Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Lagen van de huid
Elke laag voert specifieke taken uit.
Epidermis (opperhuid) Het buitenste deel van de opperhuid, het stratum corneum, is relatief waterdicht en voorkomt, als het onbeschadigd is, dat de meeste bacteriën, virussen en andere lichaamsvreemde stoffen het lichaam binnendringen. De opperhuid beschermt (samen met andere huidlagen) ook de inwendige organen, spieren, zenuwen en bloedvaten tegen verwondingen. Op bepaalde delen van het lichaam die meer bescherming nodig hebben, zoals de handpalmen en de voetzolen, is de hoornlaag veel dikker. Verspreid over de basale laag van de opperhuid zitten cellen die melanocyten worden genoemd en die het pigment melanine produceren, een van de belangrijkste factoren voor de kleur van de huid. De belangrijkste functie van melanine is echter het uitfilteren van ultraviolette straling uit zonlicht (zie Overzicht van zonlicht en huidbeschadiging), dat het DNA beschadigt, wat leidt tot tal van schadelijke effecten, waaronder huidkanker. De opperhuid bevat ook Langerhanscellen, die deel uitmaken van het immuunsysteem van de huid. Hoewel deze cellen helpen om vreemde stoffen op te sporen en het lichaam te verdedigen tegen infecties, spelen ze ook een rol bij de ontwikkeling van huidallergieën. Dermis (lederhuid) De zenuwuiteinden voelen pijn, aanraking, druk en temperatuur. Sommige delen van de huid bevatten meer zenuwuiteinden dan andere. De vingertoppen en tenen bevatten bijvoorbeeld veel zenuwen en zijn extreem gevoelig voor aanraking. De zweetklieren produceren zweet als reactie op hitte en stress. Zweet bestaat uit water, zout en andere chemicaliën. Als zweet van de huid verdampt, helpt het om het lichaam af te koelen. Gespecialiseerde zweetklieren in de oksels en de genitaliën (apocriene zweetklieren) scheiden dik, olieachtig zweet af dat een karakteristieke lichaamsgeur produceert wanneer het zweet wordt verteerd door de huidbacteriën in die gebieden. De talgklieren scheiden talg af in de haarzakjes. Talg is een olie die de huid vochtig en zacht houdt en fungeert als barrière tegen vreemde stoffen. De haarzakjes produceren de verschillende soorten haar die overal op het lichaam te vinden zijn. Haar draagt niet alleen bij aan iemands uiterlijk, maar heeft ook een aantal belangrijke fysieke functies, zoals het regelen van de lichaamstemperatuur, het bieden van bescherming tegen verwondingen en het verbeteren van het gevoel. Een deel van de follikel bevat ook stamcellen die in staat zijn om beschadigde opperhuid opnieuw te laten groeien. De bloedvaten van de lederhuid leveren voedingsstoffen aan de huid en helpen bij het reguleren van de lichaamstemperatuur. Warmte vergroot (verwijdt) de bloedvaten, waardoor grote hoeveelheden bloed kunnen circuleren nabij het huidoppervlak, waar de warmte kan worden afgegeven. Koude doet de bloedvaten vernauwen (vernauwen), waardoor de lichaamswarmte wordt vastgehouden. Op verschillende delen van het lichaam varieert het aantal zenuwuiteinden, zweet- en talgklieren, haarzakjes en bloedvaten. De bovenkant van het hoofd heeft bijvoorbeeld veel haarzakjes, terwijl de voetzolen er geen hebben. Vetlaag Bronnen:
|