Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Zie ook Inleiding tot zweetaandoeningen. Verminderd zweten beperkt zich meestal tot een specifiek deel van het lichaam. Het kan worden veroorzaakt door een verwonding van de huid (zoals trauma, bestraling, infectie [zoals lepra] of ontsteking) of door een bindweefselaandoening (zoals systemische sclerose, systemische lupus erythematosus of het syndroom van Sjögren) die de zweetklieren doet verdwijnen. Verminderd zweten kan ook worden veroorzaakt door geneesmiddelen, vooral geneesmiddelen met een anticholinerge werking. Zenuwbeschadiging door diabetes (diabetische neuropathie) kan ook leiden tot verminderd zweten, net als verschillende syndromen die al bij of voor de geboorte bestaan. Soms stoppen mensen met een zeer ernstige hitteberoerte met zweten. Sommige genetische aandoeningen kunnen leiden tot verminderd zweten. Een bepaalde zeldzame genafwijking zorgt ervoor dat mensen geen zweet kunnen produceren, een aandoening die anhidrosis wordt genoemd. Een arts stelt de diagnose van verminderd zweten door de persoon te observeren. Als de persoon geen warmte kan verdragen of over een groot deel van het lichaam minder zweet, kan de persoon oververhit raken. De beste behandeling van verminderd zweten is om het lichaam te koelen door airconditioning te gebruiken en natte kleding te dragen. Bronnen:
|