Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
Geboorteafwijkingen, ook wel aangeboren afwijkingen genoemd, zijn lichamelijke afwijkingen die optreden voordat een baby geboren wordt. “Congenitaal betekent ”aanwezig bij de geboorte". (Zie ook Inleiding tot Geboorteafwijkingen van de botten, gewrichten en spieren.) De femurkop is het bovenste deel van het dijbeen (femur), het grootste bot in het been. De femurkop kan naar binnen of naar buiten gedraaid zijn (torsie genoemd). Bij een interne verdraaiing wijzen de knieën naar elkaar toe met de tenen naar binnen. Bij uitwendige verdraaiing wijzen de knieën in tegengestelde richtingen en dit wordt uitwendige torsie genoemd. De verdraaiing lijkt verband te houden met de positie waarin de baby zich bevindt terwijl hij in de baarmoeder groeit. Omdat femorale torsie vaak in families voorkomt, kunnen sommige mensen genetisch voorbestemd zijn voor deze aandoening. Verdraaiing van de femurkop komt vaak voor bij pasgeborenen. Artsen kunnen femorale torsie opsporen door het kind op een onderzoekstafel te leggen en de heupen in verschillende richtingen te draaien. Zuigelingen met een ernstige externe torsie krijgen vaak een echo of röntgenfoto van de heup om te kijken of er sprake is van een aangeboren heupdislocatie. Behandeling
In de adolescentie neemt interne torsie meestal geleidelijk af zonder behandeling. Overleg met een orthopeed en een operatie zijn meestal nodig bij kinderen met een afwijking aan de wervelkolom, zoals spina bifida, of bij kinderen bij wie de torsie het lopen belemmert. Uitwendige torsie corrigeert zichzelf meestal, vooral nadat het kind begint te staan en te lopen. Als de externe torsie na de leeftijd van 8 jaar aanhoudt, moet echter een orthopeed worden geraadpleegd omdat het kind dan mogelijk een operatie nodig heeft om de torsie te corrigeren. Bronnen:
|