Anale kanker meer kanker   meer spijsvertering  

 Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de de online versie van de Merck Manual, consumer version.    Lees meer over de Merck Manuals.

Wat is het?

Anale kanker ontwikkelt zich in de huidcellen van de directe omgeving van de anus of in de bekleding van de overgangszone tussen de anus en het rectum (het anale kanaal). In tegenstelling tot het rectum en de dikke darm, waar de kankers bijna altijd adenocarcinomen zijn, zijn kankers van de anus voornamelijk plaveiselcelcarcinomen.

Anale kanker komt jaarlijks voor bij ongeveer 8.590 mensen in de Verenigde Staten en veroorzaakt meer dan 1.350 doden. Anale kanker komt vaker voor bij vrouwen.


  • risicofactoren voor anale kanker zijn onder meer bepaalde seksueel overdraagbare aandoeningen
  • bloedingen bij de stoelgang, pijn en soms jeuk rond de anus zijn typische symptomen
  • een manueel onderzoek, sigmoïdoscopie of colonoscopie en een biopsie worden gedaan om de diagnose te verifiëren
  • de behandeling kan bestaan uit alleen een operatie of een combinatie van bestraling en chemotherapie of bestraling en chirurgie

Risicofactoren   

  • humaan papillomavirus (HPV) infectie (genitale wratten)
  • ontvankelijke anale geslachtsgemeenschap
  • chronische fistels
  • bestraling van de anale huid
  • leukoplakie
  • lymphogranuloma venereum infectie
  • humaan immunodeficiëntie virus (HIV) infectie
  • roken

Symptomen   
Mensen met anale kanker hebben vaak last van bloedingen bij de stoelgang, pijn en soms jeuk rond de anus. Ongeveer 25% van de mensen met anale kanker heeft geen symptomen. In dat geval wordt de kanker pas tijdens een routineonderzoek ontdekt.

Diagnose   

Om anale kanker vast te stellen onderzoekt een arts eerst de huid rond de anus op afwijkingen. Met een gehandschoende hand tast de arts de anus en het onderste deel van het rectum af en controleert hij of er delen van het slijmvlies anders aanvoelen dan in de omgeving. Een flexibele sigmoidoscoop (een korte kijkbuis met een camera aan het uiteinde) wordt gebruikt om de anus en het rectum te beoordelen. Een anoscoop (een kleine stijve buis met een lamp) kan enkele centimeters in de anus worden ingebracht om het onderzoek te vergemakkelijken.

De arts neemt dan een weefselmonster uit een abnormaal gebied en onderzoekt dit onder een microscoop (biopsie).

Als mensen bloedingen hebben, kunnen artsen een colonoscopie doen om te kijken of er al darmkanker bestaat. Bij een colonoscopie wordt de hele dikke darm onderzocht. Een colonoscopie kan ook worden gedaan bij mensen met duidelijke aambeien (gedraaide aderen in de wand van het rectum en de anus), die bloedingen kunnen veroorzaken.

Behandeling   

  • combinatie van bestraling met chemotherapie
  • soms chirurgie

De behandeling en prognose van anale kanker hangt af van de omvang van de kanker.

Bestraling in combinatie met chemotherapie wordt meestal eerst gedaan.

Een operatie wordt gedaan bij mensen bij wie de kanker niet verdwijnt na bestraling en chemotherapie of verdwijnt en terugkomt. Bij een operatie moet de arts oppassen dat de werking van de spierring die de anus gesloten houdt (de anale sluitspier) niet wordt verstoord. De anale sluitspier blijft gesloten tot de persoon een stoelgang heeft. Een niet goed functionerende sluitspier kan leiden tot verlies van controle over de stoelgang (ontlastingsincontinentie).

Bij mensen bij wie de kanker niet is uitgezaaid, geneest de therapie veel anale kankers; 70% of meer van de mensen overleeft langer dan 5 jaar.


Bronnen:

Laatste wijziging: 30 april 2023

  Einde van de pagina