Oorzaak
Een refractiefout is het niet goed scherpstellen van lichtstralen op het netvlies. Astigmatisme is een refractiefout die wordt veroorzaakt door een abnormale kromming van het hoornvlies (de heldere laag voor de iris en de pupil). Andere oorzaken van monoculair dubbelzien zijn littekens op het hoornvlies en een ontwrichte lens. Binoculair dubbelzien wijst erop dat de ogen niet naar hetzelfde voorwerp zijn gericht. Mensen zien een object normaal gesproken als één beeld, ook al ontvangt elk oog zijn eigen afzonderlijke beeld van dat object. Om enkelvoudige beelden waar te nemen, moeten de ogen zo zijn gericht dat beide ogen tegelijkertijd naar hetzelfde object wijzen (conjugaatuitlijning genoemd). Als de ogen niet goed zijn uitgelijnd, zien mensen twee beelden, beide van gelijke kwaliteit. Soms wordt binoculair dubbelzien alleen zichtbaar als mensen hun ogen in een bepaalde richting extreem bewegen (bijvoorbeeld naar uiterst rechts of links, of omhoog of omlaag). Er zijn veel mogelijke oorzaken van binoculair dubbelzien. De meest voorkomende zijn:
Meestal zijn de ogen scheefgetrokken door een aandoening van de hersenzenuwen die de spieren voeden die de ogen bewegen, de zogenaamde extraoculaire spieren. De verlamming kan geïsoleerd zijn en de oorzaak kan onbekend zijn. Bekende oorzaken zijn aandoeningen die typisch interfereren met het vermogen van de zenuwen om spieren aan te sturen. Zo kunnen myasthenia gravis, botulisme en het Guillain-Barré syndroom spieren in het hele lichaam aantasten, waaronder de spieren die de ogen bewegen. Alles wat de beweging van de ogen mechanisch verstoort, kan ervoor zorgen dat de ogen niet goed uitgelijnd zijn en dubbelzien veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn beknelling van een oogspier in een breuk van de oogkas en afzetting van abnormaal weefsel in de oogkas, zoals kan voorkomen bij de vorm van hyperthyreoïdie die de ziekte van Graves wordt genoemd. Evaluatie Waarschuwingssymptomen
Wanneer naar de huisarts Mensen met waarschuwingssignalen moeten onmiddellijk door een arts worden onderzocht, meestal op een spoedafdeling. Alle mensen die dubbelzien, ook al is het opgelost, moeten zo snel mogelijk naar een arts, meestal binnen een paar dagen. Wat de arts doet Artsen willen weten of het dubbelzien één of beide ogen betreft en of het constant is of komt en gaat. Zij vragen ook of de beelden naast of boven elkaar staan en of dubbelzien alleen optreedt wanneer de persoon in een bepaalde richting kijkt. Artsen vragen naar eventuele pijn, gevoelloosheid van het voorhoofd of de wang, gezichtszwakte, duizeligheid en slik- of spraakproblemen omdat deze symptomen kunnen wijzen op een probleem met de hersenzenuw. Artsen vragen ook naar symptomen van andere problemen met het zenuwstelsel en symptomen van andere aandoeningen. Het belangrijkste onderdeel van het lichamelijk onderzoek is het oogonderzoek. Artsen controleren het gezichtsvermogen van de persoon. Ze kijken ook zorgvuldig naar uitpuiling van een of beide ogen en een hangend ooglid en controleren hoe de pupillen reageren op licht. Zij controleren de bewegingen van de ogen door de persoon te vragen zijn vinger te volgen terwijl deze op en neer en ver naar rechts en naar links beweegt. Artsen gebruiken vervolgens een spleetlamp (een instrument waarmee een arts het oog onder hoge vergroting kan onderzoeken) en oftalmoscopie om de interne structuren van de ogen te onderzoeken. Symptomen en onderzoeksresultaten kunnen nuttige informatie geven over welke oorzaken het meest waarschijnlijk zijn. Als dubbelzien bijvoorbeeld komt en gaat en er andere symptomen zijn van een mogelijke stoornis van het zenuwstelsel, behoren myasthenia gravis en multiple sclerose tot de waarschijnlijke oorzaken. Als de ogen niet in dezelfde richting wijzen, geeft de blikrichting waarin dubbelzien optreedt soms aan welke hersenzenuw niet goed werkt. Testen Bij mensen met dubbel zicht in beide ogen zijn vaak meer tests nodig omdat veel aandoeningen binoculair dubbel zicht kunnen veroorzaken. De tests hangen af van wat de artsen tijdens de anamnese en het lichamelijk onderzoek vinden. Bij de meeste mensen is beeldvorming met magnetische resonantiebeeldvorming (MRI-scan) of computertomografie (CT-scan) nodig om afwijkingen aan de oogkas (orbit), schedel, hersenen of ruggenmerg op te sporen. Beeldvorming kan meteen nodig zijn als artsen denken dat een infectie, een aneurysma of een beroerte de oorzaak is van het dubbelzien. Bij mensen met symptomen van de ziekte van Graves (zoals uitpuilende ogen, oogpijn, tranende ogen en een vergrote schildklier) worden schildkliertesten (serum thyroxine [T4] en schildklierstimulerend hormoon [TSH]) gedaan. Testen op myasthenia gravis en multiple sclerose kunnen nodig zijn, vooral als dubbelzien komt en gaat. Niet alle mensen hoeven getest te worden. Sommige gevallen van dubbelzien verdwijnen zonder behandeling. Als de symptomen en het onderzoek geen ernstige oorzaak aanwijzen, kan de arts aanbevelen de ogen van de betrokkene gedurende enkele weken regelmatig te controleren om te zien of het gezichtsvermogen opklaart, voordat hij een onderzoek aanbeveelt. Behandeling
Bronnen:
|