Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
(Zie ook Overzicht van sportblessures.) De schouders zijn kogelgewrichten waarmee de armen naar binnen en naar buiten kunnen draaien en naar voren, achteren en opzij kunnen bewegen (zie Schouderanatomie). De schouder heeft de neiging om instabiel te zijn. Het wordt vergeleken met een golfbal die op een tee zit omdat de kom (glenoid bot) erg ondiep en klein is in vergelijking met de grootte van de bal (humeruskop). Om de stabiliteit te verbeteren wordt de kom verdiept door het labrum, een rubberachtig materiaal dat rond de lip van het glenoid zit. Het labrum kan scheuren tijdens atletische activiteiten, vooral tijdens werpsporten, of als gevolg van vallen en landen op een uitgestrekte arm. Wanneer het labrum scheurt, voelt de sporter pijn diep in de schouder tijdens het bewegen, bijvoorbeeld bij het werpen van een honkbal. Dit ongemak kan gepaard gaan met een pijnlijk klikkend of bonkend gevoel en een gevoel van haken in de schouder. MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) kan nodig zijn om de diagnose te stellen. Fysiotherapie is de gebruikelijke eerste behandeling. Als de symptomen niet verdwijnen, is chirurgisch herstel meestal nodig. Bronnen:
|