Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de samenvatting ('Quick Facts: Just the basics on this topic') uit de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals. Wat is het?
Tijdelijke gevoelens van depersonalisatie en/of derealisatie komen vaak voor. Ongeveer de helft van de mensen heeft zich wel eens los van zichzelf (depersonalisatie) of van de omgeving (derealisatie) gevoeld. Dit gevoel treedt vaak op nadat mensen:
Depersonalisatie of derealisatie kan ook optreden als symptoom bij vele andere psychische stoornissen, evenals bij algemene medische stoornissen, zoals epileptische aanvallen. Depersonalisatie/derealisatie gevoelens worden beschouwd als een stoornis wanneer het volgende zich voordoet:
Depersonalisatie/depersonalisatiestoornis komt bij ongeveer 2% van de bevolking voor en treft mannen en vrouwen in gelijke mate. De stoornis kan beginnen tijdens de vroege of middelbare kindertijd. Het begint zelden na de leeftijd van 40 jaar. Oorzaak
De symptomen kunnen worden uitgelokt door ernstige stress (bijvoorbeeld in verband met relaties, financiën of werk), depressie, angst, of gebruik van illegale of recreatieve . In 25 tot 50% van de gevallen is de stress echter relatief gering of kan deze niet worden vastgesteld. Symptomen De intensiteit van de symptomen wisselt vaak. Maar als de stoornis ernstig is, kunnen de symptomen aanwezig zijn en jaren of zelfs decennia lang dezelfde intensiteit behouden. Depersonalisatie symptomen omvatten:
Mensen kunnen ook zeggen dat ze zich onwerkelijk of als een automaat voelen, zonder controle over wat ze doen of zeggen. Ze kunnen zich emotioneel of lichamelijk verdoofd voelen. Zulke mensen kunnen zichzelf beschrijven als een externe waarnemer van hun eigen leven of als de "wandelende dode". De symptomen van derealisatie zijn:
Mensen kunnen het gevoel hebben dat ze zich in een droom of mist bevinden, of alsof een glazen wand of sluier hen scheidt van hun omgeving. De wereld lijkt levenloos, kleurloos of kunstmatig. De wereld kan hen vervormd voorkomen. Bijvoorbeeld, voorwerpen kunnen wazig of ongewoon helder lijken, of ze kunnen plat, kleiner of groter lijken dan ze zijn. Geluiden kunnen harder of zachter lijken dan ze zijn. De tijd kan te langzaam of te snel lijken te gaan. De symptomen veroorzaken bijna altijd een groot ongemak. Sommige mensen vinden ze ondraaglijk. Angst en depressie komen vaak voor. Veel mensen zijn bang dat de symptomen het gevolg zijn van onomkeerbare hersenbeschadiging. Velen vragen zich af of ze wel echt bestaan of gaan herhaaldelijk na of hun waarnemingen wel echt zijn. Stress, verergering van depressie of angst, een nieuwe of overprikkelende omgeving, en slaapgebrek kunnen de symptomen verergeren. De symptomen zijn vaak hardnekkig. Zij kunnen:
Mensen hebben vaak grote moeite om hun symptomen te beschrijven en kunnen bang zijn of denken dat ze gek worden. Mensen blijven zich er echter altijd van bewust dat hun ervaringen van onthechting niet echt zijn, maar eerder gewoon de manier zijn waarop ze zich voelen. Dit bewustzijn is wat de depersonalisatie/derealisatie stoornis onderscheidt van een psychotische stoornis. Bij mensen met een psychotische stoornis ontbreekt dit inzicht altijd. Diagnose
Artsen vermoeden de stoornis op basis van symptomen:
Een lichamelijk onderzoek en soms tests worden gedaan om andere aandoeningen uit te sluiten die de symptomen zouden kunnen veroorzaken, waaronder andere psychische stoornissen, epileptische aanvallen en middelenmisbruik. De tests kunnen magnetische resonantiebeeldvorming (MRI), computertomografie (CT), elektro-encefalografie (EEG) en bloed en urinetests omvatten om op drugs te controleren. Psychologische tests en speciale gestructureerde interviews en vragenlijsten kunnen artsen ook helpen bij het stellen van de diagnose. Prognose De symptomen, zelfs die welke aanhouden of terugkeren, kunnen slechts geringe problemen veroorzaken als mensen hun geest bezig kunnen houden en zich op andere gedachten of activiteiten kunnen concentreren, in plaats van aan hun zelfbesef te denken. Sommige mensen raken echter gehandicapt omdat ze zich zo afgesloten voelen van hun zelf en hun omgeving of omdat ze ook angst of depressie hebben. Behandeling
Depersonalisatie/derealisatiestoornis kan zonder behandeling verdwijnen. Mensen worden alleen behandeld als de stoornis aanhoudt, terugkomt, of leed veroorzaakt. Psychodynamische psychotherapie en cognitieve gedragstherapie zijn bij sommige mensen effectief gebleken. Depersonalisatie/depersonalisatiestoornis gaat vaak gepaard met of wordt uitgelokt door andere psychische stoornissen (zoals angst of depressie), die behandeld moeten worden. Alle spanningen die de symptomen hebben uitgelokt of die mogelijk hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van depersonalisatie/derealisatiestoornis moeten ook worden aangepakt. Technieken die kunnen helpen zijn onder meer de volgende:
Er zijn verschillende medicijnen gebruikt om depersonalisatie/derealisatiestoornis te behandelen, maar geen ervan is effectief gebleken. Antianxiety drugs en antidepressiva helpen soms, vooral door het verlichten van angst of depressie, die bij veel mensen met depersonalisatie/derealisatiestoornis aanwezig zijn. Antianxiety drugs kunnen echter ook depersonalisatie of derealisatie versterken, dus artsen controleren het gebruik van deze zorgvuldig. Bronnen:
|