefsel vernietigt in het deel van het hart dat de signalen voor het kloppen van het hart produceert of doorgeeft, kan de hartslag gevaarlijk traag worden en kan de persoon zelfs overlijden. Ziekten hebben vaak invloed op de anatomie, en veranderingen in de anatomie kunnen ziekten veroorzaken. Als de bloedtoevoer naar een weefsel wordt geblokkeerd of afgesneden, sterft het weefsel af (infarct genoemd), zoals bij een hartaanval (myocardinfarct) of beroerte (cerebraal infarct). Een abnormale hartklep kan hartstoornissen veroorzaken. Trauma aan de huid kan het vermogen om als barrière te fungeren aantasten, wat kan leiden tot infecties. Abnormale gezwellen, zoals kanker, kunnen normaal weefsel direct vernietigen of druk uitoefenen die het uiteindelijk vernietigt. Vanwege het verband tussen ziekte en anatomie zijn methoden om in het lichaam te kijken een belangrijk onderdeel geworden van de diagnose en behandeling van ziekten. De eerste doorbraak kwam met röntgenstralen, waardoor artsen in het lichaam konden kijken en interne structuren konden onderzoeken zonder operatie. Een andere belangrijke vooruitgang was computertomografie (CT), een combinatie van röntgenstralen en computers. Een CT-scan produceert gedetailleerde dwarsdoorsnedebeelden (tweedimensionale beelden) van het binnenste van het lichaam. Andere methoden om beelden van interne structuren te produceren zijn onder meer echografie, waarbij gebruik wordt gemaakt van geluidsgolven; magnetische resonantiebeeldvorming (MRI), waarbij gebruik wordt gemaakt van de beweging van atomen in een magnetisch veld; en radionuclidebeeldvorming, waarbij gebruik wordt gemaakt van radioactieve chemicaliën die in het lichaam worden geïnjecteerd. Dit zijn niet-invasieve manieren om in het lichaam te kijken, in tegenstelling tot chirurgie, dat een invasieve procedure is. Bronnen:
|