Astrocytomen zijn de meest voorkomende hersentumoren bij kinderen, ongeveer 40%. Deze tumoren worden meestal vastgesteld tussen 5 en 9 jaar. Symptomen Diagnose
Meestal wordt MRI-scan met een contrastmiddel gedaan. Als MRI niet beschikbaar is, wordt computertomografie (CT-scan) gebruikt, maar die geeft minder details. Vervolgens moeten artsen een weefselmonster van de tumor nemen en dit onder een microscoop onderzoeken (biopsie), omdat de behandeling wordt gebaseerd op hoe abnormaal de tumorcellen eruit zien (de graad van de tumor). Deze tumoren worden doorgaans geclassificeerd als laaggradig (bijvoorbeeld juveniel pilocytair astrocytoom) of hooggradig (bijvoorbeeld glioblastoom). Tumoren met graad I en II zijn laaggradig en tumoren met graad III en IV zijn hooggradig. Behandeling
De meeste laaggradige astrocytomen worden operatief verwijderd. Als het astrocytoom volledig is verwijderd, hebben kinderen mogelijk geen andere behandeling nodig. Soms is het scheiden van de tumor van het normale hersenweefsel te moeilijk, of is de tumor onbereikbaar. In dergelijke gevallen wordt bestraling toegepast. Bestralingstherapie wordt toegepast bij kinderen ouder dan 10 jaar met een tumor die niet operatief kan worden verwijderd, die waarschijnlijk het intellectueel functioneren zal belemmeren, of die na een operatie verergert of terugkeert. Bij kinderen jonger dan 10 jaar kan chemotherapie worden gebruikt in plaats van bestraling, omdat bestraling de groei en hersenontwikkeling bij jonge kinderen kan verstoren. De meeste laaggradige astrocytomen kunnen worden genezen. Hooggradige astrocytomen worden behandeld met een combinatie van chirurgie (indien mogelijk), bestraling en chemotherapie. De vooruitzichten zijn slechter voor kinderen met een hooggradige tumor, bij wie de totale overleving slechts 20 tot 30% bedraagt 3 jaar na de behandeling. Bronnen:
|