|
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
|
Wat is het?
Chronische traumatische encefalopathie (CTE) is de afbraak van hersencellen na verloop van tijd.
Het wordt veroorzaakt door herhaaldelijk hoofdletsel of explosies. Onder hoofdletsel vallen ook
hersenschuddingen.
|
|
- artsen weten niet zeker waarom sommige mensen met hoofdletsel CTE krijgen en anderen niet
- symptomen van CTE zijn onder andere depressie, agressie, verwardheid, persoonlijkheidsveranderingen en problemen met snel bewegen of duidelijk spreken
- er is geen genezing voor CTE
- behandeling helpt bij stemmingssymptomen en om de persoon comfortabel en veilig te houden
CTE is een vorm van dementie, een hersenprobleem dat het moeilijk maakt om te onthouden,
te denken en te leren.
Oorzaak
CTE wordt veroorzaakt door:
- herhaaldelijk hoofdletsel, zoals door voetballen, boksen of andere sporten - elk hoofdletsel hoeft niet ernstig te zijn om CTE te veroorzaken
- hoofdletsel door een explosie, meestal bij soldaten in de strijd
Symptomen
De symptomen van CTE beginnen soms pas op latere leeftijd, soms na het 60e levensjaar.
Sommige mensen met CTE hebben milde symptomen op jongvolwassen leeftijd die op latere leeftijd ernstiger worden.
Symptomen zijn onder andere:
- depressie
- geïrriteerd zijn
- suïcidale gedachten
- agressief zijn
- gemakkelijk je humeur verliezen
- dementie
- moeite met plannen of organiseren
- onhandig worden
- moeite hebben om duidelijk te spreken
Diagnose
Artsen vermoeden CTE bij mensen die veel gevallen van hoofdletsel of blootstelling aan luide explosies hebben gehad en symptomen van CTE vertonen.
Er is geen test om de diagnose CTE te bevestigen, maar artsen zullen beeldvormingstests voor de hersenen doen,
zoals een CT-scan (computertomografie).
De beeldvormingstests helpen artsen om te zien of de persoon een andere aandoening heeft met vergelijkbare symptomen.
De enige manier waarop artsen zeker weten of iemand CTE heeft, is door de hersenen van de persoon na zijn dood te bestuderen.
Behandeling
Er is geen genezing voor CTE, maar het volgende helpt:
- leven in een veilige en gestructureerde omgeving met een routine en regelmatige activiteiten
- duidelijke uitleg geven over veranderingen in de omgeving of verzorgers
- begeleiding
- medicijnen tegen symptomen
Om het risico op CTE te helpen verminderen, moeten mensen die een hersenschudding hebben gehad, rusten en een tijdje geen atletische activiteiten doen.
Voordat hun besluitvorming beïnvloed wordt, zouden mensen met CTE zoveel mogelijk medische, financiële en juridische beslissingen moeten nemen.
Dit houdt ook in dat u iemand moet kiezen die namens u aanvullende medische beslissingen kan nemen als u dat zelf niet meer kunt.
U moet ook met uw arts bespreken welke zorg u aan het einde van uw leven wilt (levenstestament).
Naarmate CTE verergert, is de behandeling meestal gericht op comfort in plaats van op levensverlenging.
Zorg voor verzorgers
Zorgen voor mensen met dementie is stressvol en veeleisend, en zorgverleners kunnen depressief en uitgeput raken, waardoor ze vaak hun eigen geestelijke en lichamelijke
gezondheid verwaarlozen:
De volgende maatregelen kunnen zorgverleners helpen:
- leren over hoe je effectief tegemoet kunt komen aan de behoeften van mensen met dementie en wat je van hen kunt verwachten: Zorgverleners moeten bijvoorbeeld weten dat uitschelden over het maken van fouten of niet onthouden het gedrag alleen maar erger kan maken. Zulke kennis helpt onnodig leed voorkomen. Zorgverleners kunnen ook leren hoe te reageren op storend gedrag en zo de persoon sneller kalmeren en soms storend gedrag voorkomen
- informatie over wat te doen op dagelijkse basis kan worden verkregen van verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en organisaties, maar ook uit gepubliceerde en online materialen
- hulp zoeken wanneer dat nodig is: Verlichting van de last van 24-uurs zorg voor een persoon met dementie is vaak beschikbaar, afhankelijk van het specifieke gedrag en de mogelijkheden van de persoon en van de hulpbronnen van familie en gemeenschap. Sociale instanties, waaronder de sociale dienst van het plaatselijke ziekenhuis, kunnen helpen bij het vinden van geschikte hulpbronnen
- tot de mogelijkheden behoren dagverzorgingsprogramma's, bezoeken van thuisverpleegkundigen, parttime of fulltime hulp in de huishouding en inwonende hulp. Vervoer en maaltijdservice kunnen beschikbaar zijn. Fulltime zorg kan erg duur zijn, maar veel verzekeringen dekken een deel van de kosten
- zorgverleners kunnen baat hebben bij begeleiding en steungroepen
- zorg voor jezelf: Zorgverleners moeten eraan denken om voor zichzelf te zorgen. Lichaamsbeweging kan bijvoorbeeld zowel de stemming als de gezondheid verbeteren. Vrienden, hobby's en activiteiten moeten niet worden opgegeven
|
Bronnen:
|