|
Monocyt stoornissen |
meer bloed |
Monocytose; Monocytopenie; MonoMAC-syndroom |
Het onderstaande is de letterlijke vertaling van de online versie van de
Merck Manual, consumer version.
Lees meer over de Merck Manuals.
Wat zijn Monocyt stoornissen
Monocyten zijn een soort witte bloedcellen die bepaalde infecties bestrijden en andere witte bloedcellen helpen dode of beschadigde weefsels te verwijderen, kankercellen te vernietigen en de immuniteit tegen vreemde stoffen te regelen.
Monocyten worden geproduceerd in het beenmerg en komen vervolgens in het bloed terecht, waar ze ongeveer 1 tot 10% van de circulerende witte bloedcellen uitmaken (200 tot 600 monocyten per microliter bloed [0,2 tot 0,6 × 109 per liter]). Na enkele uren in het bloed migreren monocyten naar weefsels (zoals milt, lever, longen en beenmerg), waar zij uitgroeien tot macrofagen.
Macrofagen zijn de belangrijkste aaseters van het immuunsysteem. Bepaalde genetische afwijkingen tasten de functie van monocyten en macrofagen aan en veroorzaken ophoping van vettige (lipide) resten in de cellen. De resulterende aandoeningen zijn de lipidenopslagziekten (zoals de ziekte van Gaucher en de ziekte van Niemann-Pick).
Lage of hoge aantallen monocyten veroorzaken meestal geen symptomen. Mensen kunnen echter wel symptomen hebben van de aandoening die de verandering in het aantal monocyten heeft veroorzaakt.
|
|
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door bloedonderzoek (compleet bloedbeeld) dat wordt gedaan wanneer iemand tekenen of symptomen heeft van een infectie of auto-immuunziekte. Soms wordt de aandoening bij toeval ontdekt wanneer een volledig bloedbeeld wordt bepaald tijdens een routineonderzoek of voor de evaluatie van een andere aandoening.
Behandeling
De behandeling van monocytenstoornissen hangt af van de oorzaak.
Verhoogd aantal monocyten
Een verhoogd aantal monocyten in het bloed (monocytose) komt voor in reactie op chronische infecties, bij auto-immuunziekten, bij bloedziekten en bij bepaalde vormen van kanker. Een toename van het aantal macrofagen in andere delen van het lichaam dan het bloed (zoals de longen, de huid en andere organen) kan optreden als reactie op infecties, sarcoïdose en Langerhans cel histiocytose.
Laag aantal monocyten
Een laag aantal monocyten in het bloed (monocytopenie) kan worden veroorzaakt door alles wat het totale aantal witte bloedcellen vermindert (zie ook Neutropenie en Lymfocytopenie), zoals een bloedbaaninfectie, chemotherapie of een beenmergstoornis.
MonoMAC-syndroom
Een zeldzame genetische aandoening die het beenmerg aantast, een zeer laag aantal monocyten veroorzaakt en ook het aantal bepaalde soorten lymfocyten vermindert. De aandoening verhoogt het risico op infectie met bepaalde organismen, waaronder een groep bacteriën bekend als Mycobacterium avium complex (MAC) die verwant zijn aan tuberculose, humaan papillomavirus (HPV) en bepaalde schimmels. Mensen lopen ook het risico bepaalde soorten leukemie te ontwikkelen.
De symptomen variëren afhankelijk van het specifieke micro-organisme dat de infectie veroorzaakt, maar betreffen vaak de longen of de huid.
De diagnose wordt gesteld door een bloedonderzoek dat de afwezigheid van monocyten aantoont en door genetisch onderzoek.
De infecties worden behandeld met antibiotica en een stamceltransplantatie kan de aandoening genezen. Niet-gevaccineerde mensen moeten een HPV-vaccinatie krijgen.
Bronnen:
|