Silicose is de oudst bekende milieu longziekte. Zij wordt veroorzaakt door het inademen van kleine deeltjes van het mineraal silica (meestal kwarts) of, minder vaak, door het inademen van silicaten, zoals talk. Werknemers die het grootste risico lopen, zijn degenen die rotsen en zand verplaatsen of opblazen (mijnwerkers, steenhouwers) of die gebruik maken van schuurmiddelen op basis van siliciumdioxide die rotsen of zand bevatten (zandblazers; glasblazers; gieterij-, edelsteen- en keramiekwerkers; pottenbakkers). Onlangs is silicose vastgesteld bij werknemers die werkbladen vervaardigen of installeren die zijn vervaardigd van kunstmatige silicaten (silicaconglomeraat). Kolenmijnwerkers lopen het risico op gemengde silicose en pneumoconiose van steenkoolarbeiders. Silicose kan zijn:
Bij inademing komt silicastof in de longen terecht, waar het door aasetende cellen zoals macrofagen wordt opgevangen. Enzymen die vrijkomen door de aasetende cellen veroorzaken littekenvorming in het longweefsel. Eenvoudige chronische silicose is het eerste stadium van chronische silicose. In dit stadium zijn de littekens kleine ronde bultjes. Uiteindelijk treedt gecompliceerde chronische silicose op wanneer de littekens zich tot grotere massa's samenvoegen. Soms komen deze grotere massa's samen tot nog grotere massa's (progressieve massale fibrose). Deze littekengebieden kunnen geen zuurstof meer normaal naar het bloed transporteren. De longen worden minder soepel en ademhalen kost meer moeite. Symptomen Chronische silicose geeft vaak jarenlang geen klachten, maar veel mensen krijgen uiteindelijk ademhalingsmoeilijkheden tijdens het sporten. Soms gaat de ademhalingsmoeilijkheid over in kortademigheid, zelfs tijdens rust. Sommige mensen hebben een hoest die sputum kan produceren. De ademhaling kan nog jaren verslechteren nadat de persoon gestopt is met werken met silica. De longschade kan leiden tot een lager zuurstofgehalte in het bloed en kan ook de rechterkant van het hart belasten. Deze belasting kan leiden tot een vorm van hartfalen, cor pulmonale genaamd, die fataal kan zijn. Mensen met versnelde silicose hebben dezelfde symptomen als mensen met chronische silicose, maar de symptomen ontwikkelen en verergeren over een kortere periode. Mensen met silicose hebben een veel grotere kans om tuberculose of nocardiose te ontwikkelen bij blootstelling aan de organismen die deze aandoeningen veroorzaken dan mensen zonder silicose. Zij lopen ook het risico op progressieve systemische sclerose, chronische nierziekte en longkanker. Diagnose De diagnose wordt gesteld wanneer bij iemand die met silica heeft gewerkt een computertomografie (CT) van de borstkas wordt gemaakt die kenmerkende patronen vertoont die overeenkomen met de ziekte. Een röntgenfoto van de borst kan ook worden gemaakt om silicose te helpen diagnosticeren. Wanneer de beeldvormingsbevindingen onduidelijk zijn, kunnen longweefselmonsters helpen de diagnose te bevestigen. Aanvullende tests worden gedaan om silicose van andere aandoeningen te onderscheiden. Preventie Werknemers die aan silicastof worden blootgesteld, moeten regelmatig röntgenfoto's van de borstkas laten maken, zodat problemen in een vroeg stadium kunnen worden opgespoord. Werknemers die roken moeten worden aangemoedigd om te stoppen. Andere preventieve maatregelen zijn een pneumokokkenvaccin en een jaarlijkse griepvaccinatie om te helpen beschermen tegen infecties waarvoor werknemers kwetsbaarder kunnen zijn. Behandeling
Silicose kan niet genezen worden, maar de progressie ervan kan vertraagd worden als blootstelling aan silica vermeden wordt, vooral in een vroeg stadium van de ziekte. Een lavage (spoeling) van de hele long kan worden gebruikt om zowel acute als chronische silicose te behandelen. Tijdens deze procedure vullen artsen de long met een zoutoplossing (saline) en laten deze vervolgens leeglopen om materiaal uit de luchtruimten te verwijderen. Sommige mensen met acute of versnelde silicose hebben baat bij het innemen van corticosteroïden. Mensen die moeite hebben met ademhalen, kunnen baat hebben bij medicijnen om de luchtwegen open en vrij van slijm te houden (bronchodilatoren). Longtransplantatie is een laatste redmiddel. Omdat mensen met silicose een hoog risico op tuberculose hebben, moeten zij regelmatig worden gecontroleerd, onder meer met een huidtest op tuberculose. Mensen moeten worden gecontroleerd en behandeld voor een laag zuurstofgehalte in het bloed. Longrevalidatie kan mensen helpen bij het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven. Bronnen:
|