Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht.
De American Academy of Pediatrics beveelt aan dat kinderen na hun eerste levensjaar op 12, 15, 18, 24 en 30 maanden naar de dokter gaan voor preventieve gezondheidsbezoeken en daarna jaarlijks tot ze 10 jaar zijn. Bezoeken kunnen vaker plaatsvinden op basis van het advies van de arts of de behoeften van het gezin. Onderzoek Lengte en gewicht worden gecontroleerd en de hoofdomtrek wordt gemeten tot het kind 36 maanden oud is. Een goede groei is een indicator dat het kind over het algemeen gezond is. De werkelijke grootte van het kind is lang niet zo belangrijk als het feit of het kind bij elk bezoek op of in de buurt van hetzelfde percentiel op de lengte- en gewichtskaarten blijft. Een kind dat altijd in het 10e percentiel zit, is waarschijnlijk in orde (hoewel het kleiner is dan de meeste kinderen van dezelfde leeftijd), terwijl een kind dat van het 35e percentiel naar het 10e percentiel zakt, mogelijk een medisch probleem heeft. Vanaf de leeftijd van 3 jaar wordt de bloeddruk bij elk bezoek gemeten. De arts controleert ook hoe het kind zich sinds het laatste bezoek heeft ontwikkeld (zie Ontwikkeling van het kind). De arts kan bijvoorbeeld willen weten of een kind van 18 maanden is begonnen met praten of dat een kind van 6 jaar is begonnen met het lezen van een paar woorden (zie tabel Ontwikkelingsmijlpalen van 18 maanden tot 6 jaar). Op dezelfde manier stellen artsen vaak leeftijdsgebonden vragen over het gedrag van het kind. Heeft het kind van 18 maanden driftbuien? Slaapt het 2-jarige kind 's nachts door? Plast het 6-jarige kind 's nachts in bed? Ouders en artsen kunnen dit soort gedrags- en ontwikkelingskwesties bespreken tijdens de preventieve gezondheidsbezoeken en samen een aanpak bedenken om eventuele problemen aan te pakken. Tot slot doet de arts een volledig lichamelijk onderzoek. Naast het onderzoeken van het kind van top tot teen, inclusief het hart, de longen, de buik, de geslachtsorganen, de wervelkolom, de armen, de benen, het hoofd, de nek, de ogen, de oren, de neus, de mond en de tanden, kan de arts het kind vragen om een aantal taken uit te voeren die bij de leeftijd passen. Om de grove motoriek (zoals lopen en rennen) te controleren, kan de arts een kind van 4 vragen om op één voet te springen. Om de fijne motoriek (het manipuleren van kleine voorwerpen met de handen) te controleren, kan het kind gevraagd worden om een tekening te maken of een aantal vormen te kopiëren. Screening Gehoortests, na de tests bij pasgeborenen, beginnen meestal op de leeftijd van 4 jaar, maar ouders moeten de arts voor die tijd waarschuwen als ze zich zorgen maken over het gehoor van hun kind. Bij sommige kinderen moet het bloed worden gecontroleerd op bloedarmoede of een verhoogd loodgehalte. Kinderen die risico lopen op een hoog cholesterolgehalte moeten tussen de leeftijd van 2 jaar en 10 jaar een bloedtest ondergaan. Risicokinderen zijn kinderen met een familiegeschiedenis van hoge cholesterolwaarden, hartaanvallen of beroertes of met risicofactoren voor hartaandoeningen (bijvoorbeeld diabetes, obesitas of hoge bloeddruk). Alle kinderen moeten een cholesteroltest ondergaan op de leeftijd van 9 tot 11 jaar en opnieuw op de leeftijd van 17 tot 21 jaar. Kinderen worden bij elk bezoek aan een gezond kind gescreend op risicofactoren voor tuberculose (tbc) aan de hand van een vragenlijst. Risicofactoren zijn onder andere blootstelling aan tbc, geboren zijn in of gereisd hebben naar gebieden in de wereld waar tbc veel voorkomt (andere landen dan de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland en West- en Noord-Europese landen), een familielid met tbc hebben en ouders of naaste contacten hebben die recentelijk zijn geïmmigreerd uit een gebied waar tbc veel voorkomt of die recentelijk in de gevangenis hebben gezeten. Degenen met risicofactoren laten zich dan meestal screenen op tuberculose. De leeftijd van het kind en verschillende andere factoren bepalen of er nog andere tests worden gedaan. Veiligheid
Enkele aanbevelingen voor het gebruik van baby- en kinderzitjes en autostoeltjes Naast de voorbeelden in de bovenstaande lijst, zijn de volgende voorbeelden van letselpreventie van toepassing op kinderen van 5 jaar en ouder:
De arts kan ook andere veiligheidsonderwerpen benadrukken, zoals het belang van het installeren en onderhouden van rookmelders en van het buiten het bereik van kinderen houden van mogelijke giftige stoffen (zoals schoonmaakmiddelen en drugs) en vuurwapens (pistolen). Ouders moeten van de gelegenheid gebruikmaken om onderwerpen aan te snijden die het meest relevant zijn voor hun unieke gezinssituatie. Als kinderen ouder worden, kunnen ze actief deelnemen aan deze discussies. Voeding en beweging Lichaamsbeweging en een goede fysieke en emotionele gezondheid zijn heel goed voor kinderen. Buiten spelen met het gezin of deelnemen aan een sportteam is een goede manier om kinderen aan te moedigen om te bewegen en obesitas te voorkomen. Schermtijd (bijvoorbeeld televisie, videospelletjes, mobiele telefoons en andere draagbare apparaten, en niet-schoolse computertijd) kan leiden tot inactiviteit en obesitas. Het beperken van de tijd die een kind besteedt aan het gebruik van apparaten met schermen moet beginnen bij de geboorte en volgehouden worden tijdens de adolescentie. Bronnen:
|