Let op: in deze pagina moeten nog de broodnodige links worden aangebracht. Een niet-reanimerenverklaring (DNR = Do-Not-Resuscitate) die door een arts in het medisch dossier van een persoon wordt opgenomen, informeert het medisch personeel dat er geen reanimatie (CPR) mag worden uitgevoerd. Omdat er geen reanimatie wordt uitgevoerd, worden ook andere reanimatiemaatregelen die daarop volgen (zoals elektrische schokken aan het hart en kunstmatige beademing door het inbrengen van een beademingsbuis) vermeden. Dit voorschrift is nuttig gebleken om onnodige en ongewenste invasieve behandelingen aan het einde van het leven te voorkomen. Het succespercentage van reanimatie aan het einde van het leven is uiterst laag. (Zie ook Overzicht van juridische en ethische kwesties in de gezondheidszorg.) Als onderdeel van de zorgplanning voor ernstig zieke mensen moeten deze mensen en hun artsen de mogelijkheid van een hartstilstand (wanneer het hart stopt en de ademhaling ophoudt) bespreken in het licht van hun huidige medische toestand, CPR-procedures en waarschijnlijke uitkomsten bespreken, en behandelingsvoorkeuren bespreken. Als een persoon niet in staat is om een beslissing te nemen over CPR, kan een bevoegde plaatsvervanger de beslissing nemen. Een DNR-verklaring betekent niet 'niet behandelen'. Het betekent alleen dat er geen reanimatie zal worden geprobeerd. Andere behandelingen (bijvoorbeeld antibiotica, transfusies, dialyse of het gebruik van een beademingsapparaat) die het leven kunnen verlengen, kunnen nog steeds worden toegepast. Afhankelijk van de toestand van de persoon hebben deze andere behandelingen doorgaans een grotere kans van slagen dan reanimatie. Behandeling die de persoon pijnvrij en comfortabel houdt (palliatieve zorg genoemd) moet altijd worden gegeven. Alle staten voorzien ook in speciale DNR-verklaringen die buiten het ziekenhuis van kracht zijn, waar de persoon zich ook bevindt in de gemeenschap. Deze worden buiten-het-ziekenhuis-DNR-verklaringen, comfortzorgverklaringen, geen-reanimatieverklaringen of andere termen genoemd. Over het algemeen moeten ze worden ondertekend door de arts en de patiënt (of de plaatsvervanger van de patiënt) en voorzien ze de patiënt van een visueel duidelijk herkenbaar identificatieformulier, armband of ketting dat door het personeel van de medische hulpdiensten kan worden herkend. Deze orders zijn vooral belangrijk voor terminaal zieke mensen die in de gemeenschap wonen en alleen comfortzorg willen en geen reanimatie als hun hart of ademhaling stopt. Levenswilsverklaringen en volmachten voor gezondheidszorg zijn over het algemeen niet geldig in noodsituaties. Bovendien zijn eerstehulpverleners bijna altijd verplicht om levensreddende maatregelen te nemen, tenzij er een geldig DNR-bevel is en aan hen wordt voorgelegd. Veel staten nemen de DNR-status nu op in een medisch bevel dat 'Provider Orders for Life Sustaining Treatment' (bevelen van zorgverleners voor levensreddende behandeling) wordt genoemd.
Medische voorschriften Deze programma's omvatten een door professionals geïnitieerd overleg en een gezamenlijk besluitvormingsproces met mensen met een vergevorderde of terminale ziekte. Dit resulteert in een set medische voorschriften die kan worden meegenomen, in overeenstemming met de zorgdoelen van de persoon, waarin rekening wordt gehouden met de wensen van de persoon met betrekking tot het gebruik van reanimatie, het gewenste algemene niveau van medische interventie (bijvoorbeeld volledige behandeling, alleen comfortzorg of een tussenliggend niveau) en of ziekenhuisopname moet worden nagestreefd of vermeden. De meeste programma's voor medische voorschriften hebben ook betrekking op kunstmatige voeding en hydratatie. Sommige staten houden rekening met aanvullende overwegingen, zoals het gebruik van een beademingsapparaat of antibiotica die mogelijk kunnen worden gebruikt in een medische crisis. Deze programma's zijn van toepassing in alle zorgomgevingen. In een medische crisis moeten ambulancepersoneel en andere zorgverleners eerst POLST of andere soortgelijke voorschriften volgen. Als onmiddellijke actie niet essentieel is, moeten deze voorschriften met de persoon worden besproken wanneer de toestand van de persoon aanzienlijk verandert, de zorglocatie van de persoon verandert of de persoon ervoor kiest om zijn of haar wensen te wijzigen. Voor mensen die niet in staat zijn om beslissingen te nemen, kunnen hun bevoegde vertegenwoordigers namens hen handelen. Een medische instructie zoals POLST verschilt van wilsverklaringen in die zin dat deze alleen van toepassing is op mensen met een vergevorderde ziekte, een behandelplan biedt in de vorm van medische instructies voor noodbeslissingen en gericht is op de huidige toestand van de persoon, niet op een hypothetische toestand in de toekomst. POLST of soortgelijke programma's bestaan in elke staat en een nationale POLST-organisatie biedt een clearinghouse op www.polst.org. Tabel: Verschillen tussen wilsverklaringen en POLST Bronnen:
|