Dat waren nog eens tijden
Op mijn (toenmalige, circa 1980) werk werden dienstauto's gereserveerd op een kalender.
Toen ik mijn gereserveerde auto kwam halen was die weg.
Ik heb de 'boosdoener' een briefje geschreven dat ik zoiets niet op prijs stel.
Zoals de hiërarchie voorschreef in die tijd ging de 'boosdoener' met dat briefje naar zijn afdelingshoofd.
Dat afdelingshoofd ging naar mijn afdelingshoofd.
Ik werd bij mijn afdelingshoofd geroepen en kreeg de wind van voren omdat ik het had geschreven op de achterkant van een ongebruikt stukje grafiekpapier.
Mijn chef verzocht mij (80-er jaren) iets uit te zoeken en er een bepaalde statistiektoets op los te laten.
Paar dagen werk.
Maar de door hem genoemde toets was niet de juiste.
Ik kwam het resultaat brengen en het enige wat de beste man te melden had was:
'je hebt wel gelijk, maar doe het opnieuw op mijn manier'.
Zelf nadenken werd niet op prijs gesteld.
Die wist hoe je mensen moest motiveren.
Een opvolger van hem pakte dat anders aan bij een erg belangrijke, veel omvattende uitbreiding welke 350 medewerkers betrof.
Hij stak zijn hoofd om de deur en zei tegen mij 'regel het maar'.
Ik kreeg een klusje van hem (80-er jaren).
Circa 2 weken werk.
Toen ik dat inleverde was zijn commentaar: "best mogelijk dat je het niet voor niets hebt gedaan".
Hij dacht nog even na en vervolgde:
"ik heb 3 assistenten, als er daar eentje van weg moet ben jij de eerste".
Dezelfde chef kwam na zijn pensioen (eind 90-er jaren) nog regelmatig op het werk.
Hij had maar 1 hobby: wetenschappelijk onderzoek.
Daarvoor had hij een dataset van mij nodig.
Ik: "ik ben erg druk deze week, u krijgt het in de loop van de volgende week".
Hij zei niets, draaide zich om en kwam 5 minuten later terug.
Hij: "jouw chef heeft gezegd dat je die dataset NU aan mij moet geven".
Het was echt een fijne man om mee 'samen te werken'.
Discussie was bij hem niet mogelijk, het was uitwisselen van mededelingen.
En als hij zijn mededeling had gedaan dan was hij klaar.
Als een assistent tegen hem sprak was luisteren niet zijn sterkste eigenschap (en dat is een hele nette formulering).
Tegen een toenmalig directeur van het instituut stelde ik in de jaren 70 een wijziging voor.
Hij keek me boos aan en zei: "Weet u wel tegen wie u het hebt? Tegen de directeur!".
|