Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Hepatitis A is de meest voorkomende oorzaak van acute virale hepatitis. Het komt vooral voor bij kinderen en jonge volwassenen. Hepatitis A wordt niet chronisch. Dat wil zeggen dat de infectie niet langer dan 6 maanden duurt. Wanneer mensen worden blootgesteld aan het hepatitis A-virus, maakt hun immuunsysteem antilichamen aan die mensen beschermen tegen het opnieuw krijgen van hepatitis A (ze zijn immuun voor het virus). In de Verenigde Staten werden in 2018 meer dan 12.400 gevallen van hepatitis A gemeld, en er deden zich naar schatting 24.900 gevallen van hepatitis A voor (veel gevallen worden niet herkend of niet gemeld). Wereldwijd doen zich elk jaar naar schatting 1,4 miljoen gevallen van hepatitis A voor. Overdracht Hepatitis A wordt soms verspreid in kinderdagverblijven, waar verzorgers en kinderen in contact kunnen komen met besmette ontlasting in luiers. Mensen kunnen het virus verspreiden voordat ze symptomen hebben - voordat ze weten dat ze besmet zijn. Epidemieën, meestal in verband met besmetting van de watervoorziening door ontlasting, komen vaak voor, vooral in ontwikkelingslanden. Hepatitis A wordt geen chronische infectie. Nadat de acute hepatitis is verdwenen, kunnen mensen het virus niet meer op anderen overdragen. Symptomen
Ongeveer 70% van de kinderen jonger dan 6 jaar heeft geen symptomen, en de kinderen die symptomen hebben, hebben zelden geelzucht. Symptomen van cholestase (een vermindering of stopzetting van de galstroom) - zoals bleke ontlasting en algehele jeuk - kunnen zich ontwikkelen. De symptomen verdwijnen gewoonlijk na ongeveer 2 maanden, maar kunnen tot 6 maanden aanhouden of terugkomen. Hepatitis A leidt niet tot ernstige littekenvorming van de lever (cirrose). Hepatitis A wordt zelden ernstig (fulminant). Dergelijke gevallen zijn zeldzamer dan bij hepatitis B. Herstel van de acute hepatitis A is meestal volledig. Diagnose Artsen vermoeden hepatitis A bij mensen die blootgesteld zijn geweest aan het hepatitis A-virus en die typische symptomen vertonen, zoals geelzucht. Het onderzoek begint meestal met bloedonderzoek om te bepalen hoe goed de lever functioneert en of de lever beschadigd is (leveronderzoek). Bij leveronderzoek wordt het gehalte aan leverenzymen en andere stoffen die door de lever worden geproduceerd, gemeten. Als bij het onderzoek leverafwijkingen worden vastgesteld, worden meestal nog andere bloedonderzoeken verricht om na te gaan of er sprake is van een hepatitisvirusinfectie. Deze bloedonderzoeken kunnen delen van specifieke virussen (antigenen), specifieke antilichamen die door het lichaam worden aangemaakt om het virus te bestrijden, en soms genetisch materiaal (RNA of DNA) van het virus opsporen. Preventie Ook het vermijden van besmet water is belangrijk. Mensen moeten vooral voorzichtig zijn als ze naar gebieden reizen waar de sanitaire voorzieningen mogelijk ontoereikend zijn. Vaccinatie tegen hepatitis A wordt aanbevolen voor alle kinderen (zie figuur Routinevaccinaties voor zuigelingen, kinderen en adolescenten). Het wordt ook aanbevolen voor volwassenen met een hoog risico op blootstelling aan hepatitis A:
Mensen met chronische leveraandoeningen (inclusief chronische hepatitis C) moeten worden ingeënt tegen hepatitis A omdat zij een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van fulminante hepatitis en leverfalen als gevolg van het hepatitis A-virus. Preventie na blootstelling aan Hepatitis A Als mensen die niet eerder zijn gevaccineerd, worden blootgesteld aan hepatitis A, krijgen zij een van de volgende middelen:
Standaard immuunglobuline is een preparaat dat antilichamen bevat die zijn verkregen uit het bloed van mensen met een normaal immuunsysteem. Deze behandeling voorkomt de infectie of vermindert de ernst ervan. Behandeling
Er bestaat geen specifieke behandeling voor hepatitis A. Mensen met hepatitis A mogen geen alcohol drinken omdat dit de lever verder kan beschadigen. Het is niet nodig om bepaalde voedingsmiddelen te vermijden of activiteiten te beperken. Als er jeuk optreedt, is cholestyramine, dat via de mond wordt ingenomen, vaak effectief. De meeste mensen kunnen weer veilig aan het werk als de geelzucht is verdwenen. Bronnen:
|