Boezemfibrilleren en boezemfladderen |
meer hart en bloedvaten |
atriumfibrillatie, atriumflutter |
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Uw hart is een spier die bloed door uw lichaam pompt. Uw hartslag is de snelheid waarmee uw hart slaat. Uw hart moet altijd een regelmatige, ritmische slag hebben, zoals het tikken van een klok.
Uw hart heeft vier kamers. De boezems zijn de twee bovenste kamers. De ventrikels zijn de twee onderste kamers. De boezems pompen het bloed in de hartkamers. De hartkamers pompen het bloed naar uw longen en uw lichaam (zie ook Biologie van het hart).
Speciale pacemakercellen in een deel van de boezems, de SA-knoop (sinoatriale knoop) genaamd, zenden regelmatig elektrische signalen naar uw hartspier om deze te laten samentrekken.
Het geleidingssysteem van het hart bestaat uit kleine reepjes weefsel die lijken op elektrische draden. Het geleidingssysteem brengt de signalen van de pacemaker naar de rest van het hart. De signalen moeten op precies het juiste moment bij alle hartspiercellen komen, zodat uw hart een goede, sterke slag geeft en het bloed goed pompt.
Wat is het?
Atriumfibrillatie en atriumflutter zijn soorten abnormale hartritmes. Ze worden veroorzaakt door een abnormaal elektrisch patroon in het hart.
Bij boezemfibrilleren zenden de cellen in de boezems geen normale elektrische signalen uit. In plaats daarvan is er veel willekeurige elektrische activiteit
die de bovenste compartimenten (boezems) van uw hart doet trillen in plaats van krachtig samen te knijpen in een regelmatig ritme. Een deel van deze willekeurige activiteit
gaat naar de hartkamers, die tot 140 à 160 keer per minuut onregelmatig kloppen in plaats van de normale 60 à 100 slagen per minuut.
Bij boezemfladderen zenden de cellen in de boezems regelmatige signalen uit, maar de signalen raken verstrikt in een lus die rond en rond gaat.
Het lusvormige elektrische signaal laat de boezems regelmatig maar zeer snel kloppen, ongeveer 250 tot 350 keer per minuut. Meestal wordt slechts ongeveer
de helft van deze abnormale slagen doorgegeven aan uw hartkamers, die dan 125 tot 175 keer per minuut kloppen.
- zowel atriumfibrilleren als atriumflutter maken het moeilijker voor uw hart om bloed te pompen
- u kunt veranderingen in uw hartslag (hartkloppingen) opmerken en u zwak of kortademig voelen
- hoge bloeddruk, hartaandoeningen of een aangeboren afwijking kunnen atriumfibrilleren of atriumflutter veroorzaken
- artsen behandelen atriumfibrilleren en atriumflutter met medicijnen en soms met een elektrische schok (cardioversie) of een ablatieprocedure
Oorzaak
Ze worden vaak veroorzaakt door:
- hoge bloeddruk
- coronaire hartziekte (wanneer een bloedvat dat bloed en zuurstof naar uw hart brengt, vernauwd of geblokkeerd is)
- hartklepaandoeningen
- te veel alcohol drinken
- hyperthyreoïdie (wanneer uw schildklier te veel schildklierhormonen afgeeft)
- geboorteafwijkingen die van invloed zijn op uw hart
Problemen met uw hartkleppen en hoge bloeddruk zorgen ervoor dat uw boezems groter worden. Hierdoor wordt atriumfibrilleren of atriumflutter waarschijnlijker.
Boezemfibrilleren en boezemfladderen kunnen ook voorkomen bij mensen zonder andere hartproblemen.
Symptomen
U kunt geen symptomen hebben, of u kunt het volgende voelen:
- onaangenaam bewustzijn van uw hartslag (hartkloppingen), die kan voelen als bonzen, fladderen, racen, of overslaan van slagen
- ongemak op de borst
- zwakte
- flauwte
- kortademigheid
Complicatie
Atriumfibrillatie en atriumflutter kunnen veroorzaken:
- bloedstolsels in de boezems, die van uw hart naar uw hersenen kunnen gaan en een beroerte kunnen veroorzaken
- snelle hartslag, wat kan leiden tot een daling van de bloeddruk en hartfalen
Diagnose
Artsen voelen uw polsslag en doen:
Een ECG is een snel, pijnloos onderzoek waarbij de elektrische activiteit van uw hart wordt gemeten met behulp van plakkers en kabels op uw borst, armen en benen.
Als het ECG atriumfibrillatie of atriumflutter aantoont, doen artsen meestal nog andere onderzoeken, waaronder:
Behandeling
Artsen behandelen de aandoening die uw hartritmestoornis veroorzaakt.
De belangrijkste behandelingsdoelen zijn:
- voorkomen dat uw hartslag te snel wordt
- voorkomen dat er bloedstolsels in uw hart ontstaan
- soms uw hart weer in een normaal ritme brengen
Behandelingen omvatten vaak:
- bloedverdunnende medicijnen om bloedstolsels te voorkomen
- medicijnen om uw hart te vertragen
- soms medicijnen of een elektrische schok (cardioversie) om uw hart weer in een normaal ritme te krijgen
- soms een ablatieprocedure om abnormaal hartweefsel te vernietigen
Wat houdt een ablatieprocedure in?
Artsen voeren eerst een elektrofysiologisch onderzoek uit, dat lijkt op een hartkatheterisatie. Artsen brengen een dun, flexibel slangetje (katheter) in een groot bloedvat (bijvoorbeeld in uw been) in en leiden het naar uw hart. De katheter heeft elektroden op het uiteinde die de elektrische activiteit van uw hart van binnenuit registreren. De katheter kan uw hart ook elektrisch stimuleren om te zien hoe het reageert.
Als uit het onderzoek blijkt dat een klein stukje hartweefsel het boezemfibrilleren veroorzaakt, kan het ritmeprobleem vaak worden verholpen door het weefsel weg te halen. Artsen gebruiken een katheter die een hoogfrequente elektrische stroom afgeeft om het weefsel dat het probleem veroorzaakt te vernietigen.
Bronnen:
|