Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de Merck Manual, consumer version. Lees meer over de Merck Manuals.
Een aan zichzelf opgelegde fictieve stoornis werd vroeger het syndroom van Munchausen genoemd. Een feitelijke stoornis kan ook aan iemand anders worden opgelegd (zie Feitelijke stoornis opgelegd aan een ander en Overzicht van somatische symptomen en verwante stoornissen). Mensen met een aan zichzelf opgelegde feitelijke stoornis doen herhaaldelijk alsof ze een stoornis hebben. Als ze een stoornis hebben, overdrijven of liegen ze over de symptomen en doen ze alsof ze zieker of meer gestoord zijn dan ze zijn. Deze stoornis is echter complexer dan eenvoudige oneerlijkheid. Het is een psychisch probleem dat gepaard gaat met ernstige emotionele problemen. Het is onbekend wat de oorzaak is van de feitelijke stoornis die zichzelf wordt opgelegd, maar stress en een ernstige persoonlijkheidsstoornis, meestal borderline persoonlijkheidsstoornis, kunnen een rol spelen. Mensen kunnen een vroege geschiedenis van emotionele en fysieke mishandeling hebben, of ze kunnen in hun kindertijd een ernstige ziekte hebben doorgemaakt of een ernstig ziek familielid hebben gehad. Ze lijken problemen te hebben met hun identiteit en/of gevoel van eigenwaarde, evenals onstabiele relaties. Het veinzen van een ziekte kan een manier zijn om het gevoel van eigenwaarde te vergroten of te beschermen door sociale of werkproblemen aan hun ziekte toe te schrijven, door geassocieerd te worden met prestigieuze artsen en medische centra, of door uniek, heldhaftig, of medisch onderlegd en verfijnd over te komen. Mensen met deze stoornis lijken op mensen met wangedrag omdat hun handelingen bewust en opzettelijk zijn. Maar in tegenstelling tot mensen met wangedrag, worden mensen met een feitelijke stoornis niet gemotiveerd door externe beloningen (zoals het innen van verzekeringsgelden of het krijgen van vrijaf van het werk). Symptomen Mensen met deze stoornis zijn meestal behoorlijk intelligent en vindingrijk. Ze weten niet alleen hoe ze een aandoening overtuigend kunnen veinzen, maar ze hebben ook een geraffineerde kennis van medische praktijken. Ze kunnen hun verzorging zo manipuleren dat ze in het ziekenhuis worden opgenomen en onderworpen worden aan intensieve testen en behandelingen, inclusief grote operaties. Hun bedrog is bewust, maar hun motivatie en zoektocht naar aandacht zijn grotendeels onbewust. Ze zwerven vaak van de ene dokter of het ene ziekenhuis naar het andere voor behandeling. Een aan zichzelf opgelegde feitelijke stoornis kan hun hele leven voortduren. Diagnose
Artsen controleren eerst op fysieke en mentale gezondheidsstoornissen door een grondige anamnese af te nemen, een grondig lichamelijk onderzoek te doen en tests uit te voeren. Meestal is de beschrijving van de symptomen door de persoon overtuigend, waardoor artsen soms worden misleid. Artsen kunnen de stoornis echter vermoeden op basis van het volgende:
De diagnose van aan zichzelf opgelegde feitelijke stoornissen wordt gesteld als alle volgende zaken bevestigd zijn:
Artsen kunnen de persoon doorverwijzen naar een psychiater of een andere behandelaar in de geestelijke gezondheidszorg. Als de stoornis in een vroeg stadium wordt gediagnosticeerd, kunnen risicovolle invasieve testen, chirurgische ingrepen en onnodige behandelingen worden vermeden. Behandeling
Er zijn geen duidelijk effectieve behandelingen. Als mensen worden behandeld voor de stoornis die ze veinzen, kunnen ze tijdelijk verlichting ervaren, maar daarna melden ze meestal aanvullende symptomen en eisen ze verdere behandelingen. Een belangrijk onderdeel van de behandeling is dat artsen onnodige onderzoeken en behandelingen vermijden. Psychotherapie, in het bijzonder cognitieve gedragstherapie, kan helpen. Deze richt zich op het veranderen van het denken en het gedrag van de persoon. Het kan de persoon ook helpen bij het identificeren van en werken aan onderliggende problemen die de stoornis veroorzaken. Bronnen:
|