Complicatie Oorzaak
Hersenaandoeningen en aandoeningen van het zenuwstelsel die slikproblemen veroorzaken zijn onder andere beroerte, ziekte van Parkinson, multiple sclerose en amyotrofische laterale sclerose (ALS). Mensen met deze aandoeningen hebben naast slikproblemen meestal nog andere symptomen. Bij velen van hen is de diagnose al gesteld. Algemene spieraandoeningen die slikproblemen veroorzaken zijn myasthenia gravis, dermatomyositis en musculaire dystrofie. Een fysieke blokkade kan het gevolg zijn van kanker van de slokdarm, ringen of vliezen van weefsel over de binnenkant van de slokdarm, en littekenvorming van de slokdarm door chronische zure reflux of door het inslikken van een bijtende vloeistof. Soms wordt de slokdarm samengedrukt door een nabijgelegen orgaan of structuur, zoals een vergrote schildklier, een uitstulping in de grote slagader in de borstkas (aorta-aneurysma), of een tumor in het midden van de borstkas. Slokdarmmotiliteitsstoornissen omvatten achalasie (waarbij de ritmische samentrekkingen van de slokdarm sterk verminderd zijn en de onderste slokdarmspier zich niet normaal ontspant om voedsel in de maag te laten passeren) en slokdarmspasme. Systemische sclerose (sclerodermie) kan ook een motiliteitsstoornis veroorzaken. Evaluatie Waarschuwingssymptomen
Wanneer naar de arts? Wat doet de arts?
Mensen die evenveel moeite hebben met het inslikken van vloeistoffen als met vaste stoffen, hebben waarschijnlijk een motiliteitsstoornis (vermogen tot actieve beweging). Mensen die geleidelijk steeds meer moeite hebben met het slikken van eerst vaste en dan vloeibare voeding, kunnen een verergerende lichamelijke blokkade hebben, zoals een tumor. Voedsel dat onbedoeld uit de neus of mond komt, suggereert eerder een neurologisch of musculair probleem dan een probleem met de slokdarm. Artsen zoeken naar symptomen die wijzen op neuromusculaire, gastro-intestinale en bindweefselaandoeningen. Belangrijke neuromusculaire symptomen zijn zwakte, hetzij constante zwakte van een lichaamsdeel (zoals een arm of been) of af en toe zwakte die optreedt tijdens activiteit en wordt verlicht door rust; loop- of evenwichtsstoornissen; onwillekeurige, ritmische, trillende bewegingen (tremoren); en moeite met spreken. Artsen moeten ook weten of de persoon een bekende ziekte heeft die dysfagie veroorzaakt. Vervolgens doen de artsen een lichamelijk onderzoek. Het lichamelijk onderzoek is gericht op het neurologisch onderzoek, maar artsen letten ook op de voedingstoestand van de persoon en eventuele afwijkingen van de huid en/of spieren. Tijdens het lichamelijk onderzoek kijken de artsen naar het volgende:
Test
Bij mensen die symptomen hebben van een volledige of bijna volledige verstopping, kijken artsen onmiddellijk in de slokdarm met een flexibele buis (bovenste endoscopie). Tijdens de endoscopie nemen artsen biopten om te kijken naar eosinofiele slokdarmontsteking (ontsteking van de slokdarm veroorzaakt door witte bloedcellen). Bij mensen bij wie de symptomen niet wijzen op een volledige verstopping, maken artsen meestal röntgenfoto's terwijl de persoon bariumvloeistof inslikt (die zichtbaar is op röntgenfoto's). Gewoonlijk slikken mensen eerst gewone bariumvloeistof in en daarna bariumvloeistof gemengd met een of ander materiaal zoals een marshmallow of een cracker. Als de bariumtest op een verstopping wijst, voeren artsen meestal een endoscopie uit om de oorzaak op te sporen (met name om kanker uit te sluiten). Als de bariumtest negatief is of op een motiliteitsstoornis wijst, doen artsen een slokdarmmotiliteitstest. Bij motiliteitstests slikken mensen een dun slangetje in dat vele druksensoren bevat. Terwijl mensen slikken, laten de druksensoren zien of de slokdarm normaal samentrekt en of het onderste deel van de slokdarm zich normaal ontspant. Impedantietesten zijn een nieuwe technologie waarbij een sonde een ballon in de slokdarm opblaast en meet hoeveel druk er nodig is om de slokdarm een bepaalde hoeveelheid uit te zetten. De drukmetingen en gegevens helpen artsen verder bij het beoordelen van mensen die moeite hebben met slikken. Behandeling Om de symptomen van dysfagie te verlichten, adviseren artsen mensen meestal om kleine hapjes te nemen en het voedsel goed te kauwen. Mensen met dysfagie als gevolg van een beroerte kunnen baat hebben bij behandeling door een revalidatiearts. Revalidatiemaatregelen kunnen bestaan uit het veranderen van de houding van het hoofd tijdens het eten, het opnieuw trainen van de slikspieren, het doen van oefeningen die het vermogen om een klomp voedsel in de mond op te nemen verbeteren, of het doen van kracht- en coördinatieoefeningen voor de tong. Mensen die niet kunnen slikken zonder een groot risico op verslikking te lopen, moeten misschien stoppen met eten en worden gevoed via een voedingssonde die door de wand van hun buik in hun maag of dunne darm wordt geplaatst. Essentiële hulpmiddelen voor ouderen
Na leeftijdsgebonden veranderingen zijn de meest voorkomende oorzaken van stoornissen van de mondmotoriek neuromusculaire aandoeningen (zoals hersen neuropathieën veroorzaakt door diabetes, beroerte, ziekte van Parkinson, amyotrofische laterale sclerose of multiple sclerose). Soms kunnen behandelingen bijdragen aan orale motorische stoornissen. Medicijnen (zoals anticholinergica of diuretica), bestraling van hoofd en nek, en chemotherapie kunnen bijvoorbeeld de speekselproductie sterk verminderen. Een verminderde speekselproductie (hyposalivatie) is een belangrijke oorzaak van vertraagd en gestoord slikken. Naast hun reguliere arts worden mensen met een stoornis of disfunctie van de mondmotoriek ook behandeld door specialisten op het gebied van prothetische tandheelkunde, revalidatiegeneeskunde, spraakpathologie, otolaryngologie en gastro-enterologie.
Bronnen:
|